Online visum Turkije nu ook in het Nederlands

De lijst met veelgestelde vragen en de boekingsprocedure op de website zijn vertaald.

Via de website kunnen reizigers sinds begin dit jaar vooraf hun visum regelen. 

Nederlanders die op vakantie willen gaan in Turkije moeten een paspoort of ID-kaart hebben die nog minimaal 150 dagen geldig zijn op de dag van aankomst in het land. Een paspoort of ID-kaart moet daarnaast nog minimaal 180 dagen geldig zijn om een visum te kunnen verkrijgen.

Een visum kan ook nog steeds aan de grens worden gekocht.

Oudere niet per se ‘kasplantje’ na reanimatie

Dat blijkt uit een onderzoek van het Academisch Medisch Centrum (AMC) in Amsterdam. Het onderzoek weerspreekt daarmee dat een reanimatie een oudere per definitie meer slecht dan goed doet.

De onderzoekers van het AMC bekeken de data van bijna zevenhonderd mensen tussen de 70 en 80 jaar oud en 633 mensen ouder dan 80 jaar die gereanimeerd waren na een plotselinge hartstilstand buiten het ziekenhuis. Het overgrote deel overleefde de hartstilstand overigens niet.

In een recente richtlijn van onder meer huisartsen staat dat zij tijdig met kwetsbare oudere patiënten het gesprek moeten aangaan over wat te doen in geval van een hartstilstand: reanimeren of niet.

Zeeuwse mosselen dit jaar stuk goedkoper dan andere jaren

Dat vertelt voorzitter Cees Otte van branchevereniging Algemeen Vissersbelang dinsdag aan nieuwszender BNR

“Goed nieuws voor consumenten maar handelaren zijn er de dupe van”, zegt de voorzitter. “Een jaar geleden hebben we ook geen superjaar gemaakt. Toen hadden we 1,12 euro.”

Dit jaar krijgen handelaren voor een kilo mosselen tussen de 0,85 euro en 1 euro.

Een mogelijke verklaring is volgens Otte dat supermarkten meer mosselen verkopen en groot inkopen. Daarmee hebben ze veel invloed op de prijs.

Neusballon kan helpen bij lijmoor

Anonieme hulplijn meest gebeld voor eenzaamheid

Dat blijkt uit de jaarverslagcijfers van de organisatie. In 2014 werd er ruim 250.000 keer gebeld naar de anonieme lijn. Hiervan draaiden 28 procent (70.000 telefoontjes) van de gesprekken om eenzaamheid. Met name onder vrouwen tussen de 30 en 60 jaar komt dit veel voor. 

Naast eenzaamheid waren psychische problemen (20 procent) en relatieproblemen (10 procent) veelgehoorde thema’s. Volgens Sensoor hebben mensen die bellen soms dagen niemand gesproken. 

Vooral ouderen lopen risico op sociale eenzaamheid. Door het wegvallen van partner en steeds meer familieleden en kennissen komen zij letterlijk alleen te staan. 

Ook onder mensen met een groot sociaal netwerk komt volgens de organisatie, waar 900 vrijwilligers werken, eenzaamheid voor. Ze kunnen of durven (op dat moment) hun verhaal nergens kwijt. Ze schamen zich, willen hun naasten niet belasten of hebben het gevoel niet te worden begrepen. Dan is er sprake van emotionele eenzaamheid. 

Sommige mensen verkeren in een sociaal isolement. Ernstige psychische of lichamelijke problemen liggen hier vaak aan ten grondslag, ze hebben moeite om relaties te onderhouden en te verdiepen.

Toprestaurant Noma opent tijdelijke zaak in Sydney

Dat maakte het restaurant maandag bekend

Het eigen restaurant wordt tijdelijk leeg gemaakt. Het gehele team verhuist voor tien weken richting Australië. “Van vaatwasmachine tot algemeen directeur”, schrijft eigenaar Rene Redzepi.

De eigenaar zegt dat hij sinds zijn eerste bezoek aan het land een aantal jaar geleden er meer tijd wil doorbrengen. Hij wil er onderzoeken, proeven en de ingrediënten te leren begrijpen.

De 37-jarige Redzepi meldt dat hij na de ervaring van een pop-up restaurant in het Japanse Tokio “droomt van Australië”. “Ik heb nog nooit zoiets gezien”, aldus de eigenaar op de blog van het restaurant.


Noma

Noma staat op de derde plaats in de lijst van 50 beste restaurants in de wereld.

Zeeuwse oester bedreigd door Japanse slakken

Dat meldt de NOS.

De Japanse oesterboorder is een slak die een gat boort in de oester, vervolgens eet het beestje de oester op. De Nederlandse Oestervereniging noemt de situatie “vrij ernstig”.

Jongere oesters zijn vaak het slachtoffer van het Japanse beestje. Op sommige plekken zijn al bijna geen jongelingen meer te vinden. 

Naast de oesterboorder worden de weekdieren tevens bedreigd door een herpesvirus. De vereniging klopt voor hulp aan bij het ministerie van Economische Zaken  en de provincie Zeeland. Er moet een mogelijkheid komen om de oesterboorders actief te beheren en de kosten van de pacht voor de kweekparcelen moeten omlaag.

Beide plagen treffen alleen de weekdieren in de kom van de Oosterschelde, de creuses. Platte oesters die in het Grevelingenmeer worden gekweekt hebben geen last van de slakken of het herpesvirus.

‘Hiv nog altijd taboe op werkvloer’

Vaak gebeurt dat niet uit angst voor negatieve reacties blijkt uit onderzoek ‘Stigma hiv op de werkvloer’ van Jonas Kai en Martijn Bruil van de Universiteit van Amsterdam waar Trouw maandag over bericht.

Mensen voelen zich onveilig om over hun ziekte te vertellen en collega’s voelen zich ongemakkelijk om met een geïnfecteerde te werken.

In Nederland zijn ongeveer 22.000 mensen besmet met het hiv-virus, 92 procent daarvan is tussen de 18 en 65 jaar en hoort dus bij de werkende bevolking.

Hiv-besmettingen
Hiv-besmettingen

Volgens onderzoeker Kai Jonas zijn mensen met hiv onzeker of ze moeten vertellen dat ze positief zijn, en wat voor invloed het kan hebben op hun carrière. “Uit ons onderzoek bleek dat homoseksuele mannen, lesbische vrouwen, transgenders, en ook hiv-positieven, juist mensen van wie je zou verwachten dat ze mensen op het werk kennen met de infectie, ook geen collega’s met hiv kenden. Dit toont aan hoe groot het taboe op hiv nog is.”

AZO-kleurstoffen: hoe eng zijn ze écht?

AZO-kleurstoffen zijn synthetische kleurstoffen. Ze danken hun naam aan het feit dat ze een stikstofgroep (ook wel AZO-groep genoemd) in hun chemische structuur hebben. Deze kleurstoffen staan al enige tijd in een kwaad daglicht en vooral via social media duiken berichten erover steeds weer op. Hoe komt dat?

Southampton Six

Britse wetenschappers vonden in 2007 in hun onderzoek aanwijzingen dat jonge kinderen ‘hyperactief‘ werden na het eten van producten waaraan AZO-kleurstoffen waren toegevoegd. Deze studie werd bekend onder de naam ‘Southampton studie’ en de kleurstoffen werden vanaf toen ook wel de ‘Southampton Six’ genoemd.

Er kwam veel publiciteit over het onderzoek, maar er was ook veel kritiek op. Het bewijs dat het drukke gedrag van de kinderen echt door de kleurstoffen kwam, was niet overduidelijk geleverd. En als het al bewezen was, door welke van de kleurstoffen werd het dan veroorzaakt? Want alleen de complete groep E-nummers was onderzocht.

Zeldzame bijwerkingen

Toch werd het onderzoek serieus genomen. Terecht, want juist van de E-nummers wordt altijd gezegd dat het de meest onderzochte ingrediënten zijn in onze voeding en dat ze superveilig zijn. De EFSA, de Europese commissie voor voedselveiligheid, nam in 2008 alle onderzoeken onder de loep, inclusief de Southampton studie. De conclusie: het komt maar zelden voor dat personen heftig reageren op AZO-kleurstoffen.

Klachten bij gevoeligheid zijn opgezwollen ogen, een rood hoofd en druk gedrag bij kinderen. De EFSA vond ook dat de gebruikte hoeveelheden van de AZO-kleurstoffen zo klein zijn, dat ze vrijwel nooit tot problemen zullen leiden. Kortom, het drukmakende effect was niet afdoende bewezen.

Waarschuwing op het etiket

Toch besloot de Europese commissie tot een speciale maatregel. Als een product een AZO-kleurstof bevat, moet dat apart worden vermeld op het etiket. Die waarschuwing is: ‘(E-nummer) kan de activiteit of oplettendheid van kinderen nadelig beïnvloeden.’ Die beslissing van de EU is best opmerkelijk, en werd waarschijnlijk beïnvloed door de publieke opinie. Ongetwijfeld zullen de politici ook wel hebben gedacht dat fabrikanten voortaan wel drie keer nadenken voordat ze een AZO-kleurstof gebruiken in hun producten.  

(Klik op het plaatje om het te vergroten)

Waar zit het in?

Inmiddels worden deze kleurstoffen al bijna niet meer gebruikt door de Nederlandse voedingsindustrie. Die hebben namelijk inderdaad geen zin om zo’n aanduiding op hun etiket te zetten. Bovendien zijn er voldoende andere, meer natuurlijke kleurstoffen voorhanden. Toch zijn er nog een aantal producten in Nederlandse supermarkten waar het in zit. Het gaat dan met name om snoep en frisdrank, en maar om een beperkt aantal merken. Is het de moeite waard om je er druk om te maken? Dat valt waarschijnlijk wel mee. Het loont veel meer de moeite om je kind überhaupt niet vaak snoep en frisdrank te geven.

‘Thuisbevalling voor sommige vrouwen toch onveiliger’

Dat is de conclusie van een nieuwe studie door een drietal economen van onder andere de Vrije Universiteit Amsterdam. Voor hun onderzoek gebruikten zij de gegevens van 356.412 vrouwen die tussen 2000 en 2008 in Nederland bevielen. Een belangrijke implicatie van het onderzoek is dat thuisbevallingen voor sommige groepen vrouwen wel, maar voor andere niet veilig kunnen zijn.


Thuisbevallingen 

De onderzoekers vermoeden dat vrouwen in armere gebieden van ziekenhuisbevallingen ‘profiteren’, omdat bij hen het inschatten van een laag of hoog risico op bevallingsproblemen lastiger is, bijvoorbeeld door een moeilijkere communicatie met de verloskundige.

De discussie over de veiligheid van thuisbevallingen speelt al langer. “Thuis- en ziekenhuisbevallingen vergelijken is moeilijk”, aldus één van de onderzoekers. “Vrouwen met een laag risico op complicaties mogen zelf kiezen waar ze bevallen. Maar ook laagrisicovrouwen verschillen onderling in hun risicofactoren. De meest riskante onder de laagrisicobevallingen vinden meestal plaats in het ziekenhuis. Dat zorgt ervoor dat de effecten van zulke ziekenhuisbevallingen moeilijk te onderscheiden zijn van de effecten van thuisbevallingen.”


Kindersterfte

De onderzoekers bedachten dat voor een goede vergelijking tussen thuis- en ziekenhuisbevallingen twee identieke groepen vrouwen nodig zijn, waarbij de ene groep thuis en de andere in het ziekenhuis bevalt.

Zij keken daarom naar een soort ‘natuurlijk experiment’. Het viel hen op dat sommige vrouwen zich bij de keuze voor thuis of ziekenhuis mede laten leiden door de afstand tot het dichtstbijzijnde ziekenhuis. Dit stelde hen in staat twee groepen vrouwen te vergelijken die precies dezelfde relevante eigenschappen hadden, alleen was in de ene groep de kans groter dat zij in het ziekenhuis zouden bevallen dan bij de andere groep, alleen omdat zij dichter bij een ziekenhuis woonden.

Uit de vergelijking gebaseerd op deze vrouwen bleek dat thuisbevallingen tot een hogere kindersterfte rond de geboorte leidden.