Vaker overgewicht en obesitas bij kinderen van niet-westerse afkomst

Dat

stelt

gezondheidswetenschapper Wim Labree, werkzaam bij de Erasmus Universiteit in Rotterdam. Labree deed jarenlang onderzoek onder een groep van bijna tweeduizend basisschoolleerlingen en hun ouders.

De wetenschapper ontdekte dat in geheel Europa overgewicht en obesitas vaker voorkomen bij kinderen van migranten dan bij kinderen van autochtonen. Deze tendens ziet hij ook terug binnen Nederland.

Bij Turkse gezinnen in zijn eigen onderzoeksgroep is de situatie het meest zorgelijk: ruim 40 procent van deze kinderen is te dik. Bij de andere migrantengroepen varieert dit percentage van 22 procent (westerse migranten) tot 31 procent (Marokkaanse migranten). Dit vormt een contrast met de autochtone Nederlanders, waarbij ongeveer 13 procent van de kinderen overgewicht heeft.

Verschillen

In het proefschrift van Labree wordt duidelijk dat migrantenkinderen en autochtone kinderen verschillen in hun beweging, voeding en slaapduur. Zo bewegen kinderen van migranten minder en slapen ze daarnaast korter dan kinderen van autochtonen.

Labree adviseert meer aandacht te geven aan slaap bij de aanpak van overgewicht en obesitas. Lang genoeg slapen krijgt volgens hem te weinig aandacht, terwijl het wel degelijk van invloed is op gewicht en over het algemeen eenvoudig door ouders bij te sturen is.

Leave a Reply