Kieskeurigheid bij peuters is volgens onderzoekers sterk genetisch bepaald

Genen spelen dan ook een grotere rol bij moeilijk eetgedrag dan de opvoeding, aldus onderzoekers van University College Londen. Zij analyseerden gegevens van 1.921 families met tweelingen van zestien maanden oud.

De Britten zochten de oorzaken van twee gedragingen, die vaak samengaan: kieskeurigheid (weinig soorten voedsel willen eten) en voedselneofobie (geen onbekend voedsel willen proberen).

De wetenschappers stelden vast dat afwijkingen in kieskeurigheid even sterk beïnvloed werden door genen als door de omgeving. Bij voedselneofobie was de invloed van de genen ook groot, maar speelde de omgeving veel minder sterk mee. De onderzoekers gebruikten hiervoor een methode genaamd ‘kwantitatieve genetische modellering’.

De precieze resultaten van het onderzoek zijn gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Journal of Child Psychology and Psychiatry.


Opluchting

Onderzoeksleider Andrea Smith concludeert dat ouders zich niet geheel verantwoordelijk hoeven te voelen voor het moeilijke eetgedrag van hun kinderen.

“Onze resultaten zijn wellicht een grote opluchting voor ouders die zich schuldig voelen over de kieskeurigheid van hun kinderen. Het besef dat deze eigenschap aangeboren is, kan dit schuldgevoel helpen verminderen”, aldus Smith.

Smith benadrukt dat de bevindingen ouders niet ontslaan van alle verantwoordelijkheid. Eetgedrag is met goede opvoeding wel veranderbaar.

‘Trekvogels zorgen voor verspreiding vogelgriep H5N8′

Dat concluderen onderzoekers van onder meer het Erasmus MC en de Universiteit Utrecht. Zij publiceren hun bevindingen in Science.

In 2014 en 2015 raakten miljoenen vogels in Japan, Noord-Amerika en Europa geïnfecteerd met het H5N8-virus, dat begin 2014 was opgedoken in Zuid-Korea. Daarmee is voor het eerst duidelijk hoe het virus zich zo snel kon verspreiden.

Onderzoekers kwamen achter hun bevindingen door te kijken hoe bepaalde soorten trekvogels met H5N8 zich wereldwijd tijdens seizoenswisselingen gedragen.


Wereldwijde aanpak

“De verspreiding van vogelgriep is een wereldwijd probleem en moet ook wereldwijd worden aangepakt”, stelt Thijs Kuiken van het Erasmus MC. “Het is geweldig om te zien dat wetenschappers op deze schaal samenwerken om een oplossing te vinden.”

Kuiken denkt dat het in de toekomst mogelijk moet zijn om pluimveehouders eerder te waarschuwen over mogelijke virusuitbraken.

Sommige vormen van vogelgriep kunnen dodelijk zijn voor pluimvee en gevaarlijk voor mensen. H5N8 is erg besmettelijk voor gevogelte en overdraagbaar op mensen.