Nederlander is blij met buren

‘Het is nooit aangetoond dat er endorfine vrijkomt tijdens lachen’

In 1988 lieten psycholoog Fritz Strack en twee collega’s proefpersonen pennen tussen hun tanden klemmen om een glimlach te maken. Deze groep beoordeelde krantenstrips daarna als grappiger dan proefpersonen die geen glimlach maakten.

Methodoloog Eric-Jan Wagenmakers herhaalde dit onderzoek met zeventien onderzoeksgroepen in negen landen en vond geen enkel bewijs. Zij stelden dat glimlachen strips niet leuker maken. Hierdoor kopte NRC “Glimlachen maakt toch niet gelukkiger”.  

“Het onderzoek van Wagenmakers en zijn collega’s is een goed onderzoek. Maar hiermee worden de eerdere studies naar dit onderwerp niet weggeredeneerd”, zegt Sibe Doosje, universitair docent bij de afdeling klinische psychologie van de Universiteit Utrecht tegen NU.nl.

“Ik blijf van mening dat lachen gezond is. En dan vooral: glimlachen met de ogen. De spiergroepen die samenhangen met lachen zijn de oog- en mondspieren. Vooral met de oogspieren hangen de echte emoties die gevoeld wordt samen.”


Meer plezier

“Lachen is gezond”, vindt ook lachpsycholoog Alida van Leeuwen. “Uit veel onderzoeken is gebleken dat je door lachen gezonde stoffen aanmaakt. Het maakt niet uit of dit een nep-lach of een echte lach is. Doordat je spieren in lachstand staan, reageren je hersenen hier positief op.” Doosje: “Mensen die lachen hebben over het algemeen meer plezier en niet al teveel problemen.”

“Als je doet alsof je lacht, of als je oprecht lacht, dan komt er endorfine vrij”, stelt Van Leeuwen. “Daardoor vermindert het stress. Dit heeft tevens te maken met de endorfine die je aanmaakt. Je hebt minder last van stress-stoffen, kunt je daardoor beter ontspannen en dus voel je je beter.”

Dat endorfine vrijkomt is alleen een vermoeden, stelt Doosje. “Het komt continu overal terug dat je door lachen endorfine aanmaakt, maar dit is nooit wetenschappelijk bewezen. Iedereen neemt het van elkaar over waardoor dit een eigen leven gaat leiden.” 

Wat wel bewezen is, is dat humor invloed heeft op pijndrempels, stelt Doosje. 


Spiegelen

Lachen heeft ook een sociaal aspect. Van Leeuwen: “Mensen die lachen worden positiever benaderd dan mensen die niet lachen. Dit heeft te maken met spiegelneuronen. Als je iemand ziet lachen, ben je geneigd om dit te spiegelen en zelf ook te gaan lachen.”

“Spiegelneuronen zitten er al vroeg in”, stelt ook Doosje. “Dit zie je bij baby’s al. Als een baby lacht, lacht de moeder en andersom.”

Doosje heeft onderzoek gedaan naar de relatie tussen gezondheid en humor. “Humor bevat een psychologisch en sociaal aspect. Het is ook een belangrijk aspect bij daten. Als iemand niet lacht of niet grappig is, dan wordt het meestal ook niets.”

“Mensen die meer lachen en positiever in het leven staan worden ouder”, besluit Van Leeuwen.