‘Verschil levensverwachting tussen mannen en vrouwen blijft’

In de studie van de Amerikaanse Duke University bestudeerden onderzoekers data van meer dan 1 miljoen mensen wereldwijd, daterend van de achttiende eeuw tot het heden. De afgelopen eeuw zag de mensheid de meest forse stijging van de levensverwachting.

De onderzoekers vergeleken de resultaten met de levensverwachting van niet-menselijke primaten. Omdat de genderkloof bij deze dieren ook voorkomt, denkt onderzoeker Susan Alberts dat het verschil “evolutionair diep geworteld is”.

Hoe groot het verschil in levensverwachting tussen mannen en vrouw is, verschilt per land. Zo is het grootste verschil te vinden in de hedendaagse Russische samenleving. Daar is de genderkloof circa tien jaar. Dit in tegenstelling tot de bevolking in landen als Nigeria en India waar het verschil stukken kleiner is.

De resultaten van het onderzoek zijn gepubliceerd in Proceedings of the National Academy of Sciences.

Thuistraining moet tot meer revalidaties leiden bij hartpatiënten

Uit onderzoek komt naar voren dat mensen die een hartrevalidatieprogramma volgen 35 procent minder kans hebben om in de jaren erna te overlijden. Toch volgt minder dan 30 procent van de hartpatiënten na een ziekenhuisopname bij een hartinfarct of acute behandeling aan het hart een hartrevalidatieprogramma.

Ondanks intensieve behandeling vallen patiënten die wel revalideren vaak terug in hun oude leefpatroon.

In het revalidatieprogramma ontwikkeld voor de thuissituatie hebben patiënten invloed op de samenstelling van het programma. Dit zou er toe leiden dat de motivatie en therapietrouw hoger zullen zijn en moet het eindresultaat ten goede komen. Met de conclusies promoveerde onderzoeker Jos Kraal vorige week aan de Universiteit van Amsterdam


Ziekenhuis

Patiënten kunnen of willen niet altijd deelnemen aan het intensieve revalidatieprogramma in het ziekenhuis. Dit kan onder meer komen door de afstand naar het ziekenhuis of door een gebrek aan tijd.

In de betreffende studie werden negentig hartpatiënten, met een laag tot matig risico op een nieuwe incident, verdeeld over een trainingsprogramma dat thuis plaatsvond en een programma dat in het ziekenhuis plaatsvond. Daaruit bleek dat de conditie en de kwaliteit van het leven bij beide groepen evenveel was gestegen.

De kosten voor werkverzuim waren bij de thuistrainers echter lager. Dit komt mogelijk doordat hartrevalidatie voor de thuistrainers beter te combineren was met werkhervatting. De groep die het thuisprogramma volgde bleek tevredener te zijn over het revalidatieprogramma dan de patiënten die de training in het ziekenhuis kregen.

Naar aanleiding van het onderzoek wordt een vervolgstudie gestart. Deze heeft als doel het thuisprogramma en de begeleiding op afstand verder te optimaliseren. De eerste resultaten van deze studie worden eind 2017 verwacht.

‘Onhandelbaar haar wordt veroorzaakt door drie genen’

Noord-Nederland presenteert plannen voor beter OV

Zo moeten er meer treinen en bussen op drukke trajecten komen. Daarnaast wordt er gesproken over moderne voorzieningen voor de overstap tussen bus, trein, fiets en auto. Ook moet er geëxperimenteerd worden op het gebied van duurzaamheid.

“Wij hebben de ambitie om koploper te zijn op het gebied van innovatief en duurzaam openbaar vervoer”, aldus gedeputeerde van de provincie Groningen Fleur Gräper. In de plannen, die de ambities bevatten voor het OV tot 2025, wordt gesproken over zelfrijdende bussen en treinen die moeten rijden op elektriciteit en waterstof.

De OV Ontwikkelagenda is de gezamenlijke agenda van 16 partners in het OV. Hieraan hebben provincies, grote steden, reizigersorganisaties, vervoerbedrijven, OV bureau en ProRail meegewerkt. Het gaat om 50 projecten in totaal. Een aantal daarvan zijn al in uitvoering, de overige initiatieven zijn nieuw.

Londens ziekenhuis stapt over van pieper op moderne telefonie

Royal Free Hospital in Londen gaat een samenwerking met technologiebedrijf Deep Mind aan. Zij stellen dat jaarlijks 10.000 levens gered zouden kunnen worden als doktoren switchen van piepers naar moderne telefonie.

Artsen kunnen door moderne telefonie meteen op de hoogte worden gesteld als een patiënt ernstig ziek is en krijgen meteen alle informatie die ze nodig hebben om actie te ondernemen.

David Sloman, woordvoerder van Royal Free London: “Artsen en verpleegkundigen besteden momenteel veel te veel tijd aan papierwerk. We geloven dat deze technologie deze last aanzienlijk kan verminderen, waardoor artsen en verpleegkundigen meer tijd kunnen besteden aan wat ze het beste kunnen: levens redden.”


Bereikbaarheid

“In het Academisch Medisch Centrum (AMC) werken we nog voornamelijk met de ouderwetse pieper”, zegt een woordvoerder van het Amsterdamse ziekenhuis. “Bij de spoedeisende hulp is er wel een pilot gestart waarbij we met iPhones werken, tot dusver naar tevredenheid.”

Er zitten nog wel voordelen aan een pieper zegt zij. “De bereikbaarheid is een groot voordeel. Je kunt alleen maar werken met moderne telefonie als je zeker weet dat je altijd en overal bereik hebt. Het AMC is bijvoorbeeld een gigantisch gebouw met veel beton. Dit zal bij meerdere grote ziekenhuizen meespelen bij de overweging om op moderne telefonie over te stappen.”

In het Universitair Medisch Centrum Utrecht (UMC) wordt er nog niet op elke afdeling gebruik gemaakt van moderne telefonie. “Maar dit komt niet per se door de bereikbaarheid”, vertelt een woordvoerder. “Er worden naast mobiele telefoons nog piepers gebruikt. Dit is met name uit voorzorg. Als er een bepaald systeem uitvalt en er bijvoorbeeld een reanimatieteam nodig is.”

Aantal mensen met soa’s toegenomen in 2016

Bij alle soorten soa’s is sprake van een toename, met uitzondering van hiv. Dat blijkt uit de maandag gepubliceerde Thermometer seksuele gezondheid 2016 van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM).

Ruim 66.000 mensen lieten zich testen in de eerste jaarhelft, vrijwel evenveel als vorig jaar. Maar het percentage mensen bij wie daadwerkelijk een soa is gevonden, klom van 16,7 procent in 2015 naar 18,2 procent dit jaar.

In totaal kregen 9.429 mensen de diagnose chlamydia, 6 procent meer dan in 2015. Chlamydia is de meest voorkomende soa en komt vooral voor bij vrouwen en heteroseksuele mannen. Ook het aantal gonorroe-infecties steeg opnieuw, met 12 procent tot ruim 2800. Voorheen kwam dit vooral bij homoseksuelen voor, maar de laatste jaren hebben ook steeds meer hetero’s last van deze infectie.

Opvallend is volgens het RIVM de stijging van zogeheten infectieuze syfilis, van 446 naar 629 gevallen. Deze soa komt vooral voor bij mannen die seks hebben met mannen. Bij 125 mensen werd een LGV-infectie gevonden, een agressieve variant van anale chlamydia. In de eerste helft van vorig jaar waren dit er nog maar 88.

‘Kwaliteit Nederlandse lerarenopleidingen is voldoende’

Dit blijkt uit onderzoek van de Nederlands- Vlaamse Accreditatieorganisatie. Van de 126 beoordeelde hbo-bacheloropleidingen tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad zijn er 24 opleidingen met het eindoordeel goed (19 procent). Bij een groot deel van de opleidingen (120) worden één of meer criteria als goed beoordeeld. Over het algemeen zijn alle opleidingen als voldoende beoordeeld.

Punten waarop werd beoordeeld zijn het kwaliteitsniveau van de student aan de lerarenopleidingen, of de leerroutes aantrekkelijk en flexibel zijn, of startende leraren goed kunnen beginnen, of scholen lerende organisaties zijn, of leraren bekwaam en bevoegd zijn en of een school een sterke beroepsorganisatie is.


Ontwikkelen

NVAO-bestuurslid Paul Zevenbergen: “Onze lerarenopleidingen zijn aan de maat. De pabo’s hebben zichtbare stappen gezet, de universitaire lerarenopleidingen werken goed samen met de opleidingsscholen in de regio en de tweedegraads lerarenopleidingen zijn voldoende tot goed en blijven zich verder ontwikkelen.”

De NVAO beveelt de opleidingen aan om zich de komende tijd te richten op zes aspecten. Deze aspecten zijn het aanbrengen van focus bij het kiezen van algemeen vormend en beroepsonderwijs, het binnenhalen van meer expertise op het gebied van het beroepsonderwijs, het zoveel mogelijk minimaliseren van verschillen tussen de kwaliteit van stages op een reguliere stageschool en een ‘opleidingsschool’, het verder ontwikkelen van de onderzoeksleerlijn, het wegwerken van taalachterstanden bij docenten en het monitoren en evalueren van ervaringen met de studiekeuzecheck en decentrale selectie.

‘GGD bezorgd om meer dan helft van kinderopvangcentra’

De Volkskrant trekt die conclusie na onderzoek onder ruim drieduizend kinderdagverblijven, peuterspeelzalen en buitenschoolse opvanglocaties in Nederland.

In arme buurten scoort de zorg slechter op kwaliteit dan op rijkere plekken. Bij ruim twee op de drie kinderopvanglocaties in buurten met een inkomen tot 30.000 euro heeft de GGD lichte of serieuze zorgen. Op plekken waar de inkomens hoger zijn ligt dat percentage op ongeveer de helft.

Een woordvoerder van minister Lodewijk Asscher (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) laat in een reactie aan de Volkskrant weten de cijfers zorgelijk te vinden: “Mocht blijken dat in gebieden met een lage sociaal-economische status de kwaliteit van kinderopvang daadwerkelijk lager is, dan vinden wij dat zorgelijk.”

Ouderbelangenvereniging Boink pleit voor strengere controles door de inspectie en strikter handhaven door gemeentes. “Ouders kunnen er nu niet op vertrouwen dat de kwaliteit van de kinderopvang op de hoek in orde is.”


Onderzoek

In Nederland wordt de kinderopvang geregeld door particuliere bedrijven. Volgens de krant hebben ouders van jonge kinderen geen duidelijke gegevens beschikbaar om de kwaliteit van de opvang te onderzoeken of te vergelijken.

De 25 GGD’s in Nederland houden toezicht op de kinderdagverblijven en maken op basis van openbare rapporten een risico-oordeel over een opvanglocatie. Deze oordelen zijn niet openbaar, omdat ze door de gezondheidsdienst voor intern gebruik zijn. 

Een zorg hoeft in de praktijk niet altijd te betekenen dat er iets aan de hand is. “Het is een instrument voor toezichthouders om in te schatten hoe intensief er toezicht moet worden gehouden”, aldus Mireille Gemmeke van de GGD in de Volkskrant.