‘Personen met migratieachtergrond hebben minder vaak vaste baan’

Dit staat in het Jaarrapport Integratie 2016, dat het Centraal Bureau voor de Statistiek maandag uitbracht.

Tussen 2009 en 2016 is de arbeidsparticipatie van personen met een achtergrond uit de vier grootste niet-westerse herkomstgroepen sterker gedaald dan die van personen met een Nederlandse achtergrond. Daarmee hebben de economische omstandigheden van de afgelopen jaren voor hen meer gevolgen gehad. Zij hebben ook relatief vaker een flexibele arbeidsovereenkomst.

Daarbij stromen personen uit de nieuwe EU naar verhouding vaak uit naar geen werk zonder uitkering en minder vaak naar een uitkeringssituatie.


Polen

In 2016 woonden er voor het eerst meer dan 150 duizend inwoners van Poolse herkomst in Nederland, ongeveer evenveel als personen met een Antilliaanse achtergrond. Voor Polen die zich in 2013 en 2014 vestigden is nagegaan waar ze vandaan komen en waar ze gingen wonen.

Dat deden ze vooral in de land- en tuinbouwgebieden waar ze werk vonden. Van de recent geïmmigreerde Polen had 71 procent eind 2014 een baan, en ontving 6 procent een werkloosheidsuitkering.

De migratieachtergrond is voor sommige groepen nog zichtbaar in de derde generatie, bijvoorbeeld in onderwijsprestaties. Deze generatie heeft zelf geen migratieachtergrond, maar een van hun ouders wel.

Leave a Reply