Driehonderd mensen mogen mee met ereronde Mat ’64

Voor de deelnemers begint de reis in Maastricht en eindigt in het Spoorwegmuseum in Utrecht.

Mat ’64 is een afkorting van materiaal 1964. De gele trein met z’n bolle voorkant was ruim vijftig jaar een bekend gezicht op het spoor. Afgelopen voorjaar gingen de laatste rijtuigen uit de dienstregeling.

Bekijk beelden van de laatste rit:


Utrecht

De NS-machinisten Linda Kool en Frank Scharloo namen het initiatief voor een ereronde van de Apekop. De reis gaat via Eindhoven, Arnhem en Zwolle naar station Maliebaan in Utrecht.

Onderweg laten zeventig tegemoetkomende treinen een eresaluut horen. Zeven machinisten en tien conducteurs lossen elkaar af tijdens de zeven uur durende rit.

Bij de NS hadden duizend mensen zich gemeld voor het afscheidsrondje, van wie er driehonderd zijn uitgekozen.

‘Buitenlandse interesse voor Nederlands katercafé’

“Vooral in Antwerpen en Berlijn is concrete interesse”, zegt initiatiefnemer Joep Verbunt tegen NU.nl.

In Amsterdam ging de eerste tijdelijke Hangover bar vrijdag drie dagen open. Binnen konden vriendengroepen onder meer in een aantal bedden kijken naar hun favoriete series en eten en drinken bestellen.

Ook konden ze extra zuurstof binnenkrijgen in een zuurstofbar die verschillende smaken zuurstof aanbood zoals pepermunt en konden ze een massage krijgen.

Video: Eerste bar voor mensen met kater opent in Amsterdam


Sponsors

Verbunt denkt dat dit soort ‘pop-up-katerbars’ ook een succes kunnen worden in het buitenland, maar zegt dat daarvoor altijd sponsors nodig zijn. In Amsterdam waren dat onder meer een matrasbedrijf, een waterflesmaker en een bedrijf dat smoothies verkoopt.

“Het is heel duur om zoiets op te zetten, het is gratis toegankelijk en prijzen voor drankjes liggen laag. Dus als je zoiets opzet heb je altijd commerciële partijen nodig om het voor elkaar te krijgen.”

Het is niet de eerste keer dat Verbunt met een opmerkelijke actie komt. Eerder kwam hij met de discosupermarkt, een bioscoop in een bubbelbad en een tomatengevecht op de Dam in Amsterdam.

‘Steeds meer vrouwen kiezen voor een spiraal’

“De pil is nog altijd het meest gebruike anticonceptiemiddel”, zegt Ineke van der Vlugt van het kenniscentrum. “Al zien we dat meer vrouwen een spiraal nemen. Ze kiezen daarvoor omdat ze twijfels hebben over de pil. Zowel de pil als de spiraal zijn veilig. Een spiraal moet echter goed geplaatst zijn.”

Maandag is het de Internationale dag van de Anticonceptie. In Nederland is het anticonceptiegebruik al jaren hoog. Het aantal abortussen in Nederland behoort al decennia tot de laagste wereldwijd.

Er zijn daarnaast ook weinig tienerzwangerschappen en tienermoeders.


Anticonceptiemiddelen

IRI Nederland meldt aan NU.nl dat in 2015 voor zo’n 18,5 miljoen euro aan anticonceptiemiddelen werd verkocht door supermarkten en drogisterijen. Het gaat dan om 2,3 miljoen pakjes voorbehoedsmiddelen. Dat is een lichte daling met 2014, toen werd voor 18,6 miljoen euro verkocht.

In de eerste 32 weken van 2016 is tot nu toe bijna 11,5 miljoen euro omgezet, een stijging van 1,4 procent ten opzichte van de eerste 32 weken van 2015. De gemidelde prijs per pakje voorbehoedsmiddelen was in 2015 7,87 euro, een jaar eerder was dit nog 8,01 euro.

In 2013 gebruikte twee derde van de vrouwen tussen de 18 en de 45 jaar een methode om een zwangerschap te voorkomen, stelt het CBS. Van alle methoden om een zwangerschap tegen te gaan, wordt de pil het meest gebruikt. In 2013 gebruikte zo’n 37 procent van de vrouwen tussen de 18 en 45 jaar de pil.

Vooral bij vrouwen tussen de 18 en 25 jaar was deze vorm van anticonceptie in 2013 populair; ruim 6 op de 10 jonge vrouwen slikten de pil. Het gebruik van de pil is echter wel afgenomen, het spiraaltje daarentegen wint terrein.


Vrouwencondoom

Het vrouwencondoom was in Nederland enkele jaren een onderbelicht anticonceptiemiddel, stelt Tim Looten van Kenniscentrum Rutgers. “Die onderbelichting is onterecht. Er is momenteel een trend gaande van jonge vrouwen die op zoek zijn naar alternatieven voor hormonale anticonceptie.”

“In de jaren 90 is het vrouwencondoom al geïntroduceerd maar dit was geen succes. Het condoom was namelijk gemaakt van bepaalde materialen die tijdens het hebben van seks een vervelend geluid veroorzaakte. Veel mensen die horen over het vrouwencondoom moeten hier vaak nog aan denken.”

Ook denken veel vrouwen dat een vrouwencondoom ingewikkeld is. “Dat is niet zo. Het vrouwencondoom heeft een ring aan de buiten- en binnenkant. Bij het inbrengen knijp je de binnenste ring samen en druk je het condoom verder naar binnen. De buitenste ring blijft buiten de vagina. Deze ring beschermt tevens je vulva.”

“Als je het vergelijkt met de pil en de spiraal, biedt het vrouwencondoom meer zekerheid tegen soa’s en zwangerschap. Daarbij geeft het vrouwen meer controle dan het gebruik van een mannencondoom tijdens seks. Er bestaan gendervooroordelen over het vrouwencondoom. Een condoom zou namelijk mannelijk horen zijn, een vrouwelijke variant is nog niet geaccepteerd.”


Abortus

In 2014 zijn in Nederland totaal 30.361 abortussen (inclusief overtijdsbehandelingen) opgegeven aan de inspectie voor de Gezondheidszorg. Hiervan zijn 3.763 behandelingen uitgevoerd bij vrouwen die vanuit het buitenland naar Nederland kwamen (12,4%).

De toestroom van het aantal vrouwen dat naar Nederland komt voor een behandeling is gestabiliseerd. Ten opzichte van 2013 is het aantal abortussen onder vrouwen die in Nederland wonen met 166 gedaald.

Driehonderd mensen mogen mee met ereronde Mat ’64

Voor de deelnemers begint de reis in Maastricht en eindigt in het Spoorwegmuseum in Utrecht.

Mat ’64 is een afkorting van materiaal 1964. De gele trein met z’n bolle voorkant was ruim vijftig jaar een bekend gezicht op het spoor. Afgelopen voorjaar gingen de laatste rijtuigen uit de dienstregeling.

Bekijk beelden van de laatste rit:


Utrecht

De NS-machinisten Linda Kool en Frank Scharloo namen het initiatief voor een ereronde van de Apekop. De reis gaat via Eindhoven, Arnhem en Zwolle naar station Maliebaan in Utrecht.

Onderweg laten zeventig tegemoetkomende treinen een eresaluut horen. Zeven machinisten en tien conducteurs lossen elkaar af tijdens de zeven uur durende rit.

Bij de NS hadden duizend mensen zich gemeld voor het afscheidsrondje, van wie er driehonderd zijn uitgekozen.

‘Nederlanders weten te weinig over doofheid’

Het is zaterdag Werelddovendag, een dag waarop wordt geprobeerd om meer aandacht te genereren voor doofheid en de gebarentaal. Volgens Beppie van den Bogaerde, professor Dovenstudies aan de Hogeschool Utrecht, is deze dag belangrijk voor de dovengemeenschap. “Mensen weten echt heel weinig.”

Een inhaalslag voor de dovengemeenschap in Nederland is volgens haar te behalen bij de mensen die beroepsmatig met dove mensen te maken hebben. “Ik neem het professionals kwalijk dat ze onbewust onbekwaam zijn. Als je niet bewust bent van dat je iets niet weet, dan stel je ook geen vragen. Mensen moeten open staan voor dove personen. Ik hoop dat mensen bewust onbekwaam worden. Dat ze van zichzelf weten dat ze er niet veel van weten en dus expertise elders moeten halen.”

Ook onderzoeksmedewerker Taalwetenschap aan de Radboud Universiteit Merel van Zuilen vindt dat hulpverleners bij doven en slechthorenden te veel gericht zijn op het medische aspect van doofheid. “De zorg lijkt vooral gericht te zijn op de oren en het niet-functioneren ervan, maar een doof mens is meer dan dat. Deze beperkte focus kan doorwerken in de opvoeding van een doof kind.”

“Hulpverleners zouden meer in contact met doven moeten komen om te leren van hen”, besluit Van Zuilen.


VN

De Tweede Kamer stemde in januari in met het VN-verdrag ‘gelijke rechten voor mensen met een beperking’. Met het ondertekenen van dit verdrag wordt de overheid verplicht om alle overheidsinformatie en gebouwen toegankelijk te maken voor iedereen.

Van den Bogaerde: “Dat verdrag is al heel lang geleden opgesteld. maar nu pas geratificeerd. Nederland loopt achter op het gebied van disability studies.”

“We moeten dove mensen niet zien als zielig en kijken naar de dingen die ze niet kunnen. Mensen moeten hen positief benaderen en zien wat ze wel kunnen bijdragen aan de maatschappij. Het gaat om een mindset verandering.”


Ontwikkeling

Volgens Van Zuilen ontwikkelt de gebarentaal zich in “vrij snel” tempo. “Als er in de politiek een nieuw persoon de actualiteit haalt, ontstaat er al snel een naamgebaar voor die persoon. Deze kunnen gebaseerd zijn op uiterlijke kenmerken, eigenschappen of een tic van iemand.”

“De straattaal bij dove jongeren bijvoorbeeld is bijna niet bij te houden. Met mijn 34 jaar ben ik al oud als ik jongeren van 17 tegenkom met allerlei ‘codes’ voor dingen en eigen gebaren. Straattaal is een uiting van creativiteit, het ontstaat er plekke tussen jongeren onderling.”

Door de komst van het cochleair implantaat (CI), waarmee doven en slechthorenden voor een deel geluiden kunnen horen, concludeert Van Zuilen dat gebarentaal wel minder vanzelfsprekend wordt aangeboden aan het dove kind. Ouders die dove kinderen hebben, krijgen hulpverlening die “eenzijdig gericht is op spraak en revalidatie door de verwachtingen rondom het CI”.

Van Zuilen noemt dit een zorgelijke ontwikkeling: “Het gebruiken van gebarentaal is dé manier om een mentale achterstand bij een kind te voorkomen en de acceptatie van doofheid te vergroten. Ook geeft het een kind veiligheid en overzicht in zijn of haar eigen omgeving.”

“Zo dunt de achterban van de dovenwereld uit. Ieder doof en slechthorend kind zou moeten opgroeien met gebarentaal. Er hoeft niet gekozen te worden voor het een of het ander.”


Lagere school

Als het aan Van den Bogaerde ligt, moeten kinderen op de basisschool al kennis over doven en gebarentaal worden bijgebracht. “Je moet kinderen al op jonge leeftijd leren dat mensen die anders zijn, niet minder of meer zijn of eng. Iedereen is anders.”

“Ouders met dove kinderen wordren nu geadviseerd om niet zoveel met gebarentaal te doen, maar om een CI te nemen. Wij moeten als maatschappij gebarentaal omarmen en zeggen ‘we hebben er allemaal baat bij’.”

Van Zuilen is het eens met Van den Bogaerde dat gebarentaal al op de lagere school aan kinderen moet worden geleerd. “De taal kan worden ingezet om het geheugen te versterken, het ruimtelijk inzicht en denkvermogen te vergroten en het komt de expressiviteit ten goede uit.”

Driehonderd mensen mogen mee met ereronde Mat ’64

Voor de deelnemers begint de reis in Maastricht en eindigt in het Spoorwegmuseum in Utrecht.

Mat ’64 is een afkorting van materiaal 1964. De gele trein met z’n bolle voorkant was ruim vijftig jaar een bekend gezicht op het spoor. Afgelopen voorjaar gingen de laatste rijtuigen uit de dienstregeling.

De NS-machinisten Linda Kool en Frank Scharloo namen het initiatief voor een ereronde van de Apekop. De reis gaat via Eindhoven, Arnhem en Zwolle naar station Maliebaan in Utrecht. Onderweg laten zeventig tegemoetkomende treinen een eresaluut horen. Zeven machinisten en tien conducteurs lossen elkaar af tijdens de zeven uur durende rit.

Bij de NS hadden duizend mensen zich gemeld voor het afscheidsrondje, van wie er driehonderd zijn uitgekozen.

‘Nederlanders weten te weinig over doofheid’

Het is zaterdag Werelddovendag, een dag waarop wordt geprobeerd om meer aandacht te genereren voor doofheid en de gebarentaal. Volgens Beppie van den Bogaerde, professor Dovenstudies aan de Hogeschool Utrecht, is deze dag belangrijk voor de dovengemeenschap. “Mensen weten echt heel weinig.”

Een inhaalslag voor de dovengemeenschap in Nederland is volgens haar te behalen bij de mensen die beroepsmatig met dove mensen te maken hebben. “Ik neem het professionals kwalijk dat ze onbewust onbekwaam zijn. Als je niet bewust bent van dat je iets niet weet, dan stel je ook geen vragen. Mensen moeten open staan voor dove personen. Ik hoop dat mensen bewust onbekwaam worden. Dat ze van zichzelf weten dat ze er niet veel van weten en dus expertise elders moeten halen.”

Ook onderzoeksmedewerker Taalwetenschap aan de Radboud Universiteit Merel van Zuilen vindt dat hulpverleners bij doven en slechthorenden te veel gericht zijn op het medische aspect van doofheid. “De zorg lijkt vooral gericht te zijn op de oren en het niet-functioneren ervan, maar een doof mens is meer dan dat. Deze beperkte focus kan doorwerken in de opvoeding van een doof kind.”

“Hulpverleners zouden meer in contact met doven moeten komen om te leren van hen”, besluit Van Zuilen.


VN

De Tweede Kamer stemde in januari in met het VN-verdrag ‘gelijke rechten voor mensen met een beperking’. Met het ondertekenen van dit verdrag wordt de overheid verplicht om alle overheidsinformatie en gebouwen toegankelijk te maken voor iedereen.

Van den Bogaerde: “Dat verdrag is al heel lang geleden opgesteld. maar nu pas geratificeerd. Nederland loopt achter op het gebied van disability studies.”

“We moeten dove mensen niet zien als zielig en kijken naar de dingen die ze niet kunnen. Mensen moeten hen positief benaderen en zien wat ze wel kunnen bijdragen aan de maatschappij. Het gaat om een mindset verandering.”


Ontwikkeling

Volgens Van Zuilen ontwikkelt de gebarentaal zich in “vrij snel” tempo. “Als er in de politiek een nieuw persoon de actualiteit haalt, ontstaat er al snel een naamgebaar voor die persoon. Deze kunnen gebaseerd zijn op uiterlijke kenmerken, eigenschappen of een tic van iemand.”

“De straattaal bij dove jongeren bijvoorbeeld is bijna niet bij te houden. Met mijn 34 jaar ben ik al oud als ik jongeren van 17 tegenkom met allerlei ‘codes’ voor dingen en eigen gebaren. Straattaal is een uiting van creativiteit, het ontstaat er plekke tussen jongeren onderling.”

Door de komst van het cochleair implantaat (CI), waarmee doven en slechthorenden voor een deel geluiden kunnen horen, concludeert Van Zuilen dat gebarentaal wel minder vanzelfsprekend wordt aangeboden aan het dove kind. Ouders die dove kinderen hebben, krijgen hulpverlening die “eenzijdig gericht is op spraak en revalidatie door de verwachtingen rondom het CI”.

Van Zuilen noemt dit een zorgelijke ontwikkeling: “Het gebruiken van gebarentaal is dé manier om een mentale achterstand bij een kind te voorkomen en de acceptatie van doofheid te vergroten. Ook geeft het een kind veiligheid en overzicht in zijn of haar eigen omgeving.”

“Zo dunt de achterban van de dovenwereld uit. Ieder doof en slechthorend kind zou moeten opgroeien met gebarentaal. Er hoeft niet gekozen te worden voor het een of het ander.”


Lagere school

Als het aan Van den Bogaerde ligt, moeten kinderen op de basisschool al kennis over doven en gebarentaal worden bijgebracht. “Je moet kinderen al op jonge leeftijd leren dat mensen die anders zijn, niet minder of meer zijn of eng. Iedereen is anders.”

“Ouders met dove kinderen wordren nu geadviseerd om niet zoveel met gebarentaal te doen, maar om een CI te nemen. Wij moeten als maatschappij gebarentaal omarmen en zeggen ‘we hebben er allemaal baat bij’.”

Van Zuilen is het eens met Van den Bogaerde dat gebarentaal al op de lagere school aan kinderen moet worden geleerd. “De taal kan worden ingezet om het geheugen te versterken, het ruimtelijk inzicht en denkvermogen te vergroten en het komt de expressiviteit ten goede uit.”

25e editie van Tina-dag afgetrapt

Er werden zo’n 25.000 meisjes tussen de zeven en vijftien jaar verwacht.

De meisjes kunnen bijvoorbeeld winkelen, vloggers ontmoeten of een workshop volgen. Op het grote buitenpodium treden artiesten op als Douwe Bob, Ralf Mackenbach, Ronnie Flex en Maan. Ook komt de cast van SpangaS langs.

Het is de 25e keer dat meisjesblad Tina met uitgever Sanoma het evenement organiseert. Het weekblad bestaat volgend jaar vijftig jaar. De betaalde oplage ligt rond de veertigduizend exemplaren.

Zondag is de tweede Tina-dag.

Rudolph van Veen vreest dat hij de maatschappij vetmest

“Ben ik met mijn lekkernijen de maatschappij aan het vetmesten? Dat kan niet de bedoeling zijn”, zegt Rudolph in AD Magazine.

“Toen ik me er een aantal jaren geleden in ging verdiepen, ben ik me wezenloos geschrokken van wat bijvoorbeeld suiker met je doet”, geeft de 49-jarige Van Veen toe. “Nu let ik beter op, merk dat ik me fitter voel als ik gezonder eet.”

Dat hij als kok en patissier is opgeleid in ‘mooi’ en ‘lekker’ is voor de tv-kok ‘een obstakel’. “Als kok in een restaurant denk je: mensen gaan niet dagelijks uit eten, dus als ze komen, wil ik ze verwennen met room en boter. En ik ben gek op bakken – baksels zijn een manifestatie van feest.” 


Suiker

Suiker afzweren vindt de tv-kok te veel afschrikken. “Dus ik pleit ervoor dat je taart zelf maakt in plaats van ergens te kopen. Dan ben je bewuster van wat je binnenkrijgt aan suiker en vet.”

Van Veen is naar eigen zeggen het gelukkigst als hij aan het koken is. Daarom heeft de zitkamer in zijn woning in Hilversum plaats moeten maken voor een enorme keuken, met een aanrechtblad van ruim tien meter. “Koken is een mooie manier van delen”, vindt hij.

“Uiteindelijk eten mensen het op. Dat heb ik altijd zo’n magie gevonden. Alles wat mevrouw Jansen eet, wordt mevrouw Jansen. Oftewel: je bent wat je eet. Het is ook intiem, op een mooie manier. Het verdwijnt ín jou. Die wetenschap, dat ik iets maak dat mensen straks – plastisch gezegd – in zichzelf stoppen, dat is heel bijzonder.”

Wegen naar pretpark Duinrell voor Tina-dag stromen vol

De meisjes kunnen bijvoorbeeld winkelen, vloggers ontmoeten of een workshop volgen. Op het grote buitenpodium treden artiesten op als Douwe Bob, Ralf Mackenbach, Ronnie Flex en Maan. Ook komt de cast van SpangaS langs.

Het is de 25e keer dat meisjesblad Tina met uitgever Sanoma het evenement organiseert. Het weekblad bestaat volgend jaar vijftig jaar. De betaalde oplage ligt rond de veertigduizend exemplaren.

Zondag is de tweede Tina-dag.