Nederlandse fietsers vinden Drenthe aantrekkelijkste fietsprovincie

Flevoland scoorde het laagst met een 7,5. De cijfers zijn het resultaat van een enquête van de ANWB en enkele fietsersorganisaties onder 11.228 recreatieve fietsers.

Er is ook kritiek. 26 procent van de Nederlanders stoort zich aan drukte op de fietspaden. In Zuid-Holland is dat volgens de respondenten het ergst: 37 procent vindt de paden daar storend druk.

Andere ergernissen zijn slechte wegen, snelheidsverschillen en asociaal gedrag van andere weggebruikers. De helft van de ondervraagde fietsers vindt dat het comfort van fietspaden verbeterd moet worden.

De ANWB merkt op dat steeds meer recreanten een elektrische fiets gebruiken. Van alle ondervraagden heeft 32 procent een e-bike. Ze missen echter voldoende laadpalen en vinden dat fietspaden nog niet goed zijn ingericht voor de hogere snelheid en wendbaarheid van hun fiets.

‘Zien belangrijker voor leren taal aan kind dan gedacht’

Onderzoekers van de universiteit van Indiana volgden acht kinderen die gedurende 4,5 uur per dag een camera op hun hoofd kregen. Op die manier konden de wetenschappers zien wat de kinderen zagen, de ouders en voogden van de kinderen mochten zelf kiezen wanneer de camera werd aangezet.

In totaal werden de beelden van 917.207 maaltijden met elkaar vergeleken en werd onderscheid gemaakt tussen woorden die kinderen meestal leren voor ze zestien maanden oud zijn, woorden die kinderen leren tussen zestien en dertig maanden oud en woorden die kinderen daarna leren.

De studie vond een sterk verband tussen de objecten die kinderen het meeste zagen en de woorden die ze als eerste leerden. Alle vijftien woorden (bijvoorbeeld tafel, stoel, lepel) die de meeste kinderen als eerste konden spreken waren de namen van objecten die het meest gezien werden door de kinderen.


Leerproces

“Rekening houden met wat kinderen zien, brengt een heel nieuw aspect aan het leerproces. Als je je alleen maar zorgen maakt dat je kind woorden niet snel genoeg oppakt, ga je voorbij aan het halve probleem: het visuele gedeelte van het leerproces”, aldus hoofdonderzoeker Elizabeth M. Clerkin in Science Daily.

Reclame voor voeding gericht op jonge kinderen aangescherpt

Dat heeft staatssecretaris Martin van Rijn (Volksgezondheid) aan de Tweede Kamer laten weten. Eerder dit jaar besloten supermarktketen Albert Heijn en Plus al te stoppen met deze vorm van kindermarketing op hun huismerken.

Van Rijn was hierover al langer in gesprek met de Federatie Nederlandse Levensmiddelen Industrie (FNLI). Hij vindt het belangrijk dat kinderen en ouders in een supermarkt niet steeds geconfronteerd worden met verleidelijke reclame op ongezonde producten.

De FNLI ”herkent de kritiek”, aldus Van Rijn. Het besluit betekent dat deze vorm van reclame gericht op kinderen tot zeven jaar gaat verdwijnen. Van Rijn noemt het besluit van de organisatie ”een goede stap”.


Foodwatch

In oktober schreef Foodwatch dat de animatiefiguren de Minions het vaakst op verpakkingen staan voor ongezonde snacks voor kinderen. Ook de figuren uit de film Frozen komen regelmatig voorbij.

De voedselwaakhond pleit er al langer voor dat de overheid ongezonde kindermarketing aan banden legt. Zelfregulering van de voedingsindustrie faalt volgens de organisatie.

In een reactie laat Foodwatch weten het een stap in de goede richting te vinden, maar ziet nog veel liever dat de regels komen van de overheid in plaats van dat de branche zelf iets regelt. ”Nu mogen alleen producten die voldoen aan voedingscriteria van de voedingsindustrie reclame maken met kinderidolen. Maar die regels zijn zo slap dat zelfs sommige ijs, frisdrank en chips als ‘gezond’ worden beschouwd en er dus reclame gericht op kinderen voor gemaakt kan blijven worden. Dat is absurd. Het bevestigt ons standpunt: de overheid en ouders horen te waken over de gezondheid van kinderen en grenzen te stellen, niet de voedingsindustrie.”