Mensen met laag inkomen gaan minder vaak naar de tandarts

Dat rijken meer naar de tandarts en de mondhygiënist gaan, lijkt te maken te hebben met de basisverzekering, blijkt maandag uit gegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). 

Volwassenen moeten hun bezoek in principe zelf betalen. Onder kinderen, die de afspraak vergoed krijgen, is er geen verschil tussen arm en rijk.

Bij andere vormen van zorg is het precies omgekeerd. Mensen met een lager inkomen gaan vaker naar huisarts, specialist of psycholoog.

Gemiddeld zijn acht op de tien Nederlanders vorig jaar minstens één keer bij een tandarts geweest: 80 procent van de vrouwen en 77 procent van de mannen. Ze gingen gemiddeld drie keer.


Kunstgebit

Vrijwel alle kinderen gaan naar de tandarts. Na de twintigste verjaardag gaat vier op de vijf mensen nog. Van de bejaarden bezoekt ongeveer de helft nog de tandarts. Dat komt waarschijnlijk doordat veel mensen in die groep een kunstgebit hebben.

Volgens het CBS telt Nederland ruim tienduizend tandartsen en enkele honderden orthodontisten.

Kinderen doen minder klusjes om geld te verdienen

Vooral in de stedelijke gebieden is het aantal klussende kinderen sterk afgenomen. Buiten de grote steden steken kinderen wat makkelijker de handen uit de mouwen.

Dit blijkt uit onderzoek onder bijna duizend kinderen van acht tot en met elf jaar in het kader van de Week van het geld, die maandag van start gaat. In die week worden op duizenden basisscholen gastlessen gegeven over verstandig omgaan met geld.

Uit het onderzoek blijkt verder dat vier op de vijf kinderen van acht tot en met elf jaar zakgeld van hun ouders krijgen. Van de kinderen die geen zakgeld krijgen, geeft 7 procent aan dat de ouders dat niet kunnen betalen.


Eigen bankrekening

Driekwart van de kinderen die wel zakgeld ontvangen, krijgt het geld contant. De rest heeft een eigen bankrekening waar het zakgeld op gestort wordt. De meeste kinderen leggen een deel van hun geld opzij: 86 procent spaart minstens de helft van het zakgeld. De overige 14 procent geeft het meeste geld meteen uit.

Twee derde van de kinderen, zowel jongens als meisjes, koopt speelgoed van het eigen geld. Computerspellen zijn daarnaast populair onder jongens, terwijl meisjes vaker boeken en tijdschriften kopen.

Het onderzoek is een initiatief van Wijzer in geldzaken, onderdeel van het ministerie van Financiën.

‘Kinderen van Turkse afkomst hebben meer last van overgewicht’

Een op de zeven niet-Turkse kinderen heeft last van overgewicht; onder kinderen van Turkse komaf is ongezond gewicht een probleem bij één op de drie.

De GGD stelt in de Volkskrant dat het probleem flink wordt onderschat. Turkse kinderen ontbijten minder gezond en eten minder groenten dan niet-Turkse kinderen.

Ook sporten zij doorgaans minder dan kinderen van andere afkomst. In de Turkse cultuur worden dikke kinderen als gezonde kinderen gezien.


Onmatigheid

Bovendien is onmatigheid een kenmerk van de Turkse eetcultuur. “Nee zeggen tegen je kind is een taboe in de Turkse opvoedcultuur”, stelt een woordvoerder van de GGD. “Het zijn allemaal prinsjes en prinsesjes.”

Ouders in Turkse gezinnen belonen hun kinderen ook vaak met snoep als zij iets goed doen.

Het zou trouwens niet terecht zijn de hele Turkse eetcultuur als ongezond te bestempelen, nuanceert de zegsman. Toch heeft de GGD een speciale cursus ontwikkeld voor ouders van Turkse komaf die leert hoe kinderen een gezonder voedingspatroon kan worden bijgebracht.

Bereken je ruststofwisseling

Het kloppen van je hart, in- en uitademen, het verteren van eten: allemaal processen die ongemerkt plaatsvinden en waar je zelf weinig invloed op hebt. Daarom noemen we basaalmetabolisme in de wandelgangen ook wel het rustmetabolisme of ruststofwisseling. Het gebeurt immers als je lichaam in ‘rust’ is. Hieronder vallen alle biochemische processen die nodig zijn om het lichaam te laten functioneren. Bij al deze processen wordt energie (calorieën) verbruikt.

Ook de hoeveelheid vet- en spierweefsel in het lichaam bepalen hoeveel energie je verbruikt. Het energieverbruik van spierweefsel is hoog, dat van vetweefsel laag. Iemand met veel spierweefsel heeft dus een hogere ruststofwisseling dan iemand met weinig spierweefsel. In de loop der jaren krijgen zowel mannen als vrouwen meer vetweefsel en minder spierweefsel. Op hoge leeftijd is de ruststofwisseling dus lager dan op jonge leeftijd.

Ruststofwisseling meten

In een laboratorium kun je via een caloriemetrie-onderzoek nauwkeurig je ruststofwisseling laten meten. Dit wordt bijvoorbeeld gedaan bij ernstig zieken. Iemand is daarbij in volledige rust, zonder te slapen, in een aangename omgevingstemperatuur en met een lege maag. Het lichaam heeft dan geen energie nodig voor het reguleren van de lichaamstemperatuur, de spijsvertering of lichamelijke activiteit. Men meet via het onderzoek hoeveel zuurstof iemand verbruikt en hoeveel koolstofdioxide (CO2) iemand produceert. Aan de hand daarvan kan men bepalen wat de snelheid van het energieverbruik van die persoon in rust is.

Voor iedereen is de ruststofwisseling overigens anders. Deze hangt onder andere af van:

  • Geslacht (vrouwen hebben procentueel meer vetweefsel en dus een lagere ruststofwisseling dan mannen).
  • Hoeveelheid spierweefsel (hoe meer spieren, hoe hoger de ruststofwisseling).
  • Leeftijd (hoe ouder, hoe lager de ruststofwisseling).
  • Erfelijkheid.

Dan zijn er ook nog omstandigheden die de ruststofwisseling kunnen beïnvloedend. Zo kunnen ziekte of een trauma (na een ongeluk bijvoorbeeld) de ruststofwisseling verhogen. Het lichaam heeft dan immers energie nodig om het lichaam te herstellen. Ook bepaalde medicijnen verhogen of verlagen de ruststofwisseling.

Bereken je eigen basaalmetabolisme

Het meten van de ruststofwisseling is niet gemakkelijk en bovendien heel duur. Meestal is het ook niet nodig om heel nauwkeurig te meten wat de ruststofwisseling is, dan is berekenen een goed alternatief.

Je kunt een schatting maken van je eigen ruststofwisseling met behulp van verschillende formules. In Nederland wordt daarvoor al jarenlang de zogenoemde Harris-Benedict formule uit 1919 gebruikt. Deze formule is in 1994 aangepast en heet nu de formule van Roza en Shizgal. Deze luidt voor:

  • Mannen: 88,362 + (13,397 x G) + (4,799 X H) – (5,677 x L)
  • Vrouwen: 447,593 + (9,247 x G) + (3,098 X H) – (4,330 X L)

G = lichaamsgewicht in kilogram
H = lichaamslengte in centimeter
L = leeftijd in jaren

Een rekenvoorbeeld: Een vrouw van 45 jaar, 65 kilogram en 180 centimeter lang heeft een ruststofwisseling van
447,593 + (9,247 x 65) + (3,098 x 180) – (4,330 x 45) =
447,593 + 601,055 + 557,64 – 194,85 = 1411,438. Dat is dus afgerond 1411 kilocalorieën.

Bereken je caloriebehoefte

Nu weet je hoeveel calorieën je lichaam nodig heeft om 24 uur per dag in rust te zijn. Maar daarnaast ben je natuurlijk ook in beweging, sport je, werk je, lach je en doe je nog meer dingen. Hoeveel calorieën heb je daarvoor nodig? Dat hangt ervan af hoe actief je bent. Daarvoor wordt de zogenoemde PAL-waarde gebruikt.

PAL-waarden

  • Geen tot weinig lichaamsbeweging (de hele dag op bed): 1,2
  • Lichte lichaamsbeweging (als je zittend werk hebt en je niet aan sport doet): 1,375
  • Normale lichaamsbeweging: 1,55
  • Zware lichaamsbeweging (lichaamsbelastend werk of dagelijks sporten): 1,725
  • Zeer zware lichaamsbeweging (professionele sporters): 1,9

De dagelijkse caloriebehoefte is dan: ruststofwisseling x PAL. Als de vrouw uit het eerdere rekenvoorbeeld een kantoorbaan heeft en twee keer per week een uur sport, valt ze in de groep “Normale lichaamsbeweging”. Haar PAL-waarde is dan 1,55. De hoeveelheid calorieën die ze dan dagelijks nodig heeft is: 1411 x 1,55 = 2187 kilocalorieën. Gemiddeld hebben volwassen vrouwen overigens 2000 kilocalorieën per dag nodig en mannen 2500.

Waarom je altijd spinazie in huis moet hebben

Spinazie is een groene bladgroente die oorspronkelijk uit Azië komt. Het is het hele jaar door verkrijgbaar: in het voorjaar en in de zomer van Nederlandse bodem, in de overige maanden uit Spanje. De groente is rijk aan ijzer, kalium, calcium, fosfor en magnesium en aan vitamine A, vitamine E en foliumzuur.

Kopen en bewaren

Koop je verse spinazie, let dan op of de blaadjes stevig, mals en frisgroen zijn. Verwijder eventueel de dikke steeltjes voor gebruik, was de blaadjes grondig tot al het zand verwijderd is en eet de verse spinazie het liefst op de dag van aankoop op. In de koelkast blijft de groente een à twee dagen goed. Omdat spinazie bij de bereiding erg slinkt, heb je 350-400 gram per persoon nodig om aan een portie van 200 gram te komen.

Spinazie uit de diepvries, een pot of blik bevat bijna net zoveel voedingsstoffen als de verse variant, dus ook dat zijn gezonde opties. Aan blikken en potten wordt wel vaak zout toegevoegd. Koop je diepvriesspinazie, neem dan bij voorkeur niet de à la crème-variant: vanwege het vet is dat een minder gezonde keus dan naturel bladspinazie. Spinazie uit de vriezer, een blik of pot hoef je alleen maar even op te warmen.

Wat kun je maken met spinazie?

  1. Soep: Spinazie leent zich goed voor een lekker soepje, zoals deze lichte spinaziesoep. Het gekookte ei dat je aan de soep toevoegt, voorkomt dat je tanden stroef worden van het in de groente aanwezige oxaalzuur.
  2. Frittata: Een frittata is een soort goedgevulde omelet waarin je allerlei groenten kunt verwerken. Deze frittata met spinazie en chorizo is een ideaal als je weinig tijd hebt om te koken. Combineer de frittata met cherrytomaatjes en volkorenbrood voor een volledige maaltijd.
  3. Smoothies: Verse spinazie doet het uitstekend in een groene smoothie. Zoals in deze combinatie met avocado, komkommer en kiwi.
  4. Salade: Waarom zou je altijd salade maken met sla? Spinazie is ook een fijne groene vulling voor een salade, zoals deze spinaziesalade met geitenkaascroutons.
  5. Ontbijt: Zelfs ‘s ochtends kun je al spinazie eten. Deze oeufs en cocotte, feestelijke eierpotjes uit de oven, zijn een bijzonder ontbijtje, bijvoorbeeld voor Pasen.
  6. Pasta: Spinazie combineert goed met pasta. Voeg het toe aan tagliatelle. Of maak als je eens zin hebt om uitgebreid te kokkerellen zelf ravioli met een spinazievulling.
  7. Ovengerechten: Natuurlijk kun je quiche maken met spinazie. Maar probeer ook eens een ander ovengerecht, zoals deze gratin of een ovenschotel met vegetarische reepjes voor een dagje zonder vlees.
  8. Wraps: Vul tortilla’s met diepvriesspinazie voor een gezonde wrap.

Gratis receptenboekje: Blij met bonen

Met dit receptenboekje wordt het je extra makkelijk gemaakt om bonen en peulvruchten te eten. Tien heerlijke recepten die je zowel als lunch en diner kunt eten. Wat dacht je van een Italiaanse soep met borlottibonen of risotto met kapucijners. Verrassend is de pannenkoekentaart met zoete kidneybonen: peulvruchten zijn namelijk een heel goed alternatief voor het reguliere beslag van veel zoete snacks.

Veel kookplezier en voor daarna: eet smakelijk!

Let op: alleen nieuwsbriefabonnees kunnen de gratis receptenboekjes aanvragen. Door je e-mailadres in te vullen, abonneer je je automatisch op onze wekelijkse nieuwsbrief. Ontvang je onze nieuwsbrief al? Vul dan het e-mailadres in waarop je de nieuwsbrief krijgt.

Controleer ook je e-mailadres voordat je op verzenden drukt. Het receptenboekje wordt gemaild en komt anders niet aan.