De rode kool

Maak eerst de gesmoorde rode kool. Je kunt dit van te voren maken en opwarmen op moment van serveren. Snijd twee sjalotjes en de rode kool fijn. Bak de sjallotjes in een pan met dikke bodem met wat olie totdat ze glazig zijn, voeg dan de rode kool toe en laat een paar minuten mee bakken. Voeg de specerijen en de bouillon toe, doe de deksel op de pan en laat ongeveer 40 minuten smoren op laag vuur.

De eend

Verwarm de oven voor op 180°C. Snijd in het vel van de eendenborstfilets met een scherp mes en bestrooi royaal met zout en peper. Verhit een ovenbestendige koekenpan op laag vuur en leg hier de eend, met vel naar beneden, in. Bak de eend langzaam gedurende 10-15 minuten, zodat al het vet eruit komt, totdat het vel knapperig begint te worden. Zet het vuur hoger totdat het vel overal knapperig bruin is, draai dan pas de filets om en bak de andere kant nog 2 minuten. Zet 3 minuten in de oven, zodat de eendeborstfilets stevig zijn aan de buitenkant maar nog mooi roze van binnen. Haal de pan uit de oven en bedek het met aluminiumfolie en laat 10 minuten rusten.

De aardbeien- en rode wijnsaus

Haal het vet uit de koekenpan met eendeborstfilets. Doe deze in een andere koekenpan en voeg dan de laatste fijngesneden sjalot toe. Bak dit gedurende 5 minuten, zorg ervoor dat het niet aanbakt. Voeg de rode wijn en de port toe en laat 8 minuten inkoken. Voeg daarna de bouillon en de schoongemaakte en gehalveerde aardbeien toe. Kook gedurende 10 minuten en voeg als laatste de boter toe. Voeg peper en zout toe naar wens.

Serveer op een bord met eerst de gesmoorde rode kool, daarop een eendeborstfilet en tenslotte en grote lepel van de saus.