Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft hiervoor een subsidie van 1,2 miljoen euro uitgetrokken, meldt het AD maandag.
De bedoeling is dat uiteindelijk iedere basisschool straks een expert heeft die zorgt dat kinderen meer bewegen en op hun voeding letten.
“Als je echt effect wilt, moet je als school voor langere tijd aan de slag gaan en ook de ouders erbij betrekken”, vertelt Vivian Bos van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). Volgens haar gebeurt het stimuleren van een gezonde leefstijl nog te weinig.
De Hogeschool Leiden leidt de proef ‘Specialist Sportieve en Gezonde School’. De groep pabostudenten leert hoe zij ouders bij gezonde lessen kunnen betrekken en hoe ze kinderen ook naast de gymles meer kunnen laten bewegen. Dat kan bijvoorbeeld door het organiseren van spellen tijdens het buitenspelen of door beweging als ‘tussendoortje’ aan te bieden tijdens de lessen.
Afspraken
Volgens projectleider Monique van Ark is het belangrijk dat afspraken worden gemaakt waar alle leraren zich aan houden. “Daar hoort ook bij dat je vooraf met ouders, kinderen en collega’s bespreekt wat je doet met een kind dat toch chips of snoep meeneemt om uit te delen.”
De scholen hopen door middel van deze speciaal opgeleide leraren dat het aantal mensen met obesitas wordt teruggedrongen.