Voornamelijk geslaagden in het vmbo zijn na de zomervakantie met een nieuwe studie begonnen.
Meisjes met een havo- of vwo-diploma zijn het minst vaak doorgegaan met een vervolgopleiding, blijkt uit cijfers die het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) donderdag heeft bekendgemaakt.
Vmbo
Vmbo’ers studeren zo vaak door omdat zij na hun diploma geen startkwalificatie hebben, concludeert het CBS. Geslaagden met een havo-, vwo-diploma, of een diploma van een basisberoepsopleiding in het mbo hebben een startkwalificatie.
Ruim 90 procent van scholieren die vmbo-b en vmbo-k hebben gevolgd, is een mbo-opleiding gaan volgen. Van de geslaagden van vmbo-t/g is 83 procent direct doorgegaan naar het mbo.
Havo en vwo
Havo-leerlingen die in 2015 hun diploma haalden, zijn in ruim drie kwart van de gevallen naar het hbo gegaan. Bijna 16 procent van de meisjes is niet direct doorgegaan naar een nieuwe studie, tegenover 13 procent van de jongens. Iets meer dan 5 procent is na de havo een vwo-opleiding gaan doen.
Drie kwart van de vwo-scholieren ging vorig jaar door naar het wetenschappelijk onderwijs. Een op de tien vwo’ers koos voor een hbo-opleiding. Ongeveer 15 procent is niet direct doorgegaan met een vervolgopleiding.