De tentoongestelde exemplaren stammen uit de periode van 1850 tot nu.

De kleine koffers zoals we die nu kennen, waren er pas vanaf het einde van de negentiende eeuw. Daarvoor reisden mensen vooral per koets, paard, trekschuit of te voet.

De omstandigheden waren vaak oncomfortabel en gevaarlijk en koffers moesten daarom weerbestendig en robuust zijn.

Toen de stoomtrein en boot hun intrede deden, gebruikten reizigers tapijttassen die ook als kleed konden worden gebruikt in een tochtige onverhitte treincoupé. Later kwamen de spoorwegtassen van wol met afbeeldingen van bloemen of dieren.

Hutkoffers

Voor de luxueuze bootreizen werden hutkoffers gemaakt waarin een uitgebreide garderobe kon. Zo is op de expositie een rijk gevoerd exemplaar te zien met aan de ene kant ruimte voor schoenen en ondergoed en aan de andere kant kledinghaken voor zo’n zestien kledingstukken.

Louis Vuitton maakte als een van de eerste koffermakers vanaf de tweede helft van de negentiende eeuw zeer uitgebreide, duurzame koffersets. Hier zaten ook speciale koffers bij voor bijvoorbeeld boorden, schoenen en hoeden.

Nadat steeds meer mensen vanaf de jaren 70 van de twintigste eeuw het vliegtuig namen, werden koffers en reistassen kleiner, lichter en voorzien van wieltjes.

De expositie is van 12 maart tot en met 31 augustus te zien.