Voetbal steeds populairder bij meisjes en vrouwen

Dat is de grootste vrouwelijke aanwas van alle sportbonden, meldt het Mulier Instituut.

De actieve voetbalsters zijn van alle leeftijden en spelen niet alleen bij verenigingen maar ook vaak in parken, op pleintjes en straten.

Vooral jonge meisjes voetballen vaker. Van de vrouwelijke KNVB-leden is nu tweederde jonger dan achttien jaar. Vóór 2003 waren er juist meer vrouwen van achttien jaar en ouder actief in competitieverband in vergelijking met meisjes.


Derde sport

Voetbal is nu onder meisjes de derde sport. Alleen gymnastiek en hockey trekken meer meisjes. Onder vrouwen zijn hardlopen, fitness en yoga de snelste groeiers.

Deze zomer wordt het EK Vrouwenvoetbal in Nederland gespeeld, van 16 juli tot 6 augustus. Vrijdagavond spelen de Nederlandse vrouwen tegen Frankrijk hun eerste oefenwedstrijd.

Ouders met kleine kinderen zijn vaker ziek

Dat blijkt uit onderzoek van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).

Van de ouders met kinderen jonger dan vier jaar zei 56 procent last te hebben gehad van verkoudheid, keelontsteking, griep of voorhoofdsholteontsteking in de twee maanden voordat ze werden ondervraagd. Bij de totale groep ondervraagden gaat het om 40 procent.

Ouders van kinderen tussen de vier en twaalf jaar (42 procent) en twaalf jaar of ouder (34 procent) zijn minder vaak verkouden, net als mensen zonder thuiswonende kinderen (33 procent).


Veertigplussers

Bovenste luchtweginfecties komen over het algemeen vaker voor bij mensen boven de veertig, aldus het CBS. Dat ouders van jonge kinderen vaker ziek zijn, kan dus ook samenhangen met het feit dat ze gemiddeld jonger zijn dan mensen zonder thuiswonende kinderen of met oudere kinderen.

Als rekening wordt gehouden met hun leeftijd, maken ouders van jongere kinderen nog steeds ruim anderhalve keer zoveel kans om grieperig of verkouden te worden dan mensen zonder of met oudere kinderen.

Oudere Amerikanen wonen vaker ongetrouwd samen

In 2016 woonden 18 miljoen Amerikanen samen, waarvan ongeveer een kwart bestond uit vijftigplussers. Voor die groep gaat het om een toename van 75 procent ten opzichte van 2007, blijkt uit onderzoek van Pew Research Center.

Het aantal zogenoemde “grijze scheidingen”, scheidingen onder volwassenen van vijftig jaar en ouder, is ongeveer verdubbeld sinds de jaren 90. Verder is ook het percentage oudere Amerikanen dat nooit getrouwd is hoger dan voorheen. 27 procent van de samenwonende vijftigplussers is nooit getrouwd. De helft is gescheiden en 13 procent is weduwe of weduwnaar.

In jongere leeftijdsgroepen is de meerderheid van de samenwonende volwassenen nooit getrouwd. Het gaat hierbij om 97 procent van de 18- tot 24-jarigen en 85 procent van de 25- tot 34-jarigen.

De meeste oudere samenwonende koppels waren in de vijftig. 30 procent was in de zestig, 10 procent in de zeventig en 3 procent was 80 jaar of ouder.

Nederlandse twintigers lopen meeste risico op soa of hiv

Dat blijkt uit de Gezondheidsenquête/Leefstijlmonitor van het CBS in samenwerking met het RIVM, Rutgers en Soa Aids Nederland. Zij voerden onderzoek uit onder ruim 9.000 respondenten.

Van de mannen tussen de twintig en dertig zegt 9 procent het laatste sekscontact te hebben gehad met een losse partner zonder dat er een condoom werd gebruikt. Bij vrouwen in dezelfde leeftijdsgroep ligt het percentage op 7 procent.

Van alle Nederlanders van zestien jaar en ouder heeft 3 procent tijdens het laatste sekscontact onbeschermde seks gehad met een losse partner. In totaal hadden meer mannen (3 procent) dan vrouwen (2 procent) de laatste keer seks zonder condoom met een losse partner.

Van de ondervraagden heeft 4 procent zich het afgelopen jaar laten testen op hiv en 5 procent op een soa. Mannen en vrouwen laten zich even vaak testen op hiv, maar vrouwen laten zich vaker testen op een soa (6 procent tegenover 4 procent).


Niet-westerse migratieachtergrond

Twintigers laten zich het vaakst testen. Zo heeft 11 procent zich het afgelopen jaar op hiv laten testen en 14 procent op een soa.

Verder hadden Nederlanders met een niet-westerse migratieachtergrond en van de tweede generatie het afgelopen jaar vaker meerdere sekspartners dan andere Nederlanders. Ook laten ze zich vaker testen op hiv en soa: 15 procent liet zich testen op soa en 10 procent op hiv.

Ook mannen die seks hebben met mannen lieten zich vaker testen. Ongeveer een op de vijf mannen liet onderzoeken of hij een soa of hiv had; zes keer zo vaak als heteroseksuele mannen.

Steeds meer kinderen naar buitenschoolse- en dagopvang in Nederland

Tegelijkertijd ligt het aantal werkende vrouwen op het hoogste niveau sinds 2012, zo blijkt uit cijfers van de Belastingdienst en het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, die vrijdag zijn bekendgemaakt.

Dat er meer gebruik is gemaakt van kinderopvang komt vooral door de aantrekkende economie en de hogere kinderopvangtoeslag.

Steeds meer vrouwen en mannen met kinderen werken. Vrouwen werken gemiddeld ruim 25 uur per week en moeders met jonge kinderen tot en met elf jaar nog iets meer.

“Het is fantastisch om te zien dat er steeds meer moeders werken en dat hun kinderen het dan tegelijkertijd naar hun zin hebben op de opvang”, aldus minister Lodewijk Asscher van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. 


Buitenschoolse opvang

Over heel 2016 gingen gemiddeld 682.000 kinderen naar de opvang, tegen 639.000 in 2015 en 620.000 in 2014.

In het vierde kwartaal was de buitenschoolse opvang het meest in trek met 325.000 kinderen. 277.000 kinderen gingen naar de dagopvang. Verder hadden 65.000 kinderen van nul tot en met drie jaar een gastouder, net als 54.000 kinderen tussen de vier en twaalf jaar. Sommige kinderen maken gebruik van meerdere vormen van opvang.

In 2016 zijn er 768 centra voor dagopvang bijgekomen. Er zijn er nu 7.499, 11,4 procent meer dan in 2015. Dat hangt onder meer samen met de omvorming van peuterspeelzalen naar kinderopvanglocaties.

Het aantal locaties voor buitenschoolse opvang is in 2016 met 230 toegenomen tot 6.648. Bij de gastouderopvang daalt het aantal plaatsen al jaren. Er zijn nu 919 gastouders minder dan begin 2016.

‘Nierschade heeft ook nadelige gevolgen voor hersenen’

Dat blijkt uit recent onderzoek, uitgevoerd door wetenschappers van het universitaire ziekenhuis Maastricht UMC+. Voor dit onderzoek zijn er drieduizend mensen tussen de 40 en 75 jaar onderzocht.

“Ook bij een milde vermindering van de nierfunctie kan al schade aan andere orgaansystemen worden waargenomen, waarbij de belangrijkste bevinding van het onderzoek was dat deze schade ook het brein betreft”, aldus Maastricht UMC+ donderdag. Het heeft aanwijzingen dat nierschade elders effect heeft door schade aan de allerkleinste bloedvaten.

Chronische nierschade treft ongeveer één op de tien personen.

‘Een op de tien doden wordt veroorzaakt door roken’

Dat blijkt uit het Global Burden of Disease-rapport, gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift The Lancet.

Voor het onderzoek werden de rookgewoonten van inwoners uit 195 landen geanalyseerd, in de periode tussen 1990 en 2015.

Meer dan een miljard van deze mensen rookte in 2015 dagelijks. Een op de vier mannen rookt dagelijks en een op de twintig vrouwen stak in 2015 elke dag een sigaret op. Dat is wel een vermindering ten opzichte van 1990. Toen rookte nog een op de drie mannen dagelijks en een op de twaalf vrouwen.

Wel is de totale hoeveelheid rokers toegenomen, aangezien de populatie de afgelopen 25 jaar is toegenomen. Ook is er een stijging op te merken in het aantal doden ten gevolge van roken. Dat zijn er ruim 6,4 miljoen, een stijging van 4,7 procent.


Waarschuwing

De afgelopen 25 jaar hebben diverse landen actie ondernomen om mensen te helpen stoppen met roken, zoals het verhogen van belasting op sigaretten en waarschuwing op pakjes tabak. Zo zag Brazilië het aantal mannelijke rokers zakken van 29 naar 12 procent. Het aantal vrouwelijke Braziliaanse rokers zakte van 19 naar 8 procent. Rusland en enkele delen van Afrika zagen het aantal vrouwelijke rokers juist stijgen.       

“Ondanks dat de schadelijke gevolgen van tabak al meer dan een halve eeuw wereldwijd worden verkondigd, rookt een op de vier personen dagelijks”, zegt hoofdauteur Emmanuele Gakidou. “Roken is nog altijd de op een na grootste risicofactor op een vroegtijdige dood en daarom moet er meer ondernomen worden om het aantal rokers te verminderen.”

‘Een op de tien doden wordt veroorzaakt door roken’

Dat blijkt uit het Global Burden of Disease-rapport, gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift The Lancet.

Voor het onderzoek werden de rookgewoonten van inwoners uit 195 landen geanalyseerd, in de periode tussen 1990 en 2015.

Meer dan een miljard van deze mensen rookte in 2015 dagelijks. Een op de vier mannen rookt dagelijks en een op de twintig vrouwen stak in 2015 elke dag een sigaret op. Dat is wel een vermindering ten opzichte van 1990. Toen rookte nog een op de drie mannen dagelijks en een op de twaalf vrouwen.

Wel is de totale hoeveelheid rokers toegenomen, aangezien de populatie de afgelopen 25 jaar is toegenomen. Ook is er een stijging op te merken in het aantal doden ten gevolge van roken. Dat zijn er ruim 6,4 miljoen, een stijging van 4,7 procent.


Waarschuwing

De afgelopen 25 jaar hebben diverse landen actie ondernomen om mensen te helpen stoppen met roken, zoals het verhogen van belasting op sigaretten en waarschuwing op pakjes tabak. Zo zag Brazilië het aantal mannelijke rokers zakken van 29 naar 12 procent. Het aantal vrouwelijke Braziliaanse rokers zakte van 19 naar 8 procent. Rusland en enkele delen van Afrika zagen het aantal vrouwelijke rokers juist stijgen.       

“Ondanks dat de schadelijke gevolgen van tabak al meer dan een halve eeuw wereldwijd worden verkondigd, rookt een op de vier personen dagelijks”, zegt hoofdauteur Emmanuele Gakidou. “Roken is nog altijd de op een na grootste risicofactor op een vroegtijdige dood en daarom moet er meer ondernomen worden om het aantal rokers te verminderen.”

‘Nierschade heeft ook nadelige gevolgen voor hersenen’

Dat blijkt uit recent onderzoek, uitgevoerd door wetenschappers van het universitaire ziekenhuis Maastricht UMC+. Voor dit onderzoek zijn er drieduizend mensen tussen de 40 en 75 jaar onderzocht.

“Ook bij een milde vermindering van de nierfunctie kan al schade aan andere orgaansystemen worden waargenomen, waarbij de belangrijkste bevinding van het onderzoek was dat deze schade ook het brein betreft”, aldus Maastricht UMC+ donderdag. Het heeft aanwijzingen dat nierschade elders effect heeft door schade aan de allerkleinste bloedvaten.

Chronische nierschade treft ongeveer één op de tien personen.