Foto: Wenn
Dat meldt Women’s Wear Daily.
Franco filmde de reclamespot, Techno Color Sunglasses genaamd, in het beroemde Chateau Marmont hotel in Los Angeles. De acteur speelt zelf de hoofdrol, samen met model Natalia Bonifacci.
Het modehuis werkt al langer samen met Franco. Zo is hij onder meer het gezicht van een campagne voor de mannengeur Gucci Made To Measure.
Foto: Thinkstock
Dat blijkt volgens het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) uit maandag gepubliceerd onderzoek naar sociale en persoonlijke kenmerken van sportbeoefenaars.
Veel kinderen doen tot hun veertiende jaar aan sport. In de puberteit neemt de animo geleidelijk af, zo constateren de onderzoekers. Dat geldt zowel voor het wel of niet beoefenen van sport als voor de tijd die de sporters eraan besteden.
Hoewel een baan of bijbaantje er wel toe leidt dat sportende jongeren er de brui aan geven, gaan de wel-sporters niet korter sporten. Wie begint met uitgaan en er anderszins op uittrekt en toch blijft sporten, doet dat juist langer dan voorheen. En hoewel computeren en internetten dus geen absolute sportkiller is, blijft er wel minder tijd over voor sport.
Jongeren waren niet de enige groep die door het SCP onder de loep werd genomen. Ouderen, volwassenen met jonge kinderen, mensen met beperkingen, allochtonen, lageropgeleiden en mensen met een laag inkomen blijken minder aan sport te doen dan hun tegenpolen.
Volwassenen tussen de 20 en 49 jaar met thuiswonende kinderen sporten minder dan hun leeftijdsgenoten zonder kinderen. Vooral vrouwen met een baby of peuter doen minder aan sport, zo blijkt. Als het kind naar school gaat, gaan vrouwen weer meer sporten.
Onder 50-plussers valt op dat sociale steun en contacten van belang zijn om te blijven bewegen. Vooral 65-plussers die lid zijn van een sportvereniging hechten aan hun sportcontacten.
In het onderzoek van het SCP werd gekeken naar persoonlijke en sociale kenmerken van sportbeoefening. Het ging bijvoorbeeld niet over fysieke of omgevingsfactoren.
Tot die conclusie komen onderzoekers van de Northwestern University Feinberg School of Medicine. “Hoe vroeger op de dag je blootgesteld wordt aan daglicht, des te lager je BMI”, aldus onderzoeker Kathryn Reid. “En hoe later het wordt, des te hoger.”
De invloed van het ochtendlicht op het lichaamsgewicht bleek onafhankelijk van de mate van beweging, calorie-inname, slaap, leeftijd en seizoen. Het lijkt verantwoordelijk voor ongeveer 20 procent van iemands BMI.
“Licht is heel belangrijk om onze biologische klok te synchroniseren”, legt hoofdonderzoeker Phyllis Zee uit. “We moeten meer naar buiten tussen 8 uur ‘s ochtends en het middaguur. Ongeveer 20 tot 30 minuten is voldoende om invloed te hebben op je BMI.”
Als je gedurende de dag niet genoeg licht binnenkrijgt, verstoort dat je biologische klok. Deze klok zorgt ervoor dat allerlei processen in het lichaam – de temperatuur, bloeddruk, stofwisseling – goed op het moment van de dag zijn afgestemd. Als je metabolisme verandert, kan dat dus grote gevolgen hebben en leiden tot gewichtstoename.
Uit het onderzoek blijkt dat 500 lux (eenheid voor verlichtingssterkte) al voldoende is. Binnen haal je deze lichtintensiteit meestal niet, maar zelfs op een bewolkte dag is het licht buiten meer dan 1000 lux.
Bij het onderzoek waren 54 mensen betrokken met een gemiddelde leeftijd van 30 jaar. De resultaten zijn gepubliceerd in het online tijdschrift PLOS One. Op welke manier licht exact invloed heeft op het gewicht en lichaamsvet moet nog verder onderzocht worden.
Mensen met ernstig overgewicht zijn wel in staat om af te vallen, maar slagen er vaak niet in om op het lage gewicht te blijven. Dat vereist een omslag in het (eet)gedrag.
Uit analyse van de genen van 30 personen met extreem overgewicht bleek dat zij vaker dan verwacht drager zijn van bepaalde varianten van de zogenaamde protocadherine-genen. Deze varianten lijken gepaard te gaan met een verminderde werking van protocadherines in de hersenen, eiwitten die verantwoordelijk zijn voor verbindingen tussen zenuwcellen. Het idee is nu, dat de noodzakelijke omschakeling in de hersenen voor gedragsverandering daardoor wordt bemoeilijkt.
De resultaten van dit onderzoek zijn deze week verschenen in het wetenschappelijke tijdschrift Genes & Nutrition.
“Onderzoek heeft uitgewezen dat ernstig overgewicht een gevolg is van leefstijl, maar ook van erfelijke aanleg. Die erfelijke aanleg wordt momenteel niet goed begrepen. Met de ontrafeling van het menselijke erfelijke materiaal zijn al vele erfelijke factoren voor overgewicht bekend geworden, maar bij elkaar verklaren zij minder dan 10 procent van de aanleg voor overgewicht in de bevolking. Een groot deel van die aanleg is dus nog zoek. Deze studie voegt weer iets toe aan onze kennis.”, aldus de eerste auteur van het onderzoek, prof. dr. Edwin Mariman.