Dat blijkt uit promotieonderzoek van arts-onderzoekers Judith Schouten en Katherine Kooij van het AMC en het Amsterdam Institute for Global Health and Development.
In tegenstelling tot eerder onderzoek werd er nu een vergelijking gemaakt tussen hiv-patiënten en mensen die zich lieten testen op het virus. Deze groep liep dus wel risico op infectie en was daarom goed vergelijkbaar met de groep patiënten.
Eerder werd de gezondheidsstatus van mensen met hiv vergeleken met niet-patiënten uit de algemene bevolking. Schouten onderzocht voor de studie ruim 1.100 personen van 45 jaar en ouder.
Hart- en vaatziekten
De deelnemers moesten gedurende het onderzoek eens per twee jaar lichamelijke tests ondergaan. Daarbij moesten ze ook vragen beantwoorden over hun werk en stemming.
Uit de resultaten bleek dat ziekten als kanker, botontkalking en suikerziekte vaker voorkomen bij hiv-patiënten. Hart- en vaatziekten kwamen twee keer zo vaak voor bij de patiëntengroep.
Als mogelijke verklaring ziet Schouten de voortdurende ontstekingsreactie waar mensen met hiv last van hebben. “Als een smeulend vuurtje dat nooit meer uitgaat. Dat is schadelijk voor het lichaam. Alle patiënten hebben een dip gehad in hun afweer. Hoe dieper die dip, hoe groter de kans op ouderdomsziekten”, zegt zij tegen de NOS. Ook kunnen de pillen die zij slikken mogelijk bijwerkingen hebben die klachten opleveren.
Schouten laat weten dat de deelnemers voor een langere periode gevolgd moeten worden om de resultaten meer betrouwbaar te maken. Ze pleit voor een continuering van de studie van tien of wel twintig jaar, waarbij de deelnemers elke twee jaar gecontroleerd moeten worden op hun gezondheid.