Aantal alleenwonende oudere vrouwen groeit komende jaren flink

Dat meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) donderdag.

In 2015 waren er 7,7 miljoen huishoudens in Nederland. In 2020 zijn dat er naar schatting 8 miljoen. De groei komt vooral door alleenwonende 65-plussers.

Voor de lange termijn verwacht het CBS dat het aantal huishoudens met 0,9 miljoen toeneemt tot het jaar 2050. Van die groep zal naar verwachting 3,7 miljoen alleen wonen, 0,8 miljoen meer dan nu.

De groei is volgens het CBS een gevolg van de vergrijzing. Daarnaast blijven ouderen steeds langer zelfstandig wonen, bijvoorbeeld na een scheiding of het overlijden van hun partner.

‘Plasmedicatie niet altijd effectief bij hartfalen’

Dat zegt Jozine ter Maaten in haar promotieonderzoek dat zij doet bij onderzoeksinstituut GUIDE van het Universitair Medisch Centrum Groningen.

Meer dan 90 procent van de patiënten die in het ziekenhuis met hartfalen wordt opgenomen, krijgt plasmedicatie voorgeschreven om het niveau van overtollig vocht af te laten nemen.

Ter Maaten gebruikte een UMCG-onderzoek uit 2014 als basis. Hierin werd geconcludeerd dat wanneer plasmedicatie bij hartpatiënten niet goed aanslaat, er vaker een nieuwe ziekenhuisopname nodig is en dat deze patiënten meer kans hebben om te overlijden.

In haar promotieonderzoek licht Ter Maaten toe wat de reden kan zijn van het falen van de medicatie. Dit kan komen door verminderde opname van het middel in de darmen, verminderde filtratie van de nieren of beperkte opname van het medicijn in de nierbuisjes.


Vocht

Patiënten met hartfalen houden vaak extra vocht vast doordat het hart minder goed pompt. Hierdoor moet het orgaan nog harder werken.

Het is bij wetenschappers bekend dat plasmedicatie niet altijd goed werkt, maar er is in het verleden weinig onderzoek gedaan naar hoe mensen reageren op de medicijnen. De promovenda ontwikkelde twee nieuwe formules om de respons op plasmedicatie kort na de opname te meten. Dit meten kan het beste na 24 uur van de respons.

Het onderzoek kan bijdragen om extra kwetsbare patiënten eerder te identificeren en beter te behandelen.

Drinken van zeer hete dranken veroorzaakt mogelijk kanker

De onderzoekers benoemen het drinken van dranken boven of rond de 65 graden Celsius, zoals water, koffie en thee.

De eerdere verdenking van het agentschap dat koffie een veroorzaker is voor kanker wordt door dit nieuwe onderzoek tegengesproken. Ook het drinken van kruidendrank als het wordt gedronken op “normale temperaturen” is ongevaarlijk.

“Deze resultaten laten zien dat het drinken van zeer hete dranken een mogelijke oorzaak is van slokdarmkanker. De temperatuur hiervan is in grotere mate bepalend dan de soort drank”, aldus Christopher Wild van het Internationale Agentschap voor Onderzoek naar Kanker (IARC).

Slokdarmkanker is de achtste meest voorkomende kanker ter wereld. In 2012 overleden ongeveer 400.000 mensen aan de ziekte. Een woordvoerder van de WHO stelt dat de conclusies zijn gebaseerd op beperkt onderzoek op mensen en dieren, en vindt dat er meer onderzoek nodig is.

EU vindt dat energiedranken geen gezondheidsclaims mogen gebruiken

Met een resolutie waar woensdag over wordt gestemd hoopt het Parlement te voorkomen dat de frisdranken de claims mogen gebruiken.

Dat schrijft het AD woensdag. De Deense sociaaldemocratische Christel Schaldemose noemt het idee van Brussel om gezondheidsclaims door de energiedranken toe te staan “een idioot plan”.

“Juist jongeren consumeren veel van die drankjes en één op de drie jongeren consumeren veel van die drankjes. Één op de drie 11-jarigen kampt nu al met overgewicht. De Europese Commissie speelt met de gezondheid van onze jeugd”, aldus Schaldemose.

Ze vindt dat de energiedranken niet moeten stellen in hun gezondheidsclaims dat het drinken ervan leidt tot betere schoolprestaties.

Sinds 2006 hanteert de EU voorschriften voor het gebruik van gezondheidsclaims op voeding. De fabrikanten van de producten moeten wetenschappelijk kunnen aantonen dat hun claim klopt. De Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid (EFSA) is verantwoordelijk voor de controle van deze informatie.

‘Meerderheid jongens denkt dat pornografie realistisch is’

Aan de studie van de Middlesex University in opdracht van de NSPCC, deden ruim duizend 11 tot 16-jarige inwoners van Groot-Brittannië mee, schrijft BBC.

Van de jongens heeft 53 procent de indruk dat pornografie een goed beeld geeft van de werkelijkheid, bij meisjes is dit 39 procent.

Dat kan leiden tot ongepaste verwachtingen bij vrouwen en meisjes, denkt onderzoeker Elena Martellozzo. “Ook kunnen vrouwen zich onderdrukt voelen door deze onrealistische, en soms onvrijwillige, interpretaties van seks.”

Bijna alle jongeren (94 procent) die pornografie hebben gezien, zijn voor hun veertiende in aanraking gekomen met deze beelden. Een derde daarvan (28 procent) kwam daar “per ongeluk” op terecht door bijvoorbeeld een online pop-up advertentie. Slechts 19 procent van de jongeren is de pornografie zelf gaan opzoeken.


Nieuwsgierig

Zo’n vier op de tien kinderen die pornografie hebben gezien, vertelden nieuwsgierig te zijn de eerste keer dat ze de beelden zagen. Ook negatieve gevoelens zoals geshockeerd (27 procent), verward (24 procent) en afkeer (23 procent) werden door de jongeren ervaren.

Het zien van de beelden zorgt mogelijk ook voor kopieergedrag bij jongeren. 39 procent van de 13 en 14-jarigen en 21 procent van de 11 en 12-jarigen willen het gedrag dat ze zien in pornografische films uitproberen. De meerderheid van de jongeren (87 procent van de jongens en 77 procent van de meisjes) begreep niet waar de toestemming van de mensen in de beelden vandaan kwam voor de handelingen.

Volgens de NSPCC, een organisatie voor het welzijn van kinderen, moeten de seksindustrie en de Britse overheid meer verantwoordelijkheid nemen om jongeren te beschermen tegen pornografie. “Sommige bedrijven hebben al het initiatief genomen voor online veiligheid en we blijven doorgaan om druk te zetten op de bedrijven die dit nog niet doen”, stelt Peter Wanless van de organisatie.

‘Amsterdam blijft aantrekkelijkste woongemeente Nederland’

Dat concludeert de Atlas voor gemeenten, een stichting die jaarlijks een rapport publiceert. 

Uit het onderzoek dat woensdag is gepubliceerd, blijkt dat Amsterdam, Utrecht en Amstelveen de eerste drie plaatsen bezetten in de top 10. Dat was in 2006 ook al zo, maar ten opzichte van tien jaar geleden is de samenstelling van de top 10 wel iets veranderd.

Nijmegen heeft een plaats weten te bemachtigen ten koste van Amersfoort en Haarlem heeft Den Bosch verstoten van de vierde plaats.

Dordrecht valt nog buiten de top 10, maar geldt als de grootste stijger. Tien jaar geleden stond de stad nog op plek dertig, nu op plaats veertien. Volgens de onderzoekers staan in de lijst met grootste stijgers vooral steden die de laatste jaren flink hebben geïnvesteerd in de kwaliteit van hun binnenstad.


Heerlen

In de Atlas voor gemeenten worden de vijftig grootste gemeenten van Nederland op vijftig punten met elkaar vergeleken. In de nieuwste studie bezet Emmen de laatste plaats. Tien jaar geleden stond Heerlen nog onderaan, maar die stad is opgeklommen naar de 47ste plaats. De grote daling van Hilversum, Delft en Oss is opvallend, zo schrijven de onderzoekers.

Voor het onderzoek wordt onder meer gekeken naar het aantal banen in de buurt, het culturele aanbod en de veiligheid in de stad. Ook de nabijheid van natuur en water is belangrijk. Naast de vaste indicatoren wordt elk jaar naar een ander thema gekeken; vorig jaar was dat ‘erfgoed’ en dit jaar ‘water’.