Dat is 5 procent meer dan in 2014, blijkt uit de dinsdag gepubliceerde Thermometer seksuele gezondheid 2015 van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM).
Hierin staan gegevens over het voorkomen van soa’s en hiv onder hoogrisicogroepen in Nederland. In totaal lieten 136.347 mensen een soa-test doen het afgelopen jaar. Dat zijn er 3 procent minder dan het jaar daarvoor.
Bij ruim 17 procent werd daadwerkelijk een of meerdere soa’s aangetroffen. In 2014 had 15,5 procent van de geteste mensen een seksueel overdraagbare ziekte. Bij mannen die (ook) seks hebben met mannen, de zogenaamde MSM, lag dit percentage rond de 21 procent. Dit cijfer is echter wel stabiel ten opzichte van voorgaande jaren.
Soa’s
Het percentage van positieve testen op gonorroe is relatief gelijk gebleven. Het aantal diagnoses van syfilis is met 27 procent gestegen tot 942. Dit komt voornamelijk door de stijging bij MSM. Binnen deze groep vond een stijging van 30 procent plaats terwijl er bij vrouwen en heteroseksuele mannen een daling van 44 procent werd geconstateerd.
In 2015 zijn volgens het rapport 288 nieuwe hiv-diagnoses gesteld. Dat is een daling van 11 procent ten opzichte van 2014. Daarvan werden 260 diagnoses vastgesteld bij MSM. Het aantal hiv-testen bij vrouwen en heteroseksuele mannen is afgenomen met 44 procent.
De reden dat bij vrouwen en heteroseksuele mannen minder soa’s wordt geconstateerd is mogelijk te wijten aan het feit dat jongeren nu alleen op hiv en syfilis worden getest indien zij hiervoor een indicatie hebben.