Feit of fabel: Welke informatie over handhygiëne klopt wel?

NU.nl legde een aantal stellingen over handhygiëne voor aan professor Andreas Voss, hoogleraar Infectiepreventie aan het Radboud Umc.

1: “Als je vaak je handen wast word je minder snel ziek”: feit

“Je moet er wel het goede moment voor kiezen. Voor contact met de slijmvliezen (mond, neus, oog), voor het eten en het bereiden ervan en nadat de handen vies zijn geworden, bijvoorbeeld door een bezoek aan de wc. Een andere indicatie is na het hoesten en niezen, wat vooral ter bescherming van anderen is.”

2: “Handen wassen zonder zeep is even effectief als met zeep”: fabel

“Het gewone zeep heeft uit zichzelf geen effect op micro-organismen. Zeep helpt wel om stoffen makkelijker van de huid te lossen. Het fysieke effect van zeep kan worden versterkt door de wrijving te verhogen door bijvoorbeeld het toevoegen van zand. In een studie over Clostridium difficile was schoon zand het meest effectief, maar niet het meest praktisch.”

3: “Het gebruik van de blazer in een toilet om je handen te drogen is onhygiënisch”: feit en fabel

“De micro-organismen van de (slecht gewassen) handen en die aan het apparaat zitten worden ook in de directe omgeving geblazen. Als anderen met vieze handen aan de binnenkant van de blazer komen, zouden ook schone handen weer contamineren. Hoewel het dus theoretisch mogelijk is, hoeft het niet altijd het geval te zijn en is het zeker beter dan het hergebruiken van een handdoek.”

4: “Je moet minstens een halve minuut je handen wassen”: feit en fabel

“In de genormeerde testmethodes worden vaste tijden gebruikt, maar in de praktijk wrijven mensen maar rond de 10 seconden. Ook kortere tijden hebben een effect, alleen minder hoog.”

5: “Afdrogen is net zo belangrijk als het handen wassen zelf”: fabel

“Hoewel een papieren handdoek een fysiek effect kan hebben, komt het grootste effect toch door het wrijven en afspoelen.”

6: “Een zeepblok werkt beter dan een zeepdispenser”: fabel

“Vloeibare zeep uit een dispenser werkt net zo goed als een blok zeep en heeft bovendien nog het voordeel niet gecontamineerd te zijn met micro-organismen die door anderen erop zijn achtergelaten. Op en in zeep kunnen micro-organismen overleven.”

7: “Op een gemiddeld toetsenbord zitten meer bacteriën dan op je toiletbril”: feit en fabel

“Hoewel er veel van deze studies zijn gedaan hebben ze weinig betekenis. Er wordt vaak niet gekeken naar het soort micro-organisme en het moment van de kweek, zoals net naar het schoonmaken van de wc-bril of net hiervoor. Al deze vergelijken, zoals met een smartphone en geld, zijn weinig relevant. Alles in onze omgeving bevat micro-organismen en de mens draagt er zelfs meer in en op zich dan dat hij of zij humane cellen heeft.”

8: “De steunpalen in de trein of metro kun je beter vermijden om bacteriën te voorkomen”: feit

“Er plakt zeker van alles aan en soms ook micro-organismen die ons ziek kunnen maken, mits wij met de vieze handen aan onze slijmvliezen komen. Denk bijvoorbeeld aan griep en verkoudheid, die niet alleen via niezen en hoesten, maar ook via contact met de druppeltjes en aansluitend contact met de slijmvliezen, kunnen ontstaan.

De kans op ziekte lijkt mij overigens hoger door het niet vasthouden. Maak er gewoon gebruik van en was later je handen.”

‘Nog veel te verbeteren bij de behandeling van astma’

“De gezondheidszorg in Nederland is heel goed, ook op het gebied van astma”, zegt Michael Rutgers, directeur van het Longfonds, tegen NU.nl. “Nederland heeft een goede infrastructuur en er is een goede samenwerking tussen patiënten en behandelaars, maar het kan altijd beter.”

In Nederland lijden 610.000 mensen aan astma. Daarvan hebben 30.000 patiënten zo’n ernstige vorm dat ze eraan zouden kunnen overlijden; in 2015 gebeurde dat bij 122 mensen. Er zijn in Nederland ongeveer 100.000 kinderen met astma.

Astma, een chronische ontsteking van de luchtwegen, is er in allerlei vormen. “Je kunt last hebben van hoesten of benauwdheid”, vertelt Rutgers. “Sommige klachten zijn op te lossen met een pufje, maar er zijn mensen bij wie dat niet helpt. Die krijgen soms te maken met levensbedreigende benauwdheid.”

“Bij een hevige aanval, een hyperreactie, kunnen de longen als het ware dichtslaan. Als je er dan niet op tijd bij bent, kan zo’n aanval iemand fataal worden.”

Een overlijden is volgens het Longfonds een teken dat de zorg niet goed heeft gewerkt. “Voor een deel heeft het ook met de patiënt te maken. Per jaar hebben astmapatiënten misschien één dag contact met een hulpverlener; de rest van het jaar zijn ze op zichzelf aangewezen. Dat gaat lang niet altijd goed: maar 48 procent is wat we noemen ‘therapietrouw’.”


Communicatie

Volgens Rutgers kan de communicatie tussen kinderarts, arts, verpleegkundige en patiënt nog worden verbeterd. “Als zij samen een route uitstippelen en vastleggen voor de patiënt en daar ook gesprekken over voeren, kun je astma beter onder controle krijgen.”

Verder kunnen er met e-health stappen worden gezet. “Je zou bijvoorbeeld een chip in je puffer kunnen doen die in verbinding staat met je telefoon, zodat je een melding krijgt wanneer je een pufje hebt genomen of het juist bent vergeten.”

Het kunnen voorkomen van astma is de droom van het Longfonds. “Ieder jaar worden weer veel kinderen met astma geboren. Het liefst wil je die ziekte vanaf het begin stoppen, maar daarvoor moet eerst meer onderzoek worden gedaan”, zegt Rutgers. “Momenteel wordt bijvoorbeeld onderzocht waarom cellen van mensen met astma zo heftig reageren op bepaalde stoffen, pollen of virussen.”


Begrip

Verder zou Rutgers het fijn vinden als er meer begrip komt voor astma. “Het is een onzichtbare ziekte: niemand ziet dat je eraan lijdt. Mensen die benauwd zijn, zien er soms juist heel gezond uit doordat ze rode wangen hebben. Die krijgen ze echter door de inspanning om lucht binnen te krijgen.”

“Veel mensen met astma willen liever niet klagen, maar dat zorgt er ook mede voor dat te weinig mensen weten hoe heftig het kan zijn. Wij vinden dat patiënten best wat meer aandacht zouden mogen vragen voor hun probleem.”

Mensen met astma zitten niet per se hun hele leven aan de ziekte vast. “Er is een groep kinderen die het min of meer kwijtraakt rond het tiende levensjaar, maar er is ook een groep die het juist krijgt in de puberteit. Dan is er nog een groep die het latere leeftijd nog krijgt. Dat kunnen mensen zijn die te vroeg zijn geboren – dan zijn de longen nog niet volmaakt – en van wie de moeder rookte tijdens de zwangerschap.

Dinsdag is het Wereld Astma Dag. De dag wordt georganiseerd door GINA (Global Initiative for Asthma) om het bewustzijn en de zorg rond astma te verbeteren.

‘Kringloopwinkels hebben het druk na Koningsdag’

“Na Koningsdag zien we een verhoogde activiteit”, meldt directeur Leonie Reinders van de Branchevereniging Kringloopbedrijven Nederland (BKN) aan de NOS.

Veel mensen hebben voor de vrijmarkt hun zolder opgeruimd. En ja, als ze dan hun spullen niet verkopen, hebben ze geen zin om die weer mee naar huis te nemen. Daar profiteren wij dan van.”

Sommige gemeenten zetten echter grote containers bij de vrijmarkt waar mensen na Koningsdag de overgebleven troep in kunnen gooien.

‘Nog veel te verbeteren bij de behandeling van astma’

“De gezondheidszorg in Nederland is heel goed, ook op het gebied van astma”, zegt Michael Rutgers, directeur van het Longfonds, tegen NU.nl. “Nederland heeft een goede infrastructuur en er is een goede samenwerking tussen patiënten en behandelaars, maar het kan altijd beter.”

In Nederland lijden 610.000 mensen aan astma. Daarvan hebben 30.000 patiënten zo’n ernstige vorm dat ze eraan zouden kunnen overlijden; in 2015 gebeurde dat bij 122 mensen. Er zijn in Nederland ongeveer 100.000 kinderen met astma.

Astma, een chronische ontsteking van de luchtwegen, is er in allerlei vormen. “Je kunt last hebben van hoesten of benauwdheid”, vertelt Rutgers. “Sommige klachten zijn op te lossen met een pufje, maar er zijn mensen bij wie dat niet helpt. Die krijgen soms te maken met levensbedreigende benauwdheid.”

“Bij een hevige aanval, een hyperreactie, kunnen de longen als het ware dichtslaan. Als je er dan niet op tijd bij bent, kan zo’n aanval iemand fataal worden.”

Een overlijden is volgens het Longfonds een teken dat de zorg niet goed heeft gewerkt. “Voor een deel heeft het ook met de patiënt te maken. Per jaar hebben astmapatiënten misschien één dag contact met een hulpverlener; de rest van het jaar zijn ze op zichzelf aangewezen. Dat gaat lang niet altijd goed: maar 48 procent is wat we noemen ‘therapietrouw’.”


Communicatie

Volgens Rutgers kan de communicatie tussen kinderarts, arts, verpleegkundige en patiënt nog worden verbeterd. “Als zij samen een route uitstippelen en vastleggen voor de patiënt en daar ook gesprekken over voeren, kun je astma beter onder controle krijgen.”

Verder kunnen er met e-health stappen worden gezet. “Je zou bijvoorbeeld een chip in je puffer kunnen doen die in verbinding staat met je telefoon, zodat je een melding krijgt wanneer je een pufje hebt genomen of het juist bent vergeten.”

Het kunnen voorkomen van astma is de droom van het Longfonds. “Ieder jaar worden weer veel kinderen met astma geboren. Het liefst wil je die ziekte vanaf het begin stoppen, maar daarvoor moet eerst meer onderzoek worden gedaan”, zegt Rutgers. “Momenteel wordt bijvoorbeeld onderzocht waarom cellen van mensen met astma zo heftig reageren op bepaalde stoffen, pollen of virussen.”


Begrip

Verder zou Rutgers het fijn vinden als er meer begrip komt voor astma. “Het is een onzichtbare ziekte: niemand ziet dat je eraan lijdt. Mensen die benauwd zijn, zien er soms juist heel gezond uit doordat ze rode wangen hebben. Die krijgen ze echter door de inspanning om lucht binnen te krijgen.”

“Veel mensen met astma willen liever niet klagen, maar dat zorgt er ook mede voor dat te weinig mensen weten hoe heftig het kan zijn. Wij vinden dat patiënten best wat meer aandacht zouden mogen vragen voor hun probleem.”

Mensen met astma zitten niet per se hun hele leven aan de ziekte vast. “Er is een groep kinderen die het min of meer kwijtraakt rond het tiende levensjaar, maar er is ook een groep die het juist krijgt in de puberteit. Dan is er nog een groep die het latere leeftijd nog krijgt. Dat kunnen mensen zijn die te vroeg zijn geboren – dan zijn de longen nog niet volmaakt – en van wie de moeder rookte tijdens de zwangerschap.

Dinsdag is het Wereld Astma Dag. De dag wordt georganiseerd door GINA (Global Initiative for Asthma) om het bewustzijn en de zorg rond astma te verbeteren.

‘Kringloopwinkels hebben het druk na Koningsdag’

“Na Koningsdag zien we een verhoogde activiteit”, meldt directeur Leonie Reinders van de Branchevereniging Kringloopbedrijven Nederland (BKN) aan de NOS.

Veel mensen hebben voor de vrijmarkt hun zolder opgeruimd. En ja, als ze dan hun spullen niet verkopen, hebben ze geen zin om die weer mee naar huis te nemen. Daar profiteren wij dan van.”

Sommige gemeenten zetten echter grote containers bij de vrijmarkt waar mensen na Koningsdag de overgebleven troep in kunnen gooien.

Boetes en waarschuwingen voor onveilig eten tijdens Koningsdag

De inspecteurs van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) deelden verder 89 schriftelijke waarschuwingen uit. Vooral bij particuliere verkopers was er iets mis.

Dat is de uitkomst van in totaal 411 inspecties die vijftig inspecteurs uitvoerden op vrijmarkten en andere festiviteiten, meldde de NVWA vrijdag. Wat precies leidt tot een boete kan een woordvoerster van de NVWA niet zeggen, omdat het per keer verschilt.

“De overtreding is iets zwaarder. En soms had een aanbieder al eens een waarschuwing op zak.” De boetes variëren van 525 tot 1050 euro.Vijftien keer moesten standhouders voedsel weggooien, omdat het niet geschikt was voor consumptie. Soms werd afgekeurd voedsel onbruikbaar gemaakt met een kleurstof.

De meeste overtredingen betroffen eten dat ongaar of niet goed verhit was. Verder hadden verkopers vaak geen gelegenheid om hun handen te wassen of hadden ze geen koelbox of thermometer om de temperatuur van het eten te meten. Donderdag was het vrij koud zodat eten vooraf niet snel bedierf, maar wel koelde eten na bereiding soms te snel af.

’43 procent van de Nederlandse jongeren heeft psychische klachten’

Dat stellen MIND en NPO 3FM naar aanleiding van een onderzoek dat werd uitgevoerd door onderzoeksbureau Newcom in het kader van #openup-week. Die week is bedoeld om openheid bij jongeren te stimuleren over psychische problemen.

80 procent van jongeren met psychische klachten ervaart klachten langer dan 2 maanden en 37 procent van hen is hierover niet open naar andere mensen.  

“Hoewel sommige jongeren er tegenaan zullen lopen dat mensen hen niet begrijpen, stimuleren wij het aangaan van gesprekken met bijvoorbeeld vrienden, familie of de huisarts”, zegt psycholoog Lidewy Hendriks van MIND. “Op deze manier loop je er niet alleen mee rond en kun je worden geholpen. Daarnaast kun je altijd bellen, chatten, appen of mailen met Korrelatie, waar je op begrip en hulp kunt rekenen”, aldus Hendriks. 

Zo’n 65 procent van de ondervraagde jongeren, zowel met als zonder psychische klachten, zou het liefst met zijn ouders over psychische problemen praten. 51 procent zou als eerste naar zijn vrienden of vriendinnen gaan voor een gesprek. Zo’n 91 procent van de respondenten zegt dat vrienden of vriendinnen bij hen terecht kunnen als ze psychische klachten ervaren.

‘Deze zomer veel lastminutereizen naar Turkije’

“Die komt naar verwachting in juni goed op gang als de keuzes om de Middellandse Zee-zon op te zoeken, beperkter zijn geworden”, zeggen woordvoerders van de touroperators in De Telegraaf.

“Turkije zal dan de enige reële optie zijn voor een luxe strandvakantie die niet teveel kost.”

Boekingen naar Turkije lopen op dit moment nog met 40 procent achter ten opzichte van vorig jaar. Naar schatting gaan dit zomerseizoen minder dan 200.000 Nederlanders naar Turkije.

Naast Griekenland zijn Portugal en Italië deze zomer populaire vakantiebestemmingen voor Nederlanders. “De hotelbedden worden steeds schaarser en de prijzen stijgen”, zegt ANVR-directeur Frank Oostdam. “Turkije is keihard nodig om iedereen betaalbaar op vakantie te sturen.”

‘Chemotablet voor thuisbehandeling kankerpatiënten in opkomst’

Farmaceutische onderzoekers van het AVL zijn op dit moment bezig met het ontwikkelen van een chemotablet voor de behandeling van prostaatkanker. Binnenkort start een patiëntenstudie in enkele ziekenhuizen om het middel te testen.

“Je chemotherapie thuis op de bank of in bed innemen met een beetje water, waardoor je minder vaak naar het ziekenhuis hoeft af te reizen. Dat is wat veel patiënten graag willen en waar ze ook om vragen”, zegt Schellens in De Telegraaf.

Op dit moment staan 72 antikankermiddelen bij de Europese geneesmiddelenautoriteiten geregistreerd als capsule of tablet. Die mogen thuis als chemo worden gebruikt. Er zijn echter vele honderden infuusvloeistoffen die patiënten uitsluitend in het ziekenhuis krijgen toegediend.


Minder bijwerkingen

Schellens denkt niet dat orale chemotherapie, die beschikbaar komt voor de “grote vormen van kanker” zoals prostaatkanker, longkanker en borstkanker, de infuuschemo zal verdringen. Wel stelt hij dat tabletten waarschijnlijk minder bijwerkingen hebben omdat ze in lagere doseringen frequenter ingenomen kunnen worden. “Hopelijk zal dat leiden tot minder overgevoeligheidsreacties, minder infecties en ook minder haarverlies.”

Vorig jaar kregen ruim 108.000 Nederlanders de diagnose kanker. Veruit de meeste patiënten worden behandeld met chemotherapie.