Meer slachtoffers met brandwonden zoeken hulp in centra

Tussen 1995 en 2011 waren er 9031 patiënten die werden opgenomen in één van de drie brandwondencentra die Nederland telt (in Beverwijk, Rotterdam en Groningen). In 1995 bezochten 430 patiënten een centrum, in 2011 zochten 747 mensen gespecialiseerde hulp.

Dat blijkt uit het proefschrift van Jan Dokter, brandwondenarts en medisch coördinator van het brandwondencentrum in het Maasstad Ziekenhuis in Rotterdam. 

Uit de cijfers die Dokter op een rij heeft gezet blijkt dat ongeveer de helft van de slachtoffers naar een gespecialiseerd brandwondencentrum gaat, terwijl dit in de jaren tachtig en negentig nog ongeveer een derde was.


Vroeg stadium

“Een van de redenen voor deze verandering is het feit dat brandwondencentra tegenwoordig in een steeds vroeger stadium worden geconsulteerd door reguliere ziekenhuizen”, zegt Dokter.

“Patiënten met ernstige brandwonden gaan vrijwel altijd eerst naar het dichtstbijzijnde ziekenhuis voor eerste opvang. Ik merk dat de artsen uit die ziekenhuizen nu veel eerder geneigd zijn om hun gespecialiseerde collega’s van de brandwondencentra te raadplegen over de verdere behandeling. Regelmatig besluiten zij samen dat het beter is om het slachtoffer voor vervolgbehandeling te verplaatsen naar een brandwondencentrum.”

Hij laat weten dat ook de invoering van nieuwe protocollen vermoedelijk een rol heeft gespeeld bij de toestroom. In 1998 werd in Nederland de cursus ‘spoedeisende hulp bij brandwonden’ geïntroduceerd. De populariteit van de cursus nam vooral toe in 2001, na de nieuwjaarsbrand in Volendam.

Volgens Dokter geven de cijfers aan dat de samenwerking tussen reguliere ziekenhuizen en brandwondencentra steeds beter verloopt en dat artsen elkaar beter weten te vinden.

Stof uit chilipepers remt mogelijk groei van borstkankercellen

Dat blijkt uit een experiment dat onderzoekers van de universiteit van Bochum hebben gehouden.

Hiervoor gebruikten ze de celcultuur van de SUM149PT, een modelsysteem voor triple negatieve borstkanker, een agressieve vorm. Dit type kanker kan enkel bestreden worden met chemotherapie.

In de gekweekte cellen troffen de onderzoekers een aantal geurreceptoren aan. Eén receptor, de trigeminuszenuw, werd veelvuldig aangetroffen. De receptor, genaamd TRPV1, wordt geactiveerd door de stof capsaïcine. Ook helional, een chemische stof die onder meer te vinden is in wasmiddel en zeep, activeert de receptor.


Afsterven

De onderzoekers activeerden de receptor met één van deze twee stoffen. Vervolgens bleek dat de kankercellen zich langzamer deelden. De cellen bleken na langere tijd zelfs af te sterven.

“Als we de TRPV1-receptor kunnen activeren met een specifiek medicijn, kan dit wellicht betekenen dat er een nieuwe behandeling is voor dit type kanker”, zegt Hanns Hatt, één van de onderzoekers die betrokken was bij het experiment.

Het innemen van de stof, door bijvoorbeeld een peper te eten, werkt in dit geval niet voldoende.

‘Zonlicht levert grote bijdrage aan immuunsysteem’

“Het is bekend dat zonlicht helpt bij het aanmaken van vitamine D, dat ook een positieve invloed heeft op immuniteit”, zegt Gerard Ahern, de senior onderzoeker van de universiteit van Georgetown. “Maar zonlicht speelt ook een aparte rol bij het versterken van de immuniteit.”

De onderzoekers zijn erachter gekomen dat lage niveaus van blauw licht, dat te vinden is in zonnestralen, ervoor zorgen dat T-cellen sneller bewegen. “T-cellen kunnen alleen hun ‘werk’ doen door zich te bewegen, zodat zij bijvoorbeeld een infectie kunnen bestrijden. Uit dit onderzoek blijkt dat zonlicht deze belangrijke afweercellen activeert door ze te laten bewegen.”

Het is bekend dat blauw licht kan reiken tot de lederhuid. De huid, het grootste orgaan van de mens, bevat veel T-cellen. Deze afweercellen zijn onderdeel van de specifieke cellulaire afweer.


Veilig

Ahern voegt hieraan toe dat deze manier van ‘immuunversterking’ veiliger is dan de manier waarop vitamine D wordt aangemaakt. Dat laatste heeft namelijk UV-licht nodig, wat ook een risicofactor is voor huidkanker. Het blauwe licht uit zonlicht waarop T-cellen reageren kan ook kunstmatig verkregen worden door middel van lampen.

De beweeglijkheid in de T-cellen wordt gestimuleerd door de synthese van waterstofperoxide. Witte bloedcellen maken dit aan wanneer zij een infectie opmerken, waardoor de T-cellen geactiveerd worden.

Ahern laat weten dat de precieze gevolgen van de onderzoeksresultaten onderzocht moeten worden. Wanneer blijkt dat het blauwe licht enkel positieve gevolgen heeft voor de activatie van T-cellen, is het wellicht een goed idee om patiënten lichttherapie te geven om hun immuunsysteem te verbeteren.

Het onderzoek is dinsdag gepubliceerd in Scientific Reports.

Recordaantal toeristen bezocht New York in 2016

‘Gastric sleeve vaak betere behandeling bij overgewicht’

Dat blijkt uit het proefschrift van Pim van Rutte van het Catharina Ziekenhuis. Dit is gebaseerd op de resultaten van deze operatie bij ruim duizend patiënten.

De sleeve is een bariatrische operatie waarbij 80 procent van de maag wordt weggehaald. Anders dan bij een bypass worden de dunne darm en de maagklep intact gelaten. Op langere termijn geeft de sleeve minder complicaties, zoals vitaminetekort en inwendige verdraaiing van de darm. Bovendien wordt hetzelfde resultaat bereikt op gewichtsverlies en verbetering van de bijkomende ziekten als diabetes, hoge bloeddruk en hoog cholesterol.

Van Rutte heeft met behulp van gestructureerde videoregistratie de valkuilen van de operatie onderzocht, zoals het belang om de juiste instrumenten te gebruiken. Met een studie waarbij hij de wanddikte van de maag heeft gemeten kon een uitspraak worden gedaan om de juiste maat nietjes te gebruiken om de maag dicht te ‘nieten’.

Co-promotor en chirurg dr. Simon Nienhuijs van het Catharina Ziekenhuis: “De effecten van beide operaties op de hormoonhuishouding, darmflora en verteringsstelsel zijn hetzelfde. De lange termijnresultaten zijn grotendeels vergelijkbaar; het overgewicht blijkt met minstens twee derde te kunnen worden gereduceerd na twee jaar. Het maximale gewichtsverlies wordt na vier jaar bereikt. De gastric sleeve geeft op lange termijn echter minder complicaties.”

Sleeve

Nienhuijs geeft aan dat met de komst van de sleeve een patiënt met obesitas meer op maat geholpen kan worden.

Uit het onderzoek van Van Rutte blijkt dat een goede screening vooraf belangrijk is om te beoordelen wie voor een operatie in aanmerking komt en of de patiënt in staat is om zijn of haar leefstijl drastisch aan te passen.

Obesitas is een wereldwijde epidemie. Ondanks preventieprogramma’s stijgt het aantal mensen met extreem overgewicht exponentieel.

Van Rutte promoveert 21 december aan de TU Delft.

‘Steeds meer jongeren tussen 12 en 25 jaar eenzaam tijdens Kerst’

Het merendeel van de eenzame jongeren is aangemeld door hun school, nadat een leerkracht bijvoorbeeld zag dat een leerling zich steeds meer terugtrok.

Vereniging Humanitas, met landelijk 22.000 vrijwilligers, zette voor jongeren tussen de 12 en 25 jaar die zich alleen voelen en ondersteuning nodig hebben, enkele jaren geleden het jongerenmaatjes-project op. De vrijwilligers ondersteunen jongeren door samen dingen te ondernemen en zo stap voor stap hun sociale netwerk te vergroten.

Coördinator vrijwilligerswerk Gerard Benedictus van Humanitas in Twente: “We signaleren een trend. Eenzaamheid is een groeiend probleem onder jongeren. Bij eenzaamheid denken we aan ouderen die met Kerst alleen thuis zitten. Maar je kunt ook eenzaam zijn en je ouders om je heen hebben.”


Eenzaam

“Een tiener spiegelt zich aan leeftijdsgenoten, niet aan zijn ouders. Als er geen betekenisvol contact is met leeftijdsgenoten, kun je je eenzaam voelen”, aldus Benedictus.

Een oorzaak is volgens hem het gebruik van sociale media. “Je ziet dat er jongeren zijn die niet meer weten hoe ze contact leggen als er geen internetverbinding tussen zit. Via de digitale weg lukt het prima, op een andere manier moeizaam.”

‘Patiënten van vrouwelijke artsen hebben meer kans op overleven’

Ongeveer 11 procent van de patiënten die voornamelijk werden behandeld door vrouwen stierven binnen dertig dagen nadat zij opgenomen waren in het ziekenhuis, tegenover 11,5 procent die behandeld is door mannen.

Dat concluderen onderzoekers van de Harvard T.H. Chan School of Public Health in JAMA Internal Medicine. Hierbij is er naar 1,5 miljoen ziekenhuisopnamen van patiënten van 65 jaar en ouder gekeken in de periode januari 2011 tot december 2014.

Ziekten die deze patiënten hadden waren onder andere longontsteking, hartfalen, interne bloedingen, urineweginfecties en longaandoeningen. Ze werden behandeld door algemene internisten.

Daarbij overleefden de meeste patiënten en werden zij binnen een maand naar huis gestuurd. Naast betere overlevingskansen, werden patiënten van vrouwelijke artsen na die eerste maand minder vaak weer opgenomen in het ziekenhuis.


32.000 doden

De mannelijke onderzoeksgroep schat dat er in de Verenigde Staten ongeveer 32.000 doden per jaar minder zouden zijn als de mannelijke artsen op hetzelfde niveau zouden presteren als hun vrouwelijke collega’s.

Hoofdonderzoeker Dr. Ashish Jha benadrukt dat dit niet betekent dat patiënten hem en zijn mannelijke collega’s moeten ontlopen. Mannelijke artsen zouden wel kunnen leren van vrouwelijke artsen als het gaat om het volgen van richtlijnen voor een behandeling, het bieden van preventieve zorg en het communiceren met patiënten.

Gemiddeld werden vrouwelijke artsen belast met minder patiënten en waren deze patiënten niet zo ziek als die van mannelijke artsen. Deze factoren zijn meegenomen maar de onderzoekers vonden alsnog een link tussen de gender van artsen en de overlevingskans van patiënten.

‘Nederlandse werknemer meest energiek en productief’

Daarnaast hebben Nederlandse werknemers het minste last van energiedips: een op de drie geeft aan zich minder energiek te voelen na de lunch, tegenover 47 procent in de rest van Europa.

Dat blijkt uit het European Eating at Work-onderzoek van Eurest uitgevoerd door TNS onder 9.477 werknemers in Europese landen.

In Nederland nemen we de minste pauze (26 minuten), en toch voelen we ons het meest energiek. Uit het onderzoek blijkt dan ook dat de kwaliteit van de werklunch de grootste invloed heeft op de productiviteit, niet de tijd die eraan wordt besteed.

Remco Kokkelink, commercieel directeur bij Eurest: “Waar in andere landen vaak wordt geluncht met warme maaltijden, eten we in Nederland licht met een boterham, frisse salade of soep. Dat ligt niet zo zwaar op de maag, waardoor werknemers minder last hebben van een dip na de lunch. Daarnaast wordt er in vergelijking met andere landen veel met collega’s geluncht, wat een positief effect heeft op de ervaren productiviteit.”


Drinkgedrag

Een ander voorbeeld van goede gewoontes van Nederlandse werknemers is het drinkgedrag. Op een dag worden er gemiddeld 5,9 glazen gedronken. Dat is ruim één glas boven het Europees gemiddelde. Kraanwater is het populairst, gevolgd door filterkoffie en thee.

Kokkelink: “Water is de beste consumptie, en heeft een bewezen positief effect op de productiviteit.”

Een andere verklaring voor het hoge energielevel, is het slaapgedrag. 78 procent van de Nederlandse werknemers zegt (bijna) altijd goed te slapen, in de rest van Europa is dit 67 procent. In Ierland en Engeland heeft 61 procent van de werknemers meestal een goede nachtrust.

In Nederland slapen we gemiddeld iets minder dan 8 uur per nacht. Een op de drie slaapt tussen de 5 en 7 uur. Vijf procent van de Nederlanders slaapt elke nacht minder dan 5 uur.

Nederlanders drinken minder prosecco

In Europa is de situatie andersom, hier is champagne in waarde groter maar worden er meer liters prosecco gedronken. Dat stelt leverancier van big data IRI. Het Verenigd Koninkrijk, Spanje, Frankrijk, Italië, Nederland en Duitsland zijn hierbij meegenomen.

Bij prosecco is er in Nederland een daling van 14 procent in de omzet te zien, terwijl de omzet van champagne groeit. De champagne-omzet bedraagt 10 miljoen euro en laat een groei zien van 5 procent in waarde.

De Europese champagne-markt blijft licht groeien in waarde, met een stijging van 0,9 procent, maar een daling van 0,3 procent in volume. Opvallend is dat Frankrijk, waar de meeste champagne wordt geproduceerd, een volumedaling laat zien van 1,2 procent. In totaal werd er in Frankrijk 921 miljoen euro aan champagne verkocht, dit is 66 procent van alle champagne-omzet gemeten in Europa.

Prosecco is het goedkoopst in Spanje, bijna een kwart van de Britse prijs. In Spanje drinkt men 200 keer meer cava dan prosecco. Cava groeit daarbij sterk in volume in de meeste landen, ook in Nederland groeit cava met 19 procent.