‘De megagrote baard is niet voor iedereen weggelegd’

Een tijdlang was de baard niet uit het straatbeeld weg te denken. De snor lijkt daarentegen weer in opkomst te zijn. Robert-Jan Rietveld van de Rotterdamse barbier Schorem herkent deze trend deels.

“Zeven jaar geleden was ‘the handlebar-snor’ de shit, van die krullen met een dot wax erin. Nu zie je vaker de wat meer getrimde ‘Don Juan’ en ‘Zorro’-snorretjes. Toen ik jong was had echt iedereen een snor, maar vijftien jaar geleden werd je er juist weer om uitgelachen. En over dertig jaar schieten we sowieso weer in de lach als we foto’s zien van hoe we er toen bijliepen. Dat is toch prachtig?” 


Eigen stijl

Toch kiezen mannen minder vaak voor alleen een snor als gezichtsbeharing, zegt Mark van Mierlo van De Meesterbarbier. “De meeste klanten hebben een snor en baard.” Enige tijd geleden was het zo dat baarden en snorren niet groot en lang genoeg konden zijn, vertelt hij. “We zien nu een stabilisering en zien dat mensen een beetje hun eigen stijl ontwikkelen.”

Kortere baarden worden vaker gedragen, zegt Van Mierlo. “In diverse vormen: de een draagt hem wat breder, de ander wat ronder of voller. We verwachten dat dit even blijft aanhouden, maar het kan zomaar zijn dat de lange baarden weer populairder worden.”

“Bij ons zie je toch vooral veel baarden van ongeveer vier à vijf centimeter, en dan het liefst netjes getrimd”, aldus Rietveld. “De megagrote baarden zie je ook veel, maar dat is nu eenmaal niet voor iedereen weggelegd. Je moet dan gezegend zijn met een goede implant en dikke, sterke baardharen. De mannen die dat geluk hebben behandelen dat haar vaak als een bonsaiboompje. Ik kan ook echt jaloers zijn op een echt mooie baard.”

Mannen lijken dus minder vaak voor een (grote) baard te kiezen. “Als veel mannen er opeens hetzelfde uitzien, kan dat ergernis opwekken”, aldus Rietveld. “Ik kan me heel goed voorstellen dat iemand die al twintig jaar een baard heeft de laatste jaren denkt: waarom lopen er opeens allemaal zogenaamde houthakkers in de stad? Je houdt dat niet tegen, zo ontstaan trends nou eenmaal. Sommigen doet eraan mee, sommigen zetten zich er van af, in dit geval door hun haar of baard te laten staan of te scheren.” 

De barbier, een traditionele kapperszaak waar mannen hun gezichtshaar kunnen laten trimmen maar ook kunnen genieten van een sigaar of glas whisky, maakte enkele jaren geleden een opleving mee. “De barbier gaat nooit meer uit het straatbeeld verdwijnen”, verwacht Rietveld. “Ik denk dat we gewoon vergeten waren hoe belangrijk het is om naar een gespecialiseerde zaak te gaan. Het is een plek waar barbiers werken die gespecialiseerd zijn in het gezichthaar van mannen. Het herenvak is een totaal ander beroep dan het damesvak.”

“Er zijn ook verkiezingen onder barbershops gaande”, aldus Van Mierlo. “Het is een plek waar mannen even naartoe kunnen voor een ontspannen behandeling, een gezellig gesprek en even tijd voor zichzelf.”

Rietveld beaamt dit. “Het is naast een plek waar je je haar kunt laten doen ook vooral een plek waar een ongedwongen conversatie plaatsvindt. We zien het als een verloren kunst: communicatie door gewoon te praten met je buurman, in plaats van je mening op Facebook te delen. Dankzij de komst van de barbershops kunnen mannen gewoon lekker kiezen waar ze heengaan, in plaats van gedwongen te worden naar de salon van hun moeder te gaan.”


Grootste fout

Baarddragers wordt door Van Mierlo aangeraden om hun exemplaar iedere paar weken te laten onderhouden. “Dan kan de vorm er weer strak in worden gezet en kunnen mensen baardproducten aanschaffen. Baardolies en –balsems zijn belangrijk om ‘m in model te houden en te verzorgen.     

Rietveld heeft ook advies voor mannen die hun gezichtshaar thuis willen bijhouden of laten groeien. “Gebruik de juiste producten, dat doe je voor je kapsel ook. Helaas bestaat er niets dat het sneller laat groeien, dat zijn allemaal fabeltjes. Je moet gewoon geduld hebben en ondertussen je barbier om advies vragen. De grootste fout is om het te hard te proberen. Als je pech hebt gehad bij het uitdelen van haar, haal die twaalf haren er gewoon vanaf.”

‘Kinderen leren levensles sneller van menselijk kinderboekpersonage’

De onderzoekers lazen een verhaaltje voor aan iets minder dan honderd kinderen tussen de vier en zes jaar oud. Ze gebruikten hiervoor het boek Mary Packard’s Little Racoon Learns to Share, waarin dieren met menselijke eigenschappen leren dat delen een goed gevoel geeft.

Een ander deel van de groep kreeg een versie van het verhaal waarin de illustraties met de dieren werden vervangen door tekeningen van mensen. De laatste groep fungeerde als controlegroep kreeg een compleet verschillend boek, met informatie over zaadjes voorgelezen.


Stickers

Voor het voorlezen moesten de kinderen tien stickers uitkiezen die ze mee naar huis mochten nemen. Daarbij werd hen verteld dat een ander kindje dit niet mocht. Hierbij werd gesuggereerd dat zij de stickers mochten delen met het andere kindje, door ze in een envelop te stoppen en deze weg te geven als de onderzoeksbegeleider er even niet bij was.

Na het lezen van het verhaal mochten de kinderen nogmaals tien stickers uitkiezen en werden zij weer gevraagd de plaatjes te delen met een kind dat geen stickers had gekregen. Er werd bekeken hoe veel kinderen dit deden. 

De kinderen die een verhaal voorgelezen kregen uit het boek met de illustraties waarin mensen te zien waren, gaven doorgaans vaker hun stickers weg dan de kinderen in de andere twee groepen.   

Sterker nog, de kinderen die een verhaaltje voorgelezen kregen uit het boek waarin de dieren te zien waren, leken iets egoïstischer. Volgens de onderzoekers is dit resultaat “verrassend”, aangezien er in heel veel kinderboeken gebruik wordt gemaakt van dieren om een les te leren of verhaal te vertellen. 

Het onderzoek is gepubliceerd in Developmental Science.