“Dit onderzoek toont aan dat de manier waarop tandartsen omgaan met slechte tanden moet veranderen”, zegt Wendell Evans van de Universiteit van Sydney in een persverklaring. De resultaten zijn gepubliceerd in het tijdschrijft Community Dentistry and Oral Epidemiolog.
“Vullingen zijn voor veel patiënten niet nodig”, zegt Evans. “Lange tijd werd gedacht dat tandbederf snel ontwikkelde en dat de beste manier om daarmee om te gaan was het vroeg te signaleren en meteen te verwijderen om te voorkomen dat er holtes zouden ontstaan. Na het rotte deel te hebben weggehaald, wordt de tand gerestaureerd met vulling.”
Alternatief
Dat is volgens de Australische onderzoekers lang niet altijd nodig. “Na vijftig jaar onderzoek is gebleken dat verval niet altijd razendsnel gaat. Gemiddeld duurt het bijvoorbeeld vier tot acht jaar voordat het bederf aan de buitenkant van een tand doordringt tot de binnenkant.”
Een vulling is volgens hem dan ook niet altijd meteen nodig. “Er is genoeg tijd om het verval te signaleren en te behandelen voordat het een holte wordt en een vulling nodig is.”
De methode die de Australische tandartsen bedachten, bestaat onder meer uit het beter leren poetsen, het vermijden van dranken met toegevoegde suikers en het aanbrengen van een hoge concentratie fluoride op plekken waar holtes dreigen te ontstaan.
De methode is getest bij een aantal tandartsen in Australië wat leidde tot een reductie van dertig tot vijftig procent van het aantal vullingen.