Geitenzuivel ‘niet per se gezonder’ dan koemelk

“Geitenzuivel heeft een positiever imago gekregen”, vertelt Kasper Hettinga, universitair hoofddocent op het gebied van zuivelkunde. “Er is een groep consumenten die denkt dat het beter en gezonder is.” 

“Zuivel staat al tijden in een negatief daglicht”, zegt culinair journalist Carina Noordervliet. “Er wordt steeds meer aangetoond, of in elk geval beweerd, dat koezuivel slecht voor je is. Helemaal wetenschappelijk bewezen is dat nog niet. Daarnaast is geitenzuivel populair geworden voor mensen met een lactoseintolerantie. Ik vind geitenzuivel een mooi alternatief voor koeproducten.” 

Geitenzuivel zou echter slechts in weinig gevallen wel worden verdragen door mensen met een koemelkallergie. Daarnaast zijn er relatief weinig mensen allergisch. “Als je naar internationale cijfers kijkt, neemt het aantal allergieën slechts licht toe”, zegt Hettinga. “Koemelkallergie komt vooral voor bij jonge kinderen in hun eerste twee levensjaren. Vaak zijn ze er op hun derde dan vanaf, ze zijn er dan overheen gegroeid.”

“Mensen eten wat, krijgen last van hun maag en schrijven dat dan toe aan een eventuele lactose-intolerantie. Maar na onderzoek in het ziekenhuis blijkt dan dat er niets concreet mankeert.” 


Experimenteren

Dat schrijft hij toe aan het feit dat er op internet veel beweringen worden gedaan over de gezondheidsvoordelen van geitenzuivel. “Veel mensen denken  - ten onrechte - dat geitenzuivel wel geschikt is voor mensen met een lactose-intolerantie. Dat klopt niet, want 90 procent van de mensen met een allergie voor koemelk reageren ook slecht op geitenzuivel. Het is dus gevaarlijk om mee te experimenteren.” 

Ook zou geitenzuivel beter verteerbaar zijn. “Geitenmelk bevat kleinere vetbolletjes dan koemelk, maar de melk die in de supermarkt wordt verkocht is zo aangepast dat de vetbolletjes daarin ook kleiner zijn, om te voorkomen dat het vet boven komt drijven. Vergeleken met rauwe melk is geitenmelk dan wel weer beter verteerbaar.” 

Volgens Hettinga wil de consument vaker geitenzuivel omdat ze minder behoefte hebben aan bulkproducten. “Niet alleen wat betreft zuivel, ook bijvoorbeeld met vlees of brood is dat het geval. Ze denken dat nicheproducten gezonder zijn, maar daar is geen bewijs voor.”


Duur

De consumptie van geitenzuivel is toegenomen, maar dat gaat niet om hele grote hoeveelheden stelt Hettinga. “Het is relatief (als percentage) sterk gestegen, in absolute aantallen is dat niet veel.” Hettinga verwacht ook niet dat de consumptie nog enorm gaat stijgen in de toekomst. “Het is duur om geitenmelk op grote schaal te produceren.”

Dat geldt ook voor andere alternatieven, zoals melk van bijvoorbeeld paarden, schapen en buffels. “Schapenmelk lijkt qua samenstelling op geitenmelk, maar de productie daarvan kost nog meer en daarom zal dat niet zo’n vlucht nemen. Het kost veel voer en je krijgt er weinig product voor terug, zonder dat het echt een wezenlijk voordeel oplevert.”

“Over kamelenmelk wordt weleens beweerd dat het magische eigenschappen bevat, maar het is niet meer bijzonder dan koemelk. Het merendeel van de melk zal altijd door koeien worden geproduceerd. Andere melksoorten worden echt gemaakt voor de liefhebber.”


Sojamelk

Ook plantaardige varianten zijn steeds vaker in het schap terug te vinden. “Sojamelk is daarvan de grootste. Voedingswaardetechnisch lijkt sojamelk het meest op koemelk – er worden calcium en vitamines aan toegevoegd - en het is daarom een redelijke vervanger”, zegt Hettinga. “Sojamelk is bovendien ook rijk aan eiwit. Daarom heeft het ook een witte kleur.”

“Andere producten, zoals rijst- en amandelmelk, scoren vanuit voedingstechnisch oogpunt slechter. Ze worden ook vaak opgeluisterd met suiker of zoetstoffen om de minder lekkere smaak te maskeren, zodat de consument het product toch koopt.”

Volgens Noordervliet is geitenmelk wel populairder dan een plantaardig alternatief zoals sojamelk, aangezien dit ook weer negatieve kanten heeft. “Op gezondheidsfront dus, maar ook omdat het minder goed is voor het milieu en er bossen gekapt moeten worden voor de productie van deze zuivelalternatieven.”

Daar moet wel bij worden aangemerkt dat veruit het grootste deel van de wereldwijde soja-landbouw is bestemd voor veevoer, niet voor menselijke consumptie. De negatieve milieu-effecten van het cultiveren van soja voor de productie van sojamelk zijn veel kleinschaliger.

Toch kun je beter je eigen zuivelalternatief maken, vindt Noordervliet. “Je weet dan precies wat erin zit en bent zeker dat er niks aan toegevoegd is. Het kan zijn dat er bij bepaalde producten hard ‘geschreeuwd’ wordt op de verpakking. Het zou heel gezond zijn en boordevol amandelen zitten, maar uiteindelijk blijkt dit maar 2 procent te zijn.”

“Dat staat echter altijd vermeld bij de ingrediëntenlijst en de voedingswaarde. Dat is verplicht. Dus het is gewoon erg belangrijk dat je etiketten leest. Altijd handig om in de gaten te houden is dat van het product dat als eerste vermeld staat in een ingrediëntenlijst, daar het meeste van in zit.”

Leave a Reply