‘Nederlanders vaak ziek door ongezonde woningen’

Dat blijkt uit Healthy Homes Barometer studie, uitgevoerd door de Universiteit van Humboldt onder 14.000 Europeanen.

“In de westerse wereld leven we circa 90 procent van onze tijd binnen, zoals op school, werk en thuis. Velen realiseren zich niet dat er nogal wat ziekten en aandoeningen worden veroorzaakt door binnen verblijf”, stelt Philomena Bluyssen, professor indoor environment aan de Technische Universiteit Delft.

De klachten zijn te wijten aan een slecht binnenklimaat van woningen en gebouwen, wat wordt veroorzaakt door onvoldoende natuurlijke ventilatie en daglicht. 27 procent van de Nederlanders beschouwt hun eigen gezondheid als onder gemiddeld. Bijna de helft (49 procent) heeft last van verminderde energie en lusteloosheid.

In Nederland is vocht (22 procent) en onvoldoende frisse lucht (24 procent) een probleem. Het gevolg is dat bijna zeven op de tien Nederlanders geen goede slaapomstandigheden heeft.


Maatregelen

In de studie is onderzocht welke maatregelen inwoners in verschillende Europese landen nemen om hun woonomstandigheden te verbeteren. In Nederland wordt vaak niet in huis gerookt, het huis gelucht en tijdens het koken wordt een afzuigkap gebruikt. Daarmee zijn Nederlanders in Europa gemiddeld bezig om de woonomstandigheden beter te maken. In Denemarken, Spanje en Frankrijk worden meer maatregelen genomen, zoals het regelmatig schoonmaken van het huis en het vermijden van muur-tot-muur tapijt.

Volgens onderzoekers moet worden gelet op goede slaapomstandigheden, voldoende natuurlijk licht, frisse lucht, comfortabele binnentemperatuur en een gezonde vochtigheidsgraad om het binnenklimaat van de woning te verbeteren.

‘Proeven nieuwe geneesmiddelen kloppen vaak niet’

Dat stelt hoogleraar en voorzitter van het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (CBG) Bert Leufkens woensdag in NRC.

Het CBG beoordeelt nieuwe medicijnen namens de European Medicines Agency (EMA). “Als ik puur als wetenschapper naar studies kijk, nou, dan ben ik heel kritisch.”

De klinische studies, waarbij een deel van de proefpersonen wel een nieuw middel gebruikt en een deel niet, worden nu gebruikt om de bijwerkingen en voordelen aan te tonen van een geneesmiddel. Bij medici zijn al langer twijfels over de methode van deze studies. Het is volgens Leufkens mogelijk dat een groot deel onwaar zou kunnen zijn. “Als we alle data langs de puristische meetlat leggen, dan zeg ik ook: klopt dat wel?”


Aanvullende studie

Het CBG vraagt fabrikanten regelmatig, wanneer er twijfels zijn, om onderzoeksgegevens opnieuw te analyseren of een aanvullende studie uit te voeren.

Leufkens pleit voor een betere kwaliteitsborging, nadat een middel is geregistreerd. De EMA en het CBG zijn momenteel bezig met het opstellen van registers waarin wordt vastgelegd in hoeverre welk geneesmiddel bij welke patiënt werkt. Bij veel geneesmiddelen, vooral bij zeldzame ziekten, is het nu lastig om te bepalen hoe het effect is.

Nederlanders dronken minder wijn in 2015

Wereldwijd is de wijnconsumptie toegenomen met 0,4 procent.

In Amerika wordt de meeste wijn gedronken. De Amerikaanse wijnconsumptie bestond in 2015 uit 31 miljoen hectoliter, een stijging van 1 procent ten opzichte van 2014.

Op de tweede plek van de lijst met landen waar de meeste wijn gedronken wordt, staat Frankrijk met 27,2 miljoen hectoliter (een daling van 1,2 procent).

Italië, het land op de derde plek, laat wel een stijging zien in de consumptie. Italianen dronken in 2015 20,5 miljoen hectoliter, een stijging van 0,3 procent. De wijnproductie is in Italië het grootst, met 49,5 miljoen hectoliter. Dat is 12 procent meer dan een jaar eerder. Op de tweede en derde plek zijn Frankrijk en Spanje te vinden.

DNA van invloed op leeftijd ontmaagding

Onderzoekers van de universiteit van Cambridge zeggen dat 38 DNA-sequenties voor 25 procent bepalend zijn voor de leeftijd waarop mensen voor het eerst seks hebben. Overige factoren kunnen onder andere opvoeding, religie en groepsdruk zijn. De bevindingen werden gepubliceerd in Nature Genetics.

De onderzoekers vergeleken DNA-gegevens van meer dan 125.000 mensen tussen de 40 en 69 jaar, afkomstig uit een Britse databank. Daarna werden nog 250.000 gegevens van mannen en vrouwen uit IJsland en Amerika bestudeerd om de bevindingen te verifiëren.


Puberteit

De DNA-sequenties hebben invloed op de leeftijd wanneer de drang tot vermenigvuldiging op gang komt. Meestal wanneer de puberteit start en sekshormonen geproduceerd worden.

De bevindingen moeten uitkomst bieden voor jongeren bij hun lichamelijke ontwikkeling. “Dit helpt ons bij het nemen van preventieve maatregelen om de puberteit van jonge kinderen uit te stellen”, aldus onderzoeker John Perry.

De onderzoekers denken dat vroegtijdige puberteit, vaak als gevolg van slechte voeding en obesitas, een kleine, maar directe invloed heeft op de leeftijd waarop jongeren seksueel actief worden. Dit kan leiden tot risicovol gedrag, het krijgen van een bovengemiddeld aantal kinderen, maar ook een lager opleidingsniveau.