Beckers roept 35.000 dozen rundvleeskroketten terug

De verpakkingen zijn gevuld met een onjuiste inhoud, meldt Beckers woensdag op Facebook. De dozen kunnen goulashkroketten of bamidriehoekjes bevatten.

Mensen met een soja-allergie die één van deze producten eten, kunnen last krijgen van een allergische reactie. Personen die last hebben van een mosterd- of selderij-allergie kunnen last krijgen wanneer zij de bamidriehoekjes eten. 

Het gaat om verpakkingen ‘Beckers 4 Rundvlees Kroketten’ met houdbaarheidsdatum 26 oktober 2017 in combinatie met LOT-code L16300 en houdbaarheidsdatum 28 oktober 2017 in combinatie met LOT-code L16302. De houdbaarheidsdatum en LOT-code staan op de zijkant van de verpakking vermeld.

Mensen die de producten niet willen hebben, kunnen het aankoopbedrag retour krijgen door het vakje op de verpakking met houdbaarheidsdatum en LOT-code uit te knippen en in een ongefrankeerde enveloppe te sturen naar Beckers, Terugroepactie Rundvlees Kroketten, Antwoordnummer 454, 4800 VB, BREDA onder vermelding van naam, adresgegevens en IBAN-rekeningnummer.


Terugroepactie Anstelfood

Het bedrijf Anstelfood waarschuwde na deze waarschuwing voor selderij in hertengoulash en wildzwijnragout. Die zijn verkocht door Jumbo onder de merknaam Lochtman.

De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit verspreidde de waarschuwing woensdag. Het gaat specifiek om een partij met 6 februari als houdbaarheidsdatum. De selderij staat niet als ingrediënt op de verpakking vermeld. Wie ervan af wil, kan het pak terugbrengen naar de supermarkt.

Griepepidemie in Nederland houdt aan

Beste bezoeker,

Wij zien dat u een adblocker gebruikt waardoor u alleen advertenties ziet die door uw adblocker worden goedgekeurd.
Dit vinden wij jammer, want NU.nl is mede dankzij onze advertenties gratis toegankelijk. Wilt u een uitzondering maken voor NU.nl,
of meer lezen over hoe wij met advertenties omgaan?
Klik dan hier.

‘Psychiaters moeten patiënten adviseren om HIV-test af te laten nemen’

Dat blijkt uit Amerikaans onderzoek dat is uitgevoerd door UC San Francisco. “Mensen met een ernstige psychische ziekte stellen zich vaker bloot aan onveiliger gedrag, dat mogelijk kan leiden tot een HIV-infectie”, zegt onderzoeker Christina Mangurian.

“Dit gaat onder meer om onveilige seks met partners die HIV-positief zijn of die zich niet hebben laten testen, en het injecteren van drugs.”

De onderzoekers bekeken voor de studie de medische gegevens van 56.895 inwoners uit Californië. Deze mensen gebruikten één of meerdere soorten medicatie voor de behandeling van een psychische ziekte.

Van deze groep, die door hun gedrag dus meer risico lopen om besmet te raken, had 6,7 procent een HIV-test ondergaan. Dit geldt voor 5,2 procent van de algemene bevolking uit Californië. 


Opvallend verschil

De leeftijd van de onderzoeksgroep liep uiteen van 18 tot 67, waarvan 42 procent ouder is dan 48, staat in het onderzoek dat is gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Psychiatric Services.

Er was een opvallend verschil in de leeftijdsgroep op te merken: 7,9 procent van de personen onder de 27 had zich laten testen, in vergelijking met 5,1 procent van de personen in de leeftijdscategorie 48 tot 67.

Verder bleek dat meer vrouwen zich lieten testen: 7,7 procent in vergelijking met 5,5 procent bij het mannelijke deel van de onderzochte groep. 10,8 procent van de Afro-Amerikaanse onderzoeksgroep liet zich testen, wat geldt voor zes procent van de blanken en 2,7 procent van de Aziaten. 

Uit eerder onderzoek bleek dat mensen die lijden aan een psychische aandoening gemiddeld 25 jaar eerder overlijden dan een gezond persoon, zegt Mangurian. “Dit komt vooral door hart- en vaatziekten. Het risico hierop wordt groter door de medicatie, omdat die het risico op overgewicht, diabetes en hoge bloeddruk vergroten. Maar ook HIV en andere besmettelijke ziekten kunnen zorgen voor een vroegtijdig overlijden.”

Volgens de onderzoekers wijzen de onderzoeksresultaten erop dat de psychiaters van de patiënten hen moeten aansporen om een jaarlijkse HIV-test laten afnemen. “Zodoende kan HIV in het beginstadium worden ontdekt”, zegt Mangurian.

‘Mensen die snel praten zeggen inhoudelijk minder’

Onderzoeker Uriel Cohen Priva van Brown University bestudeerde 2.400 telefoongesprekken. Daarnaast analyseerde hij ook 40 langdurige interviews.

Priva mat vervolgens onder meer het tempo van iedere spreker om de mate van snelheid te bepalen waarin hij of zij informatie verstrekte.

In tegenstelling tot snelle sprekers gebruiken langzame sprekers vaak onverwachte woorden die minder voor de hand liggen. “Het lijkt erop dat de informatie die wij per seconde kunnen delen gelimiteerd is, of in ieder geval meer gelimiteerd dan we dachten”, aldus Priva.


Vrouwen

Volgens de studie is er een verschil tussen mannen en vrouwen en hoe zij informatie overbrengen. Mannen zijn in staat meer informatie over te brengen binnen eenzelfde tempo van spreken dan vrouwen.

Dit komt echter niet omdat mannen andere communicatiecapaciteiten hebben dan vrouwen. Mogelijk zijn vrouwen meer bezorgd om het feit of hun boodschap wel goed overkomt bij hun publiek.

‘Mensen die snel praten zeggen inhoudelijk minder’

Onderzoeker Uriel Cohen Priva van Brown University bestudeerde 2.400 telefoongesprekken. Daarnaast analyseerde hij ook 40 langdurige interviews.

Priva mat vervolgens onder meer het tempo van iedere spreker om de mate van snelheid te bepalen waarin hij of zij informatie verstrekte.

In tegenstelling tot snelle sprekers gebruiken langzame sprekers vaak onverwachte woorden die minder voor de hand liggen. “Het lijkt erop dat de informatie die wij per seconde kunnen delen gelimiteerd is, of in ieder geval meer gelimiteerd dan we dachten”, aldus Priva.


Vrouwen

Volgens de studie is er een verschil tussen mannen en vrouwen en hoe zij informatie overbrengen. Mannen zijn in staat meer informatie over te brengen binnen eenzelfde tempo van spreken dan vrouwen.

Dit komt echter niet omdat mannen andere communicatiecapaciteiten hebben dan vrouwen. Mogelijk zijn vrouwen meer bezorgd om het feit of hun boodschap wel goed overkomt bij hun publiek.

Nederlandse mannen hebben vaak goede relatie met schoonmoeder

In Flevoland worden schoonmoeders het hoogst gewaardeerd, met een 8,1. Met een 6,0 zijn schoonmoeders in Zeeland een stuk minder populair.

Over het algemeen lijken mannen goed overweg te kunnen met zowel de schoonmoeder als schoonvader. Volgens een onderzoek van een mannenmodeketen, onder 1.300 Nederlandse mannen van achttien jaar en ouder, zeggen circa zeven op de tien respondenten een goede tot zeer goede relatie te hebben met de schoonouders.

Hoe goed deze band is, verschilt per provincie. Gemiddeld komen de beste relaties voor in Drenthe (84,6 procent) en in Gelderland (73,7 procent). In Zeeland lijken mannen minder goed contact met hun schoonouders te hebben. De helft van de respondenten geeft aan hooguit redelijk op te kunnen schieten met hun aangetrouwde familie.


Bezoek

In Zeeland bezoeken mannen hun schoonouders dan ook het minst. Volgens het onderzoek brengt 60 procent van de Zeeuwse mannen zijn schoonouders slechts één keer per maand een bezoekje.

Alleen in Groningen worden schoonouders minder opgezocht. Hier gaat 75 procent van de respondenten één keer per maand op visite.

Mannen blijven het liefst thuis (26,9 procent) wanneer zij afspreken met hun schoonouders. 24,4 procent gaat liever een ‘hapje eten’.

‘Eetstoornis komt voor bij 3 procent van vrouwen van middelbare leeftijd’

In een studie van University College London werden meer dan vijfduizend vrouwen tussen de 40 en 60 jaar ondervraagd. Uit het onderzoek kwam naar voren dat 15 procent van de respondenten ooit in hun leven een eetstoornis had gehad.

Daarnaast had 3 procent van de vrouwen een eetstoornis in het afgelopen jaar. In vergelijking met vrouwen tussen de 15 en 30 jaar is circa 10 procent gediagnosticeerd met een ziekte als anorexia, boulimia of eetbuistoornis, beter bekend als binge eating disorder.

Het zou voor de eerste keer zijn dat een groot dergelijk onderzoek onder vrouwen van middelbare leeftijd is uitgevoerd. “Onze studie laat zien dat eetstoornissen niet alleen voorkomen in de vroegere levensjaren. Zowel chronische als nieuwe eetstoornissen komen voor op middelbare leeftijd”, aldus onderzoeker Nadia Micali.


Oorzaak

Verschillende factoren kunnen volgens het onderzoek leiden tot het krijgen van een eetstoornis. Zo neemt de kans op anorexia of boulimia met 4 tot 10 procent toe wanneer een vrouw haar jeugd als ongelukkig heeft ervaren.

Een goede relatie met de moeder zou de kans op boulimia met 20 procent verkleinen. Seksueel misbruik op jonge leeftijd werd in relatie gebracht met alle type eetstoornissen.

De onderzoekers zijn van mening dat er moet worden gekeken hoe deze groep vrouwen beter geholpen kan worden. “Veel van de vrouwen die meededen aan de studie vertelden ons dat het de eerste keer was dat ze over hun problemen met eten praatten. We moeten achterhalen waarom deze vrouwen niet eerder hulp zochten.”

‘Eetstoornis komt voor bij 3 procent van vrouwen van middelbare leeftijd’

In een studie van University College London werden meer dan vijfduizend vrouwen tussen de 40 en 60 jaar ondervraagd. Uit het onderzoek kwam naar voren dat 15 procent van de respondenten ooit in hun leven een eetstoornis had gehad.

Daarnaast had 3 procent van de vrouwen een eetstoornis in het afgelopen jaar. In vergelijking met vrouwen tussen de 15 en 30 jaar is circa 10 procent gediagnosticeerd met een ziekte als anorexia, boulimia of eetbuistoornis, beter bekend als binge eating disorder.

Het zou voor de eerste keer zijn dat een groot dergelijk onderzoek onder vrouwen van middelbare leeftijd is uitgevoerd. “Onze studie laat zien dat eetstoornissen niet alleen voorkomen in de vroegere levensjaren. Zowel chronische als nieuwe eetstoornissen komen voor op middelbare leeftijd”, aldus onderzoeker Nadia Micali.


Oorzaak

Verschillende factoren kunnen volgens het onderzoek leiden tot het krijgen van een eetstoornis. Zo neemt de kans op anorexia of boulimia met 4 tot 10 procent toe wanneer een vrouw haar jeugd als ongelukkig heeft ervaren.

Een goede relatie met de moeder zou de kans op boulimia met 20 procent verkleinen. Seksueel misbruik op jonge leeftijd werd in relatie gebracht met alle type eetstoornissen.

De onderzoekers zijn van mening dat er moet worden gekeken hoe deze groep vrouwen beter geholpen kan worden. “Veel van de vrouwen die meededen aan de studie vertelden ons dat het de eerste keer was dat ze over hun problemen met eten praatten. We moeten achterhalen waarom deze vrouwen niet eerder hulp zochten.”