RTL Nieuws publiceert lijst met veertien ‘vieze’ restaurants

Eind augustus spanden veertien Chinese restaurants een kort geding aan tegen de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit, die verouderde inspectierapporten over de keukens van de restaurants wilde openbaren.

De informatie is gebaseerd op rapporten die tot november 2015 geldig waren. Het is dus goed mogelijk dat de hygienische situatie in de betreffende restaurants sindsdien veranderd is.

Eerder maakte RTL Nieuws een lijst met 172 restaurants openbaar, die onder verscherpt toezicht zouden staan vanwege hun onhygiënische aard. De NVWA meldt dat er onder meer muizenplagen zijn in de keukens. De restaurants spanden het geding aan omdat de publicatie hen onnodig zou beschadigen. 

De rechter oordeelde begin september dat belang van een transparante overheid groter is dan het feit dat de restaurants schade lijden vanwege de publicatie. RTL Nieuws heeft volgens de rechter op een correctie manier bericht.

Nederlander eet nog altijd te veel zout

Dat meldt het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) woensdag op basis van onderzoek. De helft van de onderzochte mannen had een zoutinname van meer dan 9,7 per dag, tegenover 7,4 gram per dag bij de helft van de onderzochte vrouwen.

Het instituut meet om de paar jaar bij volwassenen hoeveel zout, jodium en kalium zij dagelijks binnenkrijgen. Volgens de onderzoekers is de jodiuminname tussen 2006 tot 2015 afgenomen, met 37 procent bij mannen en 33 procent bij vrouwen. Toch is het risico op een tekort volgens het RIVM klein. Jodium is onder meer belangrijk voor een goede stofwisseling.

De kaliuminname, belangrijk voor regulering van de bloeddruk en vochtbalans, is ongeveer gelijk gebleven. Het gezondheidsinstituut constateert hier dat er slechts ”een klein risico” op een tekort is.


Bewerkte voedingsmiddelen

De Hartstichting, Nierstichting, Nederlandse Hypertensievereniging en de Consumentenbond zeggen het te betreuren dat de zoutinname niet is gedaald. Zij stellen dat 80 procent van de hoeveelheid zout die mensen binnenkrijgen afkomstig is van bewerkte voedingsmiddelen.

”Ondanks alle mooie woorden van de levensmiddelenindustrie om zout in voedingsmiddelen te verlagen, hebben deze inspanningen niet geleid tot een lagere zoutinname door de Nederlandse bevolking.”


Risico

Een hoge zoutconsumptie verhoogt het risico op een hoge bloeddruk en hart- of vaatziekten. Ook kan te veel zout zorgen voor nierschade.

Het Centraal Bureau Levensmiddelenhandel (CBL) is ”verrast” door de uitkomst van het urineonderzoek. Volgens de koepelorganisatie is het zoutgehalte in diverse levensmiddelen tussen 2011 en 2015 met bijna 7 procent gedaald. ”Wellicht strooit de consument zelf zout bij”, aldus het CBL.

‘Een op zes personen zet berichten online zonder aan gevolg te denken’

De meerderheid van de Nederlanders geeft bovendien aan zich (zeer) weinig zorgen te maken over hun digitale veiligheid. Dit geldt voor zowel algemeen publiek (69 procent) als de werkzame bevolking (73 procent). Het algemene publiek is een combinatie van scholieren en studenten, niet-werkenden en gepensioneerden.

Daarnaast schatten beide groepen de kans op slachtofferschap van digitale gevaren in als (zeer) klein. Ze leggen de verantwoordelijkheid hiervoor vooral bij de gebruiker. Beide groepen schatten de kans op slachtofferschap van phishing mails als (zeer) klein. Maar meer dan 50 procent van de mensen wordt daadwerkelijk slachtoffer. 

Mannen zeggen bekender te zijn met cybergevaren en de verschillende vormen van bescherming tegen cybergevaren dan vrouwen. Hoogopgeleiden zijn ook bekender met cybergevaren en maatregelen ter bescherming van deze gevaren dan laagopgeleiden. Echter maken zowel mannen als hoogopgeleiden van de werkzame bevolking zich wel vaker zorgen over hun digitale veiligheid. 


Slachtoffer

Hoewel mannen binnen het algemene publiek hun kans om slachtoffer te worden van online gevaren lager inschatten, worden zij in werkelijkheid vaker slachtoffer.

Bij de werkzame bevolking schatten de mannen de situatie ‘accurater’ in, zij schatten de kans hoger en worden ook daadwerkelijk vaker slachtoffer.

Een op de vijf Nederlandse werknemers eet lunch achter bureau

Dit blijkt uit het European Eating at Work onderzoek van Eurest, uitgevoerd onder 9.477 werknemers in tien Europese landen. Hierbij zijn 1.210 Nederlanders ondervraagd. 

Op de vraag met wie er wordt geluncht, antwoordt 65 procent dat meestal met collega’s te doen. 25 procent van de werknemers zegt vaker met collega’s te willen lunchen. Er wordt gedacht dat dit helpt om de teamband te versterken. 

“De Nederlandse cultuur zit hierachter”, zegt Remco Kokkelink van Eurest aan NU.nl. “We zijn van oudsher gewend om snel twee boterhammen te eten en dan weer door te gaan met werken. We zien eten meer als een noodzakelijk kwaad.”

In Nederland lunchen mensen gemiddeld dan ook maar 26 minuten, dit is twee minuten minder dan in 2012 en het laagst van alle Europese landen. Kokkelink: “Terwijl een langere lunchtijd ervoor zorgt dat de productiviteit over de gehele dag toeneemt.”


Bindmiddel

In Duitsland lunchen mensen vijf minuten meer. Portugal en Italië staan bovenaan met 56 minuten en 52 minuten. Zweden en Ierland hangen er tussen met 37 en 36 minuten. Een op de drie luncht meestal alleen, maar dit lijkt geen vrijwillige keuze. “Dit kan ermee te maken hebben dat sommige mensen buiten de groep vallen”, stelt Kokkelink. “Terwijl samen eten en drinken als bindmiddel kan werken.”

Bij 71 procent van de Nederlandse bedrijven is de werknemer redelijk flexibel in het bepalen wanneer en waar er wordt geluncht; 35 procent kent überhaupt geen regels. De overige 29 procent geeft aan juist helemaal geen controle te hebben. 


Boterham

Het favoriete lunchgerecht is de belegde boterham, gevolgd door fruit, warme snacks en een kom soep. Ook in het merendeel van de andere Europese landen is de boterham het populairst.

In Nederland koopt 17 procent de lunch in het bedrijfsrestaurant, maar het merendeel gaat voor zelfgesmeerd brood.

‘Voer statiegeld in op spijkerbroeken’

Met deze maatregel zou het hergebruik van spijkergoed worden bevorderd, schrijft het AD.

Hergebruik zou tot stand kunnen komen door de spijkerbroek in te leveren bij de winkel waar deze gekocht is of af te geven bij een gemeentelijke afvalstraat. 

Van de twintig miljoen spijkerbroeken die jaarlijks worden verkocht, wordt 15 procent gerecycled. Bij andere materialen, zoals glas en staal, is het hergebruik veel groter. Een groot deel van de spijkerbroeken kan worden gebruikt om nieuwe broeken van te maken. Een ander deel van het verwerkte textiel kan worden gebruikt in de papierindustrie. 


‘Duur systeem’

PvdA-Kamerlid Yasemin Cegerek: “De PvdA gelooft in beloningssystemen, want het prikkelt de consument om iets terug te brengen voor hergebruik. Jaarlijks verdwijnt er 140 miljoen kilo bij het restafval, terwijl het als grondstof kan dienen voor nieuwe producten. Die cultuuromslag is wel nodig. Statiegeld is een systeem waar ik in geloof, ook voor spijkerbroeken.”

VVD-kamerlid Remco Dijkstra ziet daarentegen niets in het statiegeld: “Statiegeld innen is een duur systeem en niet meer van deze tijd.”