Dit blijkt althans uit het promotieonderzoek van Eline Möller, dat donderdag wordt gepresenteerd aan de UvA, zo meldt De Volkskrant.
Möller startte het onderzoek omdat ze beter wilde leren begrijpen hoe het gedrag van ouders angstgevoelens bij kinderen dempt of juist vergroot. Volgens internationaal onderzoek heeft ruim één op de tien kinderen tussen zes en twaalf jaar oud last van een angststoornis.
Kinderen bestuderen de emotionele gezichtsuitdrukking van hun ouders, bijvoorbeeld in spannende situaties. Deze uitdrukking wordt veelal door het kind gekopieerd.
Test
Voor het onderzoek onderzocht Möller de reacties van 81 baby’s die over een spannende afgrond van een plexiglasplaat moesten kruipen. De reacties van de ouders en de baby’s werden gefilmd. Het bleek dat hoe banger de vader keek, hoe banger het kind zelf werd. De reactie van de moeders had duidelijk minder indruk.
“Evolutionair gezien hadden vaders meer te maken met zaken als wilde dieren en rivaliserende soortgenoten. Moeders bekommerden zich meer om voeden en geruststellen”, aldus Möller.
“Zo kun je zeggen dat vaders meer expertise hebben met dreigend fysiek gevaar. Kinderen lijken hun gezichtsuitdrukkingen daarom serieuzer te nemen”, besluit ze.