De meeste fruitsoorten zijn bijvoorbeeld prima in te vriezen. Wel is het belangrijk dat het fruit de juiste rijpheid heeft. Overrijp fruit kun je beter niet gebruiken. Alleen rijpe bananen – zonder schil – zijn wel geschikt om in te vriezen.

Ontpitten

Fruit met pitten moet je ontpitten. Bij aardbeien is het ook slim om de kroontjes te verwijderen. Meloen invriezen gaat het handigst in hapklare brokjes en ook appels, peren, pruimen en perziken kun je na het schillen het beste in partjes snijden. Appels en peren zijn daarnaast ook gebaat bij een beetje citroensap.

Voor je het fruit invriest, is het belangrijk dat je het eerst laat drogen. Daarna plaats je het op een schone bakplaat. Leg het fruit niet te dicht op elkaar. De bakplaat plaats je in de vriezer voor zeker 24 tot 48 uur. De vruchten zijn dan bevroren en zitten niet aan elkaar geplakt. Daarna kun je het fruit verpakken in pakjes of zakjes.

Als je fruit goed en snel invriest blijven de voedingswaarden zo goed als gelijk aan die van vers fruit. In de vriezer blijft het fruit nog zo’n acht tot twaalf maanden goed.

Blancheren

Ook de meeste groente kun je invriezen. Wel geldt: hoe meer vocht een groente bevat des te ongeschikter is het om deze in te vriezen. Sla invriezen lijkt bijvoorbeeld prima te gaan, maar na het ontdooien is de sla eigenlijk niet meer bruikbaar.

Bij groenten is het van belang om ze eerst te blancheren. Dit is niet alleen erg handig – de meeste groenten worden kleiner – maar ook noodzakelijk. Door het blancheren behouden de groenten hun voedingswaarden en kwaliteit.

Om te blancheren houd je de groente 1 tot 3 minuten in kokend water. Zorg daarna dat de groente goed en snel afkoelen door ze onder stromend koud water te houden of te dompelen in een ijsbad. Dankzij het afkoelen, houdt de groente zijn kleur en blijven voedingswaarden behouden. Na het uitlekken, kun je de groente luchtdicht verpakken en invriezen.

Wecken

Een andere geschikte conserveringsmethode is wecken. Door de verhitting worden schadelijke micro-organismen uitgeschakeld. Je kunt vruchten wecken in water of suikerstroop. In een suikeroplossing houdt fruit beter zijn smaak of geur.

De hoeveelheid suiker die daarvoor nodig is, hangt af van de fruitsoort. Voor aardbeien, frambozen, kersen, peren en perziken is ongeveer 300 gram suiker per liter water voldoende. Bij rabarber of aalbessen kun je beter iets meer nemen, zo’n 500 gram. Los de suiker op in kokend water.

Gebruik voor het wecken schone flessen of potten. Maak het fruit schoon en overgiet het in de pot met het (suiker)water. Zorg ervoor dat de vruchten net onderstaan. De afgesloten potten weck je vervolgens volgens recept in een weckketel, oven of magnetron.

Rauwe en gekookte groentemengsels worden soms ook geweckt. Het Voedingscentrum raadt dit echter af vanwege het risico op botulisme. De botulismebacterie groeit goed in een omgeving zonder lucht en een pot geweckte groente is daarom de ideale omgeving. Het wecken van fruit is volgens hen wel veilig omdat de bacterie niet kan groeien door de zuren uit het fruit. Als je de groente weckt in azijn of voor gebruik nog 15 minuten kookt, krijgt de bacterie geen kans.

Jam

Zelfgemaakte jam uit eigen keuken is natuurlijk ook een traktatie. Daarbij is het ook een ideale manier om het zomergevoel vast te houden. Er zijn manieren om jam te maken zonder suiker, maar suiker versterkt niet alleen maar de smaak van je fruit. Het draagt ook bij aan de houdbaarheid van je jam.

Je kunt zelfgemaakte jam namelijk wel tot een jaar bewaren. Zorg er dan wel voor dat je de vruchten in een schone pot doet. Na het bereiden doe je de hete jam in de schone potten, sluit de pot direct af en zet de pot op zijn kop. De hitte van de jam perst de overtollige lucht uit de pot. Dit komt de houdbaarheid ten goede. Na vijf minuten mogen de potten weer rechtop gezet worden en kan de jam rustig afkoelen.