Dat staat in een rapport van Varkens in Nood. De organisatie vergeleek het aandeel varkensvleesproducten met minstens één Beter Leven-ster (een keurmerk van de Dierenbescherming) met tellingen uit oktober 2014.
De belangrijkste onderzochte productgroep is het verse vlees voor bij de avondmaaltijd (zoals filetlappen en slavinken). Gemiddeld draagt 57 procent daarvan in Nederland het Beter Leven-keurmerk, gecorrigeerd op het gewicht van de producten.
Dit percentage verschilt flink per supermarkt. Lidl staat bovenaan met 79 procent, tegen 57 procent in oktober 2014. Bij nummer twee, Albert Heijn, daalde het aandeel vers keurmerkvlees in die periode juist, van 87 procent naar 78 procent. Dirk van den Broek boekte wel weer vooruitgang (van 43 naar 57 procent).
Vleeswaren
Bij Lidl dragen ook vleeswaren, broodbeleg, vaak het keurmerk: gemiddeld 41 procent van de producten. Bij Albert Heijn is dit 15 procent. Het gemiddelde voor alle supermarkten is 11 procent.
Derde onderzochte categorie zijn varkensvleesproducten buiten de koeling (zoals knakworst en rookworst). Daarvan is gemiddeld 23 procent voorzien van Beter Leven-stempel. Diepvriesvlees wordt daarentegen verwaarloosd: het aantal producten met een keurmerk komt in die categorie op 0 procent bij alle onderzochte supermarkten.
Teleurstelling
Ondanks de vooruitgang is Varkens in Nood teleurgesteld in de supermarkten, die in 2013 beloofden op termijn volledig over te willen stappen op keurmerkvarkensvlees. “Het gaat langzaam ondanks dat de overgang slechts een kwestie is van minder varkens in een hok, meer externe controle en beter voldoen aan de wetgeving. LTO Varkenshouderij geeft aan dat de inkoopvoorwaarden relatief makkelijk te realiseren zijn voor varkenshouders.”
De organisatie voert voortaan maandelijkse tellingen uit. “Om te controleren of ze zich aan de beloftes houden.”