“Als je dan ziet hoe weinig mensen daar tegenin gaan…Ook op tv”, zegt Blaauw in een interview met Nieuwe Revu. “Iedereen is natuurlijk bezig met zijn lijn en als iemand vertelt wat je moet doen, of het nou dokter Frank is of Sonja Bakker, zie je meteen hordes mensen er achteraan gaan.”
De chef-kok is in 2014 The Fat Dog begonnen, een restaurantketen waar hij hotdogs serveert. Steeds meer gerenommeerde koks beginnen hun eigen frites- en hamburgertent, een haute-fastfood-trend. “Die trend komt voort uit de behoefte aan comfortfood en -snacks”, vertelt Blaauw. “Maar dan met wat meer klasse. En de hotdog is een snack die iedereen lekker vindt. Onze fat dog moet een cadeautje zijn om op te eten, het liefst in combinatie met een gin-tonic of champagne.”
Geen zakjes
Blaauw vindt dat je met eten moet blijven opletten en gewoon gezond moet leven. “Mijd de poedertjes en zakjes. Gebruik geen lightproducten, maar ga lekker sporten en eet ook lekker roomboter en kaas en dat soort dingen. En elke dag vlees hoeft ook niet.” Hij biecht op dat ze bij hem thuis ook lange tijd nog kookten uit zakjes. “Een jaar of vier geleden zijn wij thuis ook begonnen alle pakjes en zo af te schaffen.”
Hij sluit uit dat hij in de toekomst nog op televisie te zien is als jurylid. “Dat zit er niet meer in, denk ik. Dan moet ik teksten gaan zeggen die niet mijn teksten zijn. Of zoals bij Junior Masterchef na anderhalf uur een gerecht proeven en moeten zeggen: Dit is wel lekker en ook goed op temperatuur. Dat is niks voor mij.”
Op reis
“Een reisprogramma, zoals Anthony Bourdain voor 24Kitchen doet”, dat zou hij nog wel willen maken. “Dirk Zeelenberg en ik hebben nog een pilot gemaakt met René Redzepi, de chef van Noma in Kopenhagen. Iedereen was hartstikke enthousiast, maar opeens gingen Martijn Krabbé en Herman den Blijker op reis. Dat is ook Hilversum.”
“Ik krijg nog steeds heel veel aanvragen. Ik doe af en toe wat voor Humberto Tan en RTL Boulevard. En ik geef nog een stuk of vijftig lezingen per jaar voor bedrijven. Maar ik merk aan mezelf: het is even genoeg zo. Voorlopig doe ik geen pers meer.”