‘Volkoren-knäckebröd bestaat voor aanzienlijk deel uit witte bloem’

De Consumentenbond onderzocht tien soorten knäckebröd op de structuur, ingrediënten en smaak. De fabrikanten verantwoordelijk voor de crackers is door de Consumentenbond verzocht om de samenstelling te wijzigen, of de verpakking aan te passen,

Het knäckebröd van de Albert Heijn, Aldi, Bolletje, Jumbo, Lidl en Plus blijkt niet geheel uit volkorenmeel te bestaan. Bij brood is de term ‘volkoren’ alleen toegestaan als 100 procent van het meel volkoren is, voor andere bakkerijproducten geldt die regel niet. Dan moet een product voor minstens 50 procent uit volkorenmeel bestaan.


Beste koop

De crackers van het merk Fjord, te koop bij onder andere Jumbo, Plus, Dirk en Coop, wordt door de Consumentenbond als beste koop en als beste uit de test bestempeld. 

Vier jaar geleden onderzocht de Consumentenbond verschillende volkorenproducten als beschuit, ontbijtkoek en crackers. Ook toen bleek dat de producten niet geheel uit volkorenmeel bestonden.

Steeds meer Nederlanders kopen levensmiddelen via internet

Ook medicijnen worden vaker op internet aangeschaft, blijkt uit cijfers die het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) donderdag publiceert.

Bijna een op de tien Nederlanders heeft weleens online geneesmiddelen gekocht. In 2012 was dit slechts twee op de honderd.

Ook in alle andere aankoopcategorieën zijn stijgingen zichtbaar. Reizen en accomodaties zijn dit jaar door meer dan 40 procent van de consumenten online geboekt, een stijging van meer dan 10 procent ten opzichte van 2012. Ook kleding en sportartikelen worden vaker via het internet gekocht.


65-plussers

In totaal is het aantal online aankopen voor privé-doeleinden de afgelopen vier jaar met 9 procent toegenomen. Opvallend is dat 65-plussers steeds vaker online winkelen. Sinds 2012 is het aantal consumenten binnen deze doelgroep met 46 procent gestegen.   

Uit het onderzoek blijkt ook dat de consumenten goed onderzoek doen voordat zij overgaan tot een aankoop. Bijna de helft geeft aan (bijna) altijd op zoek te gaan naar informatie over aanbieders. 35 procent laat weten recensies en/of product- of prijsvergelijkingswebsites of -apps te lezen voor hun mogelijke aankoop.

Eén op de vijf Chinezen gebruikt slaappillen

Dit is een groot verschil in vergelijking met inwoners uit andere landen, blijkt uit de Sleep Census die jaarlijks wordt gepubliceerd. Hieraan werkten onderzoekers mee van de universiteit van Loughborough. In westerse landen als Groot Brittannië en Australië ligt dit aantal veel lager, onder de tien procent.

Voor het onderzoek deden meer dan 15.000 respondenten mee uit vijf verschillende landen: China, Zuid-Korea, Zuid-Afrika, Australië en het Verenigd Koninkrijk.

Ook werd hen gevraagd naar hun slaapproblemen. In Zuid-Korea hebben de meeste mensen (bijna dertig procent) last van insomnia, wat inhoudt dat zij gedurende de laatste drie maanden minimaal drie dagen per week slecht sliepen. In de overige landen ligt dit percentage op twintig procent.


Oncomfortabel bed

De meeste respondenten kunnen geen duidelijke reden geven voor dit slaapgebrek. Nachtelijk wc-bezoek en een oncomfortabel bed leiden ook vaak tot een slechte nachtrust.

24 procent van de deelnemers slaapt niet het aantal gewenste uren. Inwoners uit Zuid-Korea en China maken zich het meest zorgen over hoe dit hun werk beïnvloedt.

Mensen uit Australië, het Verenigd Koninkrijk en Zuid-Afrika voelen zich het meest onuitgeslapen wanneer zij wakker worden. Het merendeel van de onderzoekdeelnemers denkt dat hun prestaties op het werk zouden verbeteren wanneer zij een betere nachtrust zouden hebben.

ANWB voorziet wegenwachtauto’s van reservewiel

‘EXIT-gen is bewijs waarom kanker minder vaak voorkomt bij vrouwen’

Uit eerder onderzoek bleek dat een vorm van leukemie werd veroorzaakt door een mutatie in een gen genaamd KDM6A, dat is gekoppeld aan het x-chromosoom. Bij de embryo-formatie van meisjes wordt één van de x-chromosomen uitgeschakeld, wat zou betekenen dat vrouwen en mannen evenveel kans hebben op de ontwikkeling van kanker.

Echter bleek dat enkele genen op dit inactieve x-chromosoom de slapende cellen ‘ontvluchten’ en wel normaal functioneren. Deze ‘wakker gemaakte’ genen blijken een werkende kopie van KDM6A te zijn en hebben juist een tegenovergestelde werking van het gen. Het gen beschermt de cel tegen mutatie en het ontwikkelen van kanker. 


EXITS

De onderzoekers doopten deze specifieke cellen om tot ‘EXITS’. “Uit deze theorie blijkt dat cellen van mannen slechts een schadelijke mutatie in één van de EXIT-genen nodig hebben om kanker te ontwikkelen. Vrouwelijke cellen hebben mutaties nodig in beide kopieën”, vertelt Andrew Lane, één van de auteurs van de studie.

Om deze hypothese te testen hebben de onderzoekers de genomen onderzocht van meer dan 4.000 tumoren die in totaal hoorden bij 21 typen kanker. Hierbij werd gekeken of de gevonden afwijkingen vaker voorkwamen in mannelijke of in vrouwelijke cellen.

De resultaten waren opvallend: van de bijna achthonderd genen die alleen op het X-chromosoom voorkwamen, waren er zes die vaker muteerden bij mannen dan bij vrouwen. Bij de overige 18.000 genen was er geen verschil op te merken bij het aantal mutaties.


Overtuigend bewijs

“Het feit dat de genen die vaker muteerden bij mannen exclusief op het X-chromosoom werden gevonden, en dat de meerderheid daarvan vermoedelijk ook EXIT-genen zijn, is overtuigend bewijs voor onze theorie”, aldus Lane. “De bescherming die voortvloeit uit de kopieën in de vrouwelijke cellen helpt te verklaren waarom veel soorten kanker minder vaak voorkomen bij vrouwen en meisjes.”

“Vrijwel voor elk type kanker geldt dat het vaker voorkomt bij mannen dan bij vrouwen. In sommige gevallen gaat het om slechts een paar procent verschil, maar bij andere soorten hebben mannen twee tot drie meer kans op het krijgen van de ziekte. Uit data van het Amerikaanse Kanker Instituut blijkt dat mannen gemiddeld twintig procent meer kans hebben om kanker te krijgen.”

Het onderzoek is gepubliceerd in Nature Genetics.

‘Gezondheidszorg EU is niet efficiënt genoeg’

Dat blijkt uit een gezamenlijk gezondheidsonderzoek van de Europese Commissie en de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OECD) dat woensdag in Brussel werd gepresenteerd. Volgens de onderzoekers kosten voortijdige sterfgevallen de Europese economie elk jaar zo’n 115 miljard euro.

Volgens Angel Gurría, secretaris-generaal van de OECD, kunnen “veel meer levens worden gered als het niveau van de gezondheidszorg in de EU wordt verbeterd.” De zorg moet efficiënter, toegankelijker en beter gericht op maatschappelijke ontwikkelingen, zoals de verouderende bevolking.