‘Nederlanders eten veel te weinig asperges’

Ondanks de veelzijdigheid van de groente eten mensen volgens hen veel te weinig asperges. “De Nederlander eet gemiddeld maar 800 gram per jaar en slechts 25 procent van de Nederlanders eet überhaupt asperges”, zegt Anneloes Meelkop van het Nederlands aspergecentrum. “Daar is nog veel werk in te verzetten.” Het Aspergecentrum gaat daarom de straat op om de groente aan mensen te laten proeven. “Zo willen we laten zien wat je allemaal met de asperge kunt en dat ze ook helemaal niet moeilijk zijn om te bereiden.”

Want daar zit de crux: veel mensen denken dat het veel werk is om asperges op tafel te zetten en beginnen er daarom niet aan. “Dat is een vooroordeel, ze denken dat het bewerkelijk is. Daardoor worden ze geremd om het te proberen.”

Asperges dienen voor het koken eerst geschild te worden vanaf ongeveer drie centimeter onder het kopje. Van de onderkant van de asperge moet ongeveer 1,5 centimeter worden gesneden. “Je moet de asperges koud opzetten met alleen wat zout erbij”, legt aspergeteler Guusta Noordam uit. “Vervolgens laat je ze ongeveer acht minuten koken. Daarna laat je ze nog even staan, afhankelijk van hoe gaar je ze wilt hebben. Groene asperges hoef je niet te schillen en kook je iets korter.”

Gebruik wel verse asperges, benadrukt Meelkop. “Als ze mooi wit zijn, glanzen en als ze piepen wanneer je ze tegen elkaar aanwrijft, dan heb je met verse te maken. Bewaar ze maximaal drie dagen in een vochtige theedoek in de koelkast.” Groene en paarse asperges moeten worden bewaard in een open, plastic zak. 

Het aspergeseizoen eindigt 24 juni, maar ook daarna kan men nog even genieten van ‘het witte goud’. “Als je de asperges schilt, kun je ze invriezen in een plastic diepvrieszak en een half jaar bewaren. Als je ze kookt, kun je ze gewoon bevroren in de pan gooien.”


Wit, groen en paars

“98 procent van de geteelde asperges in Nederland is wit. De rest bestaat uit groene asperges”, vertelt Meelkop.

“Dan zijn er ook nog paarse asperges, maar dat is een minimaal aantal. De witte zijn een stuk populairder omdat het echt traditie is om deze met de lente te eten. Asperges worden echt gelinkt aan het lentegevoel, maar met groene asperges is dat niet zo.”

​”Groene asperges groeien boven de grond, witte onder de grond. Naar groene asperges is een stuk minder vraag dan naar witte”, merkt Noordam.

“Asperges zijn een voorbode van de lente. Een echte seizoensgroente. Sommige telers willen het hele jaar asperges aanbieden, maar dat zou ik jammer vinden. Het is toch een traditie en die verdwijnt dan. Net als met haring, dat eet je toch ook niet het hele jaar?”

Noordam verwacht dit jaar een snelle oogst. “Door het warme weer komen de asperges massaal op en beleeft de oogst een snelle start. We kunnen nog niet vertellen of we het eind van juni daarom gaan halen.” Bij het telen van de asperges gaan de telers de aspergebedden langs. Zien ze een scheurtje, dan betekent dat dat er een asperge aankomt. Die wordt vervolgens gestoken en op die plek groeit dan geen nieuwe asperge meer, legt Noordam uit. “Van een plant steken we ongeveer tien stengels en de andere tien laten we staan om de plant aan te laten sterken.”


Wokken

De traditionele bereiding van asperges - met ham, ei en botersaus - is onverminderd populair, zegt Meelkop. “Er is wel steeds meer interesse in andere bereidingen. Zo kun je de asperges ook goed wokken, in een ovenschotel doen of in een salade.”

“Asperges kunnen overal in”, zegt Noordam. “Er wordt zelfs ijs en bavarois van gemaakt, of het wordt gebruikt in sushi. Het combineert ook goed met vis zoals zalm en kabeljauw en ook met kalfvlees, dat is niet sterk van smaak.”

Behalve lekkere gerechten leveren asperges ook positieve gezondheidsvoordelen op. “Er zitten veel vitamines, waaronder C en E, en foliumzuur in en ze zijn gunstig voor de bloeddruk, het hart, de nier- en leverfunctie”, zegt Meelkop. “Bovendien bevatten ze ook weinig kilocalorieën, dus asperges zijn heel slank.”

Noordam voegt toe dat asperges vochtafdrijvend zijn. “Ze spoelen ook de afvalstoffen weg. Dat kun je na het eten van de asperges ruiken. Stoffen in de asperge, asparaginezuur, wordt omgezet in zwavelhoudende verbindingen. Die geven je urine de kenmerkende ‘aspergegeur’.” Niet iedereen kan deze aparte lucht ruiken. “Waarom is niet duidelijk, maar de mensen die het niet ruiken hebben waarschijnlijk geen enzymen om de stof om te zetten.”

Feit of fabel: Dit moet je weten over je darmen

NU.nl sprak met Nienke Tode-Gottenbos, darmflora-therapeut en schrijfster van de boeken De Poepdokter – Gezond van mond tot kont en De Poepdokter-Bakt ze bruin. We legden de schrijfster een aantal stellingen voor over de stoelgang.

1. “Yoghurtjes die speciaal voor je darmen gemaakt zijn, zijn goed voor je”: fabel
Tode-Gottenbos: “Ik ben er geen voorstander van. Je hebt twee soorten ‘darmtoetjes’ en het ene toetje zit vol met suiker, daar worden je darmen niet zo blij van. Ook zit er in dat toetje maar één bacteriesoort, dat is niet zo heel veel. Normaal heb je, in probiotica die goed is voor je darmen, zo’n tien à vijftien bacteriesoorten zitten en geen suiker of andere onnodige toevoegingen.”

“Het andere toetje zit vol met vezels. Op zich zijn vezels goed voor je darmen, maar deze toetjes zitten vaak vol met tarwe. En we krijgen al heel veel tarwe binnen, door al het brood dat we eten. Groente, fruit en water zijn veel interessanter voor je darmen. Dan krijg je veel meer vezels, mineralen en vitaminen binnen dan zo’n toetje.”

2. “Vet is slecht voor je darmen”: fabel
“Verzadigde vetten hebben het imago dat ze slecht voor je zijn, omdat je die vetten voornamelijk zou vinden fastfood. Maar verzadigde vetten zitten ook in roomboter en kokosolie en die producten zijn hartstikke goed voor je. Qua onverzadigde vetten zijn olijf- en visolie top voor je darmen. De vetten die niet goed zijn, zitten voornamelijk in margarine en voedingswaren zoals chips, patat en pizza.”

3. “Donker brood is beter voor je dan licht brood”: feit en fabel
“In volkoren brood zitten wel meer vezels dan licht brood – en dat is goed voor je – maar donkerder brood is vaak bijgekleurd en dat is juist niet zo goed voor je darmen. In Nederland eten we al heel veel brood, dus het lijkt me sowieso verstandiger om wat vaker een groentelunch te nemen dan weer een boterham met kaas.”

4. “Ontbijtkoek werkt laxerend en banaan verstoppend”: feit en fabel
“Ontbijtkoek kan voor een goede stoelgang zorgen doordat er rogge in zit – en dus veel vezels -, maar hier kan ook veel suiker in zitten. Bij ontbijtkoek, maar ook bij banaan, verschilt het echt per persoon of het product laxerend of verstoppend werkt. Ook de rijpheid van een banaan is belangrijk, maar ook daar zit verschil in. Bij de één werkt een groene banaan verstoppend en bij de ander juist meer laxerend.”

5. “Koffie zorgt voor maagklachten”: feit en fabel
“Koffie is een typisch laxeermiddel, maar ook bij dit product verschilt het per persoon hoe je erop reageert. In koffie zit cafeïne en die zorgt ervoor dat je wat meer adrenaline aanmaakt. Adrenaline-stoten kunnen inderdaad maagklachten geven en op die manier kun je maagklachten krijgen door koffie. Vooral als je veel koffie drinkt – meer dan drie koppen per dag – én spijsverteringsklachten hebt, is het een idee om te minderen of stoppen met de koffie.”

6. “Veel windjes laten is het bewijs dat je een goede stoelgang hebt”: fabel
“Een paar scheten per dag laten is goed, maar heel veel scheten laten duidt op een probleem met de vertering. Geen scheten laten is geen probleem, mits je er geen last van hebt.”

7. “Diarreeremmers zijn goed om in te nemen tegen diarree”: fabel
“Als je dunne poep hebt, betekent dat er iets uit je lichaam moet. Die noodzaak moet je dan ook niet onderdrukken met een pilletje. Heb je regelmatig last van diarree, dan is het beter om naar de oorzaak te zoeken met een dokter.”

8. “Gehurkt poepen is het beste voor je”: feit
“Om het laatste deel van je dikke darm zit een soort band, die ervoor zorgt dat je je ontlasting niet zomaar laat lopen. Die band ontspant optimaal als je gehurkt gaat zitten, waardoor poepen je ook makkelijker afgaat. Als je ‘gewoon’ op de wc gaat zitten, ontspant die band maar deels. Je kunt de ideale poephouding krijgen door een krukje voor bij je wc te kopen, waar je je voeten dan op kan zetten. Er bestaan zelfs speciale ‘poepkrukjes’ hiervoor, die je online kunt bestellen.”

Kleurrijk gerecht ‘voegt iets toe aan smaak en beleving’

Een Franse fabrikant van tafelaankleding speelde hierop in door vorige week een lijn uit te brengen met servetten in kleuren die goed passen bij gerechten. Zo zou koraalroze tafellinnen de smaak van een aardbeienmousse zoeter laten smaken.

Kleurenpsychologie is ook zeker van toepassing in de culinaire wereld, stelt fooddesigner Marielle Bordewijk. “Rood geeft aan dat iets rijp van smaak is en zoet. Groen is de kleur van de natuur en wit staat voor pure en subtiele gerechten. Oranje geeft een positieve noot aan een gerecht en zwart voegt een gevoel toe van luxe en exclusiviteit.”

Blauw is echter geen populaire kleur in de culinaire wereld. “Wat niet werkt, is blauw eten”, zegt Jonathan Karpathios, eigenaar van restaurant Vork en Mes in Hoofddorp. “Blauw wordt geassocieerd met gif. Denk maar aan de blauwe chardonnay die vorig jaar op de markt kwam, niemand wilde het drinken.” Bordewijk voegt wel toe dat blauw een belangrijke rol speelt in zuivel. “Het is een rationele kleur, het staat voor intellect. Maar blauw voedsel is niet aantrekkelijk om te zien.”  


Kracht

Kleur zegt dus een hoop, zeker wanneer dat wordt gecombineerd. “Contrasterend kleurgebruik spat van het bord af”, zegt Bordewijk. “Het geeft kracht aan een gerecht. Dat wordt ook in winkels gedaan, denk aan een slager die groen nepgras tussen het vlees legt om de producten extra te laten opvallen.”

“Andere succesvolle kleurcombinaties vind je bijvoorbeeld bij de salade caprese, een mooie samenvoeging van groen, rood en wit. Of een donkere chocolademousse die op een wit bord ligt. Zo’n contrast zorgt voor een krachtig, explosief effect en dat kun je versterken door dit door te trekken in het servet. Contrast blijft ook hangen, veel iconische producten hebben ook tegenovergestelde kleuren, zoals de Oreo.”

“Je kunt ook in verschillende gradaties kleurtonen werken. Bijvoorbeeld producten met verschillende tinten groen, die weer op een bord worden gelegd. Dat voegt verfijning en nuance aan het gerecht toe.” Dit wordt vaak toegepast door Karpathios.

“Kleur is voor mij leidend en vaak maak ik gerechten op basis van een kleur. In onze kwekerij pak ik bijvoorbeeld een groene courgette. Daarna ga ik bedenken wat daar qua kleur bij past.”

Dat leidt vaak tot succesvolle combinaties, vertelt Karpathios. “Ik heb nog nooit gehad dat ik op deze manier een gerecht samenstel dat uiteindelijk niet lekker smaakt. Vaak is het zo dat als de kleuren in een gerecht bij elkaar passen, het ook lekker smaakt.”


Beleving

“Op kleur let ik veel. Ik gebruik vooral veel groen, vis en vlees vind ik saai van kleur. Een roze eetbare bloem, daar word je vrolijk van. In de natuur liggen kleur en smaak dicht bij elkaar. Ook zegt kleur iets over het verhaal achter een product, zoals chocola die door de zon oranje is geworden. Het voegt iets toe aan de beleving.”

Hij gaat daarin niet zo ver dat ook het servies op de gerechten worden aangepast, al wordt dat volgens Bordewijk wel vaker gedaan. “Daar is steeds meer aandacht voor, ook in het middensegment. Dat komt ook doordat de leveranciers trendbewuster worden en een steeds groter aanbod van ook betaalbaar servies hebben. Ze bieden leuke collecties.” 


Unicorn

Op Instagram is een andere trend met eten in kleur zichtbaar: het unicornfood. Voedsel, zoals sushi en spaghetti, wordt hierbij gekleurd met onnatuurlijk ogende kleurstoffen uit onder meer biet, met felgekleurde gerechten als gevolg. “Een kleurrijke hype, een tegenbeweging van de ‘puur en eerlijk’-trend”, zegt Bordewijk.

“Dat vinden sommige mensen toch wat saai. Het maakt de consument creatief en het is natuurlijk erg ‘Instagrammable’. Ik denk alleen niet dat dit groot gaat worden in Nederland, het is toch een stapje te ver. Wel wordt er gespeeld met kleuren, maar dan bijvoorbeeld door een regenboogpizza samen te stellen met verschillende kleuren, zoals gele maïs, groene broccoli en rode paprika. Zo’n gerecht oogt lekker en iconischer, zeker met een mooi filter eroverheen.”