Dat concludeert sociologe Sanne Smith van Universiteit Utrecht. Scholen zijn etnisch steeds meer divers, maar toch sluiten jongeren in verhouding vaker vriendschappen met leeftijdsgenoten met dezelfde herkomst.
“Een sociale scheidingslijn tussen etnische groepen kan negatieve gevolgen hebben voor de integratie van allochtonen en autochtonen”, zegt Smith donderdag.
Voor haar onderzoek gebruikte ze Engelse, Duitse, Nederlandse en Zweedse data over vriendschappen in de klas. In totaal de gegevens van ongeveer 18.000 jongeren van 14 jaar oud, uit zo’n 900 klassen.
Dat het uitblijven van die ‘interetnische vriendschappen’ verklaard kan worden door culturele of socio-economische verschillen, haalt Smith onderuit in haar proefschrift. “De opvattingen over culturele en socio-economische onderwerpen leken eigenlijk best op elkaar”, zegt Smith.
Uit de data komt naar voren dat de jongeren met minder interetnische vriendschappen vaak ouders hebben die deze vriendschappen ook niet hebben. Ook hebben kinderen minder vrienden met een andere afkomst als de ouders etnische tradities willen behouden.
Vriendengroepen
Allochtonen en autochtonen reageren daarnaast volgens Smith anders op etnisch gemengde klassen. Zo blijken autochtone kinderen vrienden te maken met leeftijdsgenoten van dezelfde afkomst, zodra die mogelijkheid er is.
En door deze groepsvorming van autochtonen, doen allochtonen hetzelfde.
Interetnische vriendschappen eindigen volgens Smith vaker door een lagere vriendschapskwaliteit. “Daarbij is sociale steun van groot belang. Als twee vrienden ook vele andere vrienden delen, heeft die vriendschap meer kans op voortzetting.”