De epidemieën komen voor, ondanks de DKTP-prik uit het Rijksvaccinatieprogramma. In 2015 werden zestig patiënten met kinkhoest gemeld. Dat is zes per 10.000 patiënten, ongeveer vergelijkbaar met een jaar eerder.
Tijdens een epidemie stijgt het aantal ziektegevallen onder baby’s tot 6 maanden met een onvolledige vaccinatiestatus. Kinderen worden sinds 1953 in Nederland gevaccineerd tegen kinkhoest. Inmiddels is 96 procent van de kinderen ingeënt.
Vanaf 1996 komt kinkhoest weer vaker voor in Nederland, mogelijk vanwege de verandering van de bacterie sinds de ontwikkeling van het vaccin. Vierjarigen krijgen vanaf 2001 een herhalingsvaccinatie met een nieuw vaccin.
De hoestbuien die iemand met kinkhoest ervaart lijken op normale buien, maar gaan na een aantal weken over in een hevige hoest. Deze hoest kan één tot drie maanden aanhouden. Bij kinderen en baby’s zijn de verschijnselen heviger dan bij volwassenen. Kinkhoest is een zeer besmettelijke infectie van de luchtwegen.
Kinkhoest komt het vaakste voor bij kinderen van nul tot negentien jaar oud.
Gezondheidsraad
De Gezondheidsraad heeft in 2015 geadviseerd om zwangere vrouwen standaard een kinkhoestvaccinatie aan te bieden. Zo kunnen volgens de Raad jonge, nog niet volledig gevaccineerde baby’s, beter worden beschermd. Hierover neemt de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport binnenkort een besluit.
Het NIVEL houdt middels peilstations, 38 huisartspraktijken met zestig huisartsen, wekelijks het aantal zieken en soorten ziekten bij.