Dat blijkt uit een onderzoek van het ziekenhuis Maastricht UMC+.
Het gaat om de soort Methanobrevibacter smithii, die één cel groot is. De bacterie werd ontdekt op plekken onder extreme omstandigheden, bijvoorbeeld op de bodem van de oceanen.
Een paar jaar geleden bleek dat hij bij vier op de vijf mensen ook in de darmen voorkomt. Hij helpt daar waarschijnlijk bij het verteren van voedingsvezels. “Het lijkt erop dat mensen de bacterie het hele leven meedragen”, zegt Ilja Arts, hoogleraar moleculaire epidemiologie in Maastricht en leidster van het onderzoek.
Kip of ei
De onderzoekers keken naar de ontlasting van ongeveer vijfhonderd kinderen van zes jaar oud. Vervolgens keken ze hoe het kind zich ontwikkelde in de jaren erna. “Hoe meer Methanobrevibacter smithii, hoe groter de kans op overgewicht. Dit is nu voor het eerst bij kinderen aangetoond”, aldus Arts.
Het is nog niet duidelijk hoe dit verband ontstaat. Er is een kip-of-eiprobleem over de vraag of de kinderen overgewicht krijgen doordat ze veel van de bacterie hebben, of veel van de bacterie hebben door bijvoorbeeld hun voeding. Verder onderzoek moet dat duidelijk maken.