‘Engelstalig onderwijs niet altijd nodig voor internationalisering’

Omdat er steeds meer opleidingen geheel of gedeeltelijk in het Engels worden gegeven, heeft de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) onderzoek gedaan naar de effecten van de taalkeuze op het hoger onderwijs en de argumenten daarvoor.

“Het Engels is bezig aan een opmars in het hoger onderwijs”, aldus de KNAW, dat het onderzoek uitvoerde in opdracht van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW).

Hoewel de onderzoekers het belang zien van de internationalisering van het hoger onderwijs, “blijkt Engelstalig onderwijs niet altijd nodig te zijn om internationaliseringsdoelen te bereiken”.

Omdat er veel verschillen zijn in het hoger onderwijs, iedere opleiding andere doelstellingen heeft op het gebied van inhoud en ieder vak andere vaardigheden vraagt, concludeert de KNAW  “dat het niet automatisch kan worden gezegd dat het beter is om een opleiding aan te bieden in het Nederlands of het Engels”. Met name een goede motivatie voor taalkeuze, op basis van de inhoud van de opleiding, zou belangrijk zijn. 


Financiële voordelen

Veel hogescholen en universiteiten kiezen voor Engelstalig onderwijs omdat ze hun studenten willen “opleiden tot wereldburgers”. Het zou hen mogelijk maken om op de internationale arbeidsmarkt te functioneren.

Volgens onderwijsorganisatie Beter Onderwijs Nederland kunnen hogescholen en universiteiten niet goed beargumenteren waarom ze van het Nederlands afstappen, schrijft het AD. De brancheorganisatie dreigt met stappen naar de rechter, omdat onderwijsinstellingen teveel naar financiële voordelen zouden kijken.

Albert Heijn stopt minder suiker in frisdranken voor kinderen

Albert Heijn verlaagde vorig jaar al het suikergehalte van circa honderd producten van het eigen merk, die veel door gezinnen met kinderen worden gekocht, bijvoorbeeld yoghurt, vla, ketchup en koekjes.

Er kwam ook een informatiewijzer bij het frisdrankschap waarop consumenten kunnen zien hoeveel suiker er in een drankje zit. Die zogenoemde Friswijzer is nu ook te vinden bij het schap met kinderdrankjes.

Eerder verminderden frisdrankmerken Lipton Icetea, 7Up en Coca-Cola het suikergehalte.

Verband gevonden tussen koffie drinken en langer leven

Dat is de conclusie van Europese onderzoekers en Amerikaanse onderzoekers die dinsdag hun bevindingen publiceerden in Annals of Internal Medicine.Voor het Europese onderzoek volgde een groep wetenschappers langer dan zestien jaar 521.330 mensen uit tien verschillende Europese landen.

Ook bekeken ze het bloed van 14.000 respondenten en ontdekten dat koffiedrinkers onder meer een gezondere lever hebben, minder stoffen in hun bloed die een aantal ernstige ziektes kunnen veroorzaken en dat ze gevoeliger zijn voor insuline. Waar het beschermende effect uit koffie precies vandaan komt, is nog onbekend.


Amerikaans onderzoek

Voor het Amerikaanse onderzoek bekeken wetenschappers van twee universiteiten zo’n twintig jaar lang de gegevens van 185.000 Amerikanen. Voor beide onderzoeken werd er gekeken naar de koffieconsumptie van de deelnemers, welke eventuele aandoening ze hadden en waaraan ze uiteindelijk overleden. Deze gegevens werden aan elkaar gekoppeld.

Hierna concludeerden de onderzoekers dat koffiedrinkers vooral minder problemen met het spijsverteringsstelsel hebben en minder kans hebben op hart- en vaatziekten, diabetes, bepaalde vormen van kanker en nierziektes.


Kanttekeningen

In de Volkskrant plaatst Marianne Geleijnse, hoogleraar voeding en hart- en vaatziekten aan Wageningen Universiteit, nog wel twee kanttekeningen bij het onderzoek. “Misschien verschillen mensen die koffie niet lekker vinden in biologisch opzicht van koffieliefhebbers, of werkt hun stofwisseling anders waardoor ze last hebben van de bij-effecten van koffie. En misschien houden die stofwisseling en dat dna-profiel, zonder dat we het weten, weer verband met een ander risico op sterfte.” 

“Wie veel koffie drinkt, drinkt iets anders niet, mogelijk minder ongezonde, zoete dranken”, zegt Geleijnse. De lagere sterftekans zou ook deels daarmee te maken kunnen hebben.

‘Zomerpakket’ moet arme kinderen vakantiegevoel geven

In Nederland leven 421.000 kinderen in armoede. Driekwart van deze groep gaat nooit op vakantie, omdat hun ouders er geen geld voor hebben.

“Waar andere kinderen uitkijken naar de zomervakantie, ziet deze groep er als een berg tegen op”, stelt een woordvoerder. “Ze maken geen leuke dingen mee in de vakantie en hebben als zij terug gaan naar school niets leuks te vertellen. De impact hiervan op die groep is niet te onderschatten.”

Het ‘zomerpretpakket’ moet deze groep kinderen helpen de zomer door te komen en toch een aantal leuke dingen te kunnen ondernemen. In de dozen zitten onder meer vakantieboeken, een strandbal, zonnebrand, stoepkrijt en klein speelgoed. Ook bevat het pakket een kledingbon, een bon voor een bezoek aan een pretpark en een bioscoopbon.


Bedrijven

Voor de test zijn driehonderd dozen beschikbaar. Deze worden de komende week uitgedeeld aan kinderen van armlastige gezinnen in Rotterdam, Oss en Breda. Het fonds hoopt het project volgend jaar verder uit te kunnen rollen.

De pakketten zijn samengesteld en worden bekostigd dankzij bijdragen van het bedrijfsleven. Kinderhulp hoopt dat het succes van het project meer partijen trekt die ook in het initiatief willen investeren.