Meer jonge rokers in Nederland

Dat blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek, Trimbos-instituut en RIVM.

Het is voor het eerst in jaren dat er weer een stijging op te merken is in het aantal jonge rokers. Tussen 2001 en 2006 daalde het aantal van 42 naar 34 procent en van 2011 tot en met 2013 bleef het aantal stabiel op 32 procent.

Jongeren blijken volgens de cijfers van het CBS vaker te roken dan de groep van 25-plussers. 25 procent van deze groep rookt wel eens.

Een woordvoerder van het CBS laat weten dat er een nieuwe enquêtemanier is gebruikt, wat mogelijk de resultaten heeft beïnvloed.


Riskant

Het aantal jonge rokers wekt zorgen op bij het CBS. “Ruim een derde is veel. Het is ongezond en riskant om met roken te experimenteren. Tabak is een zeer verslavend middel”, zegt een woordvoerder aan De Telegraaf.

Ook drinken 18- tot 25-jarigen meer. Ruim 14 procent valt in de categorie ‘overmatige drinker’. Dat geldt voor negen procent van 25 jaar en ouder. Men valt in de categorie overmatige drinker wanneer er meer dan 21 glazen per week worden gedronken (mannen) of meer dan 14 glazen per week (vrouwen).

Verder blijkt uit de onderzoeksresultaten dat 23 procent van de 18- tot 25-jarigen in de twaalf maanden voorafgaand aan de enquête cannabis heeft gebruikt. Een kleine vijf procent van de 25-plussers gebruikte de softdrug in die periode.

Opvallend verschil tussen de jongvolwassenen en 25-plussers is ook dat de eerste groep vaker meerdere genotsmiddelen gebruikt. 17 procent gebruikt twee middelen, tegenover zes procent van de 25-plus-groep. 65 procent van de 18- tot 25-jarigen die twee middelen gebruikt, geeft aan zowel te roken als cannabis te gebruiken.

Leave a Reply