Groeifactoren en Cognate Receptoren voor mesothelioom

Een interessante studie wordt genoemd, " Karakterisering van bloedplaatjes - afgeleide groeifactor en bloedplaatjes - afgeleide Groei Factor Receptor Expressie in - Asbest geïnduceerde Rat Mesothelioom " - Cancer Res 15 januari 1992 52 ; 301 door Cheryl Walker , Edilberto Bermudez , Wendy Stewart , James Bonner , Christopher J. Molloy , en Jeffrey Everitt . Hier is een fragment : " Abstract - Hoewel veranderde expressie van bloedplaatjes afkomstige groeifactor ( PDGF ) is een kenmerk van menselijke mesothelioom , expressie van PDGF receptoren is niet gekarakteriseerd in dit celtype . Daarnaast is de expressie van deze groeifactor en zijn verwante receptor van knaagdieren mesothelioom niet onderzocht . In deze studie , het onderzoek van getransformeerde mesotheelcellen afkomstig van asbest geïnduceerde rat mesothelioom bleken deze cellen brachten hoge affiniteit PDGF receptoren ( Kd = 0,5 nm ) en receptor nummer was 1,6 x 105/cell . Western analyse met antilichamen specifiek voor ofwel de ± - type of ² type PDGF receptor en Northern analyse met probes specifiek voor ± - en ² type receptor RNA transcripten aan dat deze cellen tot expressie ² type PDGF- receptoren maar ± type receptoren konden niet gedetecteerd . Wanneer de mesothelioom afgeleide cellen werden onderzocht op de expressie van PDGF , geen expressie van deze groeifactor worden gedetecteerd . De getransformeerde cellen brachten geen detecteerbare A - of B - keten PDGF RNA transcripten , en met een competitieve enzym- immunoassay specifiek voor isovormen met de B -keten van PDGF en een sandwich enzym-gekoppelde immunosorbent assay specifiek voor - A - keten bevattende isovormen noch AA noch AB , BB of isovormen van deze groeifactor kan worden gedetecteerd in geconditioneerd medium van deze cellen . Aangezien veranderingen in PDGF expressie in rat mesothelioom , in tegenstelling tot de gegevens voor de menselijke ziekte suggereert dat de productie van de groeifactor door getransformeerde mesotheelcellen species kunnen specifieke . ' Een andere interessante studie wordt genoemd , " Uitloging van bestanddelen van chrysotiel in vivo " - Nature 215 , 441-442 ( 22 juli 1967 ) ; door A. Holmes & A. Morgan - Gezondheid Fysica en Medische divisie , Atomic Energy Research Establishment , Harwell , Didcot , Berkshire . Hier is een fragment: " In de afgelopen jaren , Wagner1 en Selikoff et al. . 2 hebben aangetoond dat een zeldzame tumor , de diffuse mesothelioom van de pleura en peritoneum , geassocieerd met vroegere blootstelling aan asbest . Het blijkt dat de hoeveelheid asbest nodig is om deze tumoren klein is en dat de latente periode lang . Het verband tussen blootstelling aan asbest en de productie van mesothelioom wordt bestudeerd in een aantal laboratoria , en de mogelijkheid dat spoormetaal bestanddelen of besmettende oliën een rol kunnen hebben is suggested

3 . Vooralsnog is er weinig bekend over het lot van ingeademde asbestvezels en in het bijzonder over hun beweging van de longen naar andere organen . De hier beschreven proef werd gepland om de mogelijkheid van radioactiviteit , geïnduceerd in asbestvezels door neutronenstraling , hun translocatie terugvinden in ratten na toediening van intrapleurale injectie beoordelen . " Andere studie wordt genoemd , " ijzerhoudend organen sputa voormalige asbestarbeiders . "Door Farley ML , Greenberg SD , Shuford EH Jr , Hurst GA , Spivey CG , Christianson CS - Acta Cytol . 1977 september - oktober , 21 (5) :693-700 . Hier is een fragment: " Abstract - Routine cytopathologisch onderzoeken werden uitgevoerd met tussenpozen van zes maanden op sputum monsters van 628 voormalige asbest werknemers en 138 controlepatiënten. Het optreden van ijzerhoudende lichamen in sputa blijkt te verhogen als een logaritmische functie van de lengte van beroepsmatige blootstelling aan asbest in werkdagen . Geen significant verband is gevonden tussen het optreden van ijzerhoudende lichamen en de leeftijd van de werknemer , het roken geschiedenis , de mate van cellulaire epitheliale atypie , of de tijd sinds de laatste blootstelling. We concluderen dat de aanwezigheid van ijzerhoudende lichamen in sputa bewijs is van waarschijnlijk significante blootstelling aan asbeststof . Hun afwezigheid geeft niet aan gebrek aan blootstelling . We kunnen ook concluderen dat routine cytopathology procedures voldoende zijn voor de detectie van ijzerhoudende lichamen in sputa . "Als je een van deze fragmenten interessant gevonden , lees dan de studies in hun geheel . Wij allen zijn een schuld van dankbaarheid aan deze fijne onderzoekers
Door: . Monty J. Wrobleski