‘Burenruzies gaan vaak niet over het conflict zelf’

“De feiten blijven hetzelfde, het gedrag is wisselend,” vertelt buurtbemiddelaar in Enschede Bert Jannink. “Sommige mensen reageren door te slaan, andere schelden of delen hun ongenoegen op social media.”

“Het moeilijkste is het slechten van de blokkade die door de reeds opgebouwde irritatie is ontstaan. Het gaat al lang niet meer om het conflict zelf. De irritatie is ontstaan nadat degene die overlast ervaart, geen gehoor krijgt. Dan komen er verwijten, wordt er gescholden en loopt een conflict hoog op.”

Dat is meestal het moment waarop buurtbemiddeling wordt ingeschakeld. “We hebben eerst de hobbel te nemen om uit de sfeer van het schelden te komen. Mensen kunnen door allerlei zaken erbij te halen de boel behoorlijk laten escaleren.”


Geluidsoverlast

Volgens cijfers van het Centrum voor Criminaliteitspreventie (CCV) is geluidsoverlast met 26 procent op afstand de meestvoorkomende vorm van burenoverlast. Ergernissen rond huis en tuin en intimidatie volgen met respectievelijk 9 en 8 procent.

Frannie Herder van het CCV nuanceert de overlast wel iets: “Geluidsoverlast is natuurlijk subjectief: wat voor de een overlast is, is dat voor de ander niet. Het gaat hier niet om een feestje, maar om structurele overlast.”

Als je overlast hebt van je buren adviseert zij om eerst zelf het gesprek aan te gaan als je enigszins gekalmeerd bent. Als dat niet helpt, kan buurtbemiddeling soelaas bieden. 

“Mensen zijn niet verplicht om met buurtbemiddeling te praten. Als één van de twee partijen niet wil praten, dan houdt het op. Maar onze ervaring is dat ze dat vaak wel willen. De ander wil ook zijn kant van het verhaal laten horen. Dan ga je samen op zoek naar een compromis. In 70 procent van de gevallen komen we tot een goede oplossing, in 30 procent van de gevallen lukt dat niet. Dan wenden mensen zich tot de politie of rechtsbijstand.”


Gedragsaanwijzing gemeente

Sinds 1 juli 2017 is de Wet Aanpak Woonoverlast in werking getreden, in de volksmond beter bekend als de Aso-wet. Deze wet geeft burgemeesters de mogelijkheid om een gedragsaanwijzing te geven aan bewoners die zorgen voor overlast. Dit kan in de vorm van een last onder bestuursdwang of onder dwangsom. 

Riet van Loon van het Platform Woonoverlast is gematigd positief over deze nieuwe mogelijkheid. “De gedragsaanwijzing van de gemeente moet nog goedgekeurd worden door het college van Burgemeester en Wethouders, maar gemeentes kunnen nu zelf wel beslissen om een gedragsaanwijzing te geven.” 

“Het is een ietwat overschat instrument ondanks de intentie van de opstellers. Dat komt voornamelijk door de publiciteit die het gekregen heeft. Dit is echt een instrument dat je gebruikt als alle andere mogelijkheden zijn uitgeput. Denk bijvoorbeeld aan een gebiedsverbod. Deze wet suggereert dat ‘ie alles oplost terwijl het maar één instrument binnen een scala aan instrumenten is.”


Samenwerking

Het Platform Woonoverlast organiseert de samenwerking tussen gemeentes en woningcorporaties. Zij worden ingeschakeld als burenruzies iets verder gaan dan een lichte irritatie in de meeste gevallen nadat de politie is geweest.

Volgens Van Loon kan de poltie vaak niets betekenen in een conflict, omdat de constatering te licht is. Bij ernstige geluidsoverlast kunnen ze bijvoorbeeld wel een boete opleggen, maar dan is buurtbemiddeling helemaal niet aan de orde.

“De eerste stap is vaak dat mensen zelf gaan praten, maar soms bellen ze ons meteen. Wij adviseren altijd om bij overlast zo snel mogelijk in contact te treden met de buren. Ook als er psychiatrische aandoeningen in het spel zijn. Je kijkt dan naar de best haalbare oplossing vanuit het ziektebeeld. Soms is dat een uithuiszetting en is de persoon daar zelf ook het beste bij gebaat.”

Van Loon signaleert drie soorten oplossingen: “Lichte gevallen worden vaak opgelost door buurtbemiddeling, een aantal conflicten vraagt om een samenwerking tussen verschillende partijen en als dat geen soelaas biedt, is er nog een escalatiemogelijkheid in de vorm van de burgermeester of een veiligheidshuis.”

“Mensen blijven vaak in hun huis wonen ondanks de overlast. Daarom is het belangrijk dat de situatie beheersbaar blijft en dat je er niet al te veel last van hebt. Als er instanties worden ingeschakeld, worden de stellingen ingenomen.” 


Eén contactpersoon

“Zorg dat er één contact is richting beide partijen”, aldus Van Loon. “Soms denken mensen dat er niets gebeurt terwijl er achter de schermen wel veel speelt. Het is goed dat er dan een aanspreekpunt is dat op de hoogte is van alles en vragen kan beantwoorden.”

Buurtbemiddelaar Bert Jannink probeert altijd eerst beide partijen te bewegen tot een bemiddelingsgesprek. Meestal lukt dat wel. “Als we iedereen eenmaal om de tafel hebben, proberen we mensen zelf een oplossing te laten bedenken.”

“Wij zijn vrijwilligers en hebben bevoegdheid noch macht. Dat maakt ons een neutrale gesprekspartner. Zelfs als we iets belachelijk vinden, laten we dat niet merken: dan ben je niet meer te vertrouwen. We wijzen mensen op de vervelende woonsfeer en vragen hen zelf tot een compromis te komen. Vaak lukt dat en dragen wij slechts ideeën aan.”

De meeste gevallen waarbij buurtbemiddeling niet helpt, is als er geen bereidheid is tot een bemiddelingsgesprek. Vroeger was daarmee de kous af en restte nog alleen een gang naar de rechter. Met pendelbemiddeling wordt er toch nog een poging gedaan. Een schot in de roos, wat betreft Jannink.

“Enige tijd nadat het verzoek tot een bemiddelingsgesprek is afgewezen, gaan we nogmaals een-op-een met de partijen in gesprek om tóch nog tot een gezamenlijk gesprek te komen. Dit is vaak succesvol gebleken.” 

“Uiteindelijk is iedereen gebaat bij een rustige woonomgeving, dus als wij vragen er toch nog een keer over na te denken, komt het vaak alsnog tot een gesprek. Zeker als mensen merken hoeveel tijd wij er ook insteken, hebben ze het gevoel dat ze uit goed fatsoen in ieder geval het gesprek aan moeten gaan. Als we ze eenmaal om de tafel hebben, komen ze er samen bijna altijd uit.”

Leave a Reply