Zij woonde zes maanden in Oost-Groningen om samen met dertien gezinnen onderzoek te doen naar hun voedingskeuzes. 

Visser: “Wat ik sterk naar voren zag komen is dat het niet expliciet gaat om het maken van een gezonde of ongezonde keuze, helemaal binnen een gezin met kinderen die ook een rol spelen bij deze keuze. Kinderen kijken veel meer naar smaak. Ouders vinden het belangrijk dat hun kinderen lekker aan tafel zitten, of ze gelukkig zijn en of er niet teveel gedoe aan tafel is.”

Visser stelt dat het bij grootouders weer anders ligt. “Zij kiezen vooral voor eten dat ze leuk en gezellig vinden. Dus als je je gezondheidsboodschap richt op wat ouders bepalen binnen een gezin, bereik je niet de volledige doelgroep.”

Visser pleit er dan ook voor om naar alle beweegredenen te vragen als er voeding gekozen wordt. De focus zou teveel op de medische kant liggen. “Er wordt nooit gevraagd: word je gelukkig van de keuzes die je maakt?”, besluit Visser.