Uiterlijk speelgoed Lego afgelopen jaren gewelddadiger geworden

Tegenwoordig zitten er wapens in 30 procent van de Lego-pakketten. Ook zitten er meer schietende en boos kijkende poppetjes in het assortiment dan vroeger.

Dit blijkt uit een onderzoek van de de Universiteit van Canterbury in Nieuw-Zeeland, waarvoor de Lego-catalogi van 1973 tot en met 2015 bestudeerd zijn.

Per jaar steeg het aantal pagina’s met afbeeldingen met een gewelddadig karakter met negentien procent. Tegenwoordig staan op bijna de helft van het aantal pagina’s plaatjes van bijvoorbeeld schietscenario’s of bedreigend gedrag. 


Spanning

De fabrikant probeert met de aggresievere onderdelen meer spanning in het speelgoed te brengen om de aandacht van kinderen beter vast te houden. Lego wijkt hierin volgens het onderzoek niet af van veel andere speelgoeproducenten.

Lego begon in 1949 met het maken van bouwstenen. In 1978 brachten ze het eerste wapen in het assortiment.

Bloedtest kan provocatietest mogelijk vervangen bij pinda-allergie

In het Wilhelmina Kinderziekenhuis (WKZ), onderdeel van het UMC Utrecht, onderzochten artsen bij 83 kinderen met verdenking op pinda-allergie of een eenvoudige bloedtest bruikbaar is om pinda-allergie aan te tonen of uit te sluiten.

Bij 62 procent van de kinderen kon pinda-allergie op deze wijze worden vastgesteld en hoefden daarom geen voedselprovocatietest meer te ondergaan. 38 procent moest alsnog een provocatietest ondergaan omdat de bloedtest geen uitsluitsel gaf. De bloedtest is al beschikbaar in het WKZ en in een aantal andere ziekenhuizen.

In Nederland moeten zo’n half miljoen kinderen in Nederland bepaalde voedingsmiddelen, zoals pinda’s, vermijden vanwege een mogelijke allergische reactie. 

Nu gebruiken artsen meestal een provocatietest om een allergie vast te stellen. Tijdens een dagopname krijgen kinderen de betreffende voeding toegediend om te kijken of er een allergische reactie optreedt. Een belastende procedure, omdat er een risico bestaat op ernstige allergische reacties.


Onnauwkeurig

De provocatietest is niet altijd even nauwkeurig: artsen trekken vaak verschillende conclusies en bij sommige kinderen ontstaan toch allergische reacties na een negatieve uitslag op de provocatietest. 

“Door de nieuwe bloedtest nemen we nu veel minder kinderen met een verdenking op pinda-allergie op voor een voedselprovocatietest. Dit is minder belastend, veiliger én goedkoper. Wanneer we desondanks een voedselprovocatiest moeten uitvoeren, begeleiden we ouders en kinderen intensief na een negatieve uitkomst. Zo nemen we angst weg en beoordelen we of er echt geen sprake is van een allergie.” aldus onderzoekleider Francine van Erp.

‘UWV wil basisarts inzetten voor herkeuring arbeidsongeschikten’

In Trouw zegt de vakbond dat beginnende artsen niet bekwaam en bevoegd genoeg zijn om herbeoordelingen te doen bij mensen met een arbeidsongeschiktheidsuitkering.

“Dat is in strijd met de wet, de medische beroepsnormen, het tuchtrecht en het professioneel statuut verzekeringsartsen”, aldus Wim van Pelt, de voorzitter van Novag.

De Nederlandse Vereniging voor Verzekeringsgeneeskunde (NVVG) laat weten ook ontevreden te zijn over de aanpak. “Een herbeoordeling na soms vele jaren, met alle gewenning aan de uitkeringssituatie, is een complexe verzekeringsgeneeskundige opdracht die hoge eisen stelt aan de kwaliteit en vaardigheden van de verzekeringsartsen.”

UWV-voorzitter Fred Paling zegt tegen de krant dat de beoordelingen door de basisartsen “prima” kunnen. “We kijken al langer of de relatie opleiding-werk voor net afgestudeerde basisartsen slimmer is te combineren. Nu krijgen artsen die de vierjarige studie tot verzekeringsgeneeskunde gaan doen in het eerste jaar wel heel veel theorie en heel weinig praktijk.”

Het UWV-bestuur hoopt met de inzet van basisartsen de huidige UWV- artsen niet te veel te belasten. De basisartsen moeten tienduizend herbeoordelingen op zich nemen.

‘Te weinig zout verhoogt kans op hart- en vaatziekten’

Alleen mensen met een hoge bloeddruk die veel zout consumeren zouden moeten minderen, blijkt uit een wereldwijd onderzoek dat gepubliceerd is in The Lancet

Voor het onderzoek volgden wetenschappers van de McMaster Universiteit in Canada 133.000 mensen voor drie tot vijf jaar. De relatie tussen de inname van natriumzout en hart- en vaataandoeningen werden daarbij vergeleken. Bij het onderzoek werd rekening gehouden met het verschil tussen mensen met een hoge bloeddruk en mensen met een normale bloeddruk.

De hoeveelheid natrium in de urine van de deelnemers werd met elkaar vergeleken. Bij de mensen met een hoge bloeddruk bleek dat zowel bij veel (meer dan 7 gram per dag) als weinig (meer dan 3 gram per dag) natrium in de urine, het risico op hart- en vaatziektes of overlijden hoger was dan bij een gemiddelde hoeveelheid natrium (4 tot 5 gram per dag).

Bij mensen met een normale bloeddruk bracht een grote hoeveelheid natrium geen extra risico’s met zich mee; maar bij een te kleine hoeveelheid natrium nam ook voor hen het risico toe.

‘Patiënt maakt te veel stops naar spoedeisende hulp’

Ambulancechauffeurs merken dagelijks dat patiënten niet terecht kunnen bij het dichtstbijzijnde ziekenhuis en moeten doorrijden naar een ander ziekenhuis. In de brief aan de minister voor Volksgezondheid waarschuwen de medewerkers dat deze extra rit niet alleen tijd kost, maar mogelijk gevaarlijk is voor patiënten.

In 2015 kondigden de spoedeisendehulpafdelingen van negentien ziekenhuizen in Noord-Holland en Flevoland 2.300 keer een opnamestop af. Volgens NRC komt het voor dat alle ziekenhuizen in Amsterdam tegelijkertijd een stop voor de spoedeisende hulp of de eerste harthulp afkondigen.

“Als er niets verandert, gaat het een keer mis”, schrijven traumachirurgen en de voorzitter van het Regionaal Overleg Acute Zorg in de brief aan Schippers, gemeenten en zorgverzekeraars.

Vier op de tien Nederlandse baby’s hebben ongehuwde ouders

In 2014 en vorig jaar gold dat voor ruim vier op de tien (44 procent) baby’s, meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) maandag. Bij eerstgeborenen ligt het percentage nog iets hoger, op 52 procent.

In de meeste gevallen heeft de vader het kind voor of direct na de geboorte erkend. Ouders met een geregistreerd partnerschap tellen voor het CBS als getrouwd. Bij negen van de tien pasgeborenen was de (wettelijke) vader bekend.

De provincie Groningen telt de meeste gemeenten met baby’s zonder getrouwde ouders (net boven 40 procent). In Staphorst en Urk worden de meeste kinderen (90 procent) geboren binnen een huwelijk.


Flinke toename

Vanaf eind jaren negentig nam het aantal baby’s met ongetrouwde ouders flink toe, maar de laatste jaren is die stijging minder groot. Vorig jaar zijn in ons land zo’n 170.000 kinderen geboren. In ruim 75.000 gevallen waren de ouders niet gehuwd.