Beste bezoeker,
Wij zien dat u een adblocker gebruikt waardoor u alleen advertenties ziet die door uw adblocker worden goedgekeurd.
Dit vinden wij jammer, want NU.nl is mede dankzij onze advertenties gratis toegankelijk. Wilt u een uitzondering maken voor NU.nl,
of meer lezen over hoe wij met advertenties omgaan?
Klik dan hier.
NU.nl zet de belangrijkste regels in de vier grote steden (Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht) op een rijtje.
Hoe zit het met etenswaren?
In Amsterdam en Rotterdam is de verkoop van bederfelijke producten, zoals vlees, vis en zuivel, niet toegestaan. In Den Haag en Utrecht mogen particulieren helemaal geen eten verkopen.
Hoe zit het met drinken?
Nergens mogen particulieren alcohol verkopen. In Amsterdam en Rotterdam mogen particulieren wel frisdrank verkopen in blikjes of plastic flesjes. Glas is verboden in verband met scherven. In Den Haag mogen particulieren helemaal geen drinken verkopen en in Utrecht mogen alleen blikjes frisdrank worden verkocht.
Hoe zit het met de hygiëne?
De risico’s door verontreiniging van levensmiddelen moeten zo klein mogelijk zijn, bepaalt de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA). Zo moeten mobiele of tijdelijke bedrijfsruimten makkelijk schoon te houden zijn en moet de inrichting zo zijn dat er geen verontreiniging van levensmiddelen kan plaatsvinden. Ook moet gereedschap en apparatuur goed schoongemaakt en ontsmet kunnen worden.
De gemeente Rotterdam laat in zijn voorschriften weten dat de standplaatshouder zorg draagt dat de hem toegewezen plaats schoon wordt achtergelaten. Verkopers die etenswaren verkopen, moeten ook een afvalbak plaatsen bij de standplaats.
Waar gaan veel tijdelijke ondernemers de mist in?
Vorig jaar bleek zowel de buitentemperatuur als de bewaartemperatuur van voedsel een probleem, aldus de NVWA. Op verschillende plekken in het land constateerden inspecteurs dat standhouders het eten dat ze verkochten niet warm of niet koud genoeg bewaarden. Verschillende standhouders moesten daardoor voedsel weggooien.
Verspreid over het land werden bij oranjemarkten 410 inspecties uitgevoerd. Daarbij werden dertien boeterapporten en 104 schriftelijke waarschuwingen uitgedeeld. Ruim 10 procent van de inspecties werd uitgevoerd bij particuliere standhouders. Bij geen van hen was de temperatuur van het voedsel in orde.
Waar letten NVWA-inspecteurs op?
Inspecteurs letten op de algemene hygiëne bij het bereiden van voedsel en kijken of er geen verontreiniging of besmetting kan ontstaan op de plek waar het voedsel wordt bereid.
Boetes voor het verkopen van onveilige levensmiddelen liggen tussen de 525 en 1.050 euro. Ook zien inspecteurs van de NVWA erop toe dat onveilig voedsel niet alsnog wordt verkocht.
De leukste bakrecepten voor Koningsdag inclusief handig “verdienmodel” vind je op CookLoveShare.nl
De Niet Invasieve Prenatale Test (NIPT) kan afwijkingen aantonen aan het ongeboren kind, zoals het syndroom van Down. Sinds deze maand mogen deze ziekenhuizen de bloedtest verrichten bij alle zwangeren die dat willen.
Voorheen mocht dat alleen bij een verhoogde kans op een baby met Down of andere afwijkingen. De zwangeren betalen daarvoor een eigen bijdrage van 175 euro.
Van een stormloop op de test zoals die vooraf werd voorspeld, wil de woordvoerder niet spreken. Wel is het druk, beaamde hij. Zo heeft het VUMC zelf in deze periode tot en met dinsdag 1.966 NIP-testen verricht.
Over landelijke aanloopproblemen, zoals de betrouwbaarheid en de lange wachttijden, kon de woordvoerder woensdag niets zeggen. Bij het VUMC waren er volgens hem geen klachten.
Woensdag bepaalde de rechter dat de Staat subsidie mag blijven geven voor de NIPT. Door de subsidie van jaarlijks 26 miljoen euro hoeven de vrouwen maar 175 euro te betalen.
Het Belgische bedrijf Gendia, dat al langer NIP-testen uitvoert in Nederland, had in kort geding geëist dat de subsidie werd gestaakt vanwege ongeoorloofde staatssteun. Daarvoor moest meer dan 500 euro worden afgerekend.
Maar de rechter wees de eis af. Gendia vindt dat er sprake is van valse concurrentie en discriminatie en beraadt zich op hoger beroep.
Volgens de rechter is staatssteun toelaatbaar, omdat er sprake is van een dienst van algemeen economisch belang.
Dat belang is volgens de Staat dat zwangere vrouwen gelijke toegang moeten hebben tot prenataal onderzoek en dat er gelijke keuzevrijheid moet zijn tussen de twee testen hiervoor: de combinatietest en de NIPT. De rechter gaat daar in mee.
Ook schatten niet-westerse mensen hun kans om slachtoffer te worden hoger in, blijkt uit cijfers van het CBS op basis van de Veiligheidsmonitor 2016.
14 procent acht de kans (heel) groot om in 2016 om binnen een jaar slachtoffer te worden van een inbraak. Bij personen met een Nederlandse achtergrond is dit 8 procent. Daarbij geeft bijna 12 procent van de niet-westerse mensen aan dat zij ‘s avonds de deur niet opendoen. Dit geldt voor een kleine 8 procent van de personen van de Nederlandse achtergrond.
Ook geeft deze groep mensen aan vaker slachtoffer te zijn van vermogensdelicten, zoals inbraak of beroving. In 2016 gold dit voor 16 procent van de niet-westerse inwoners, tegen 11 procent van mensen met een Nederlandse achtergrond.
Er is geen verschil aangetroffen tussen beide groepen wat betreft slachtofferschap van gewelds- en vandalismedelicten.
Volgens de organisatie zou er ook een landelijke coördinator moeten komen die de erkende regionale talen in leven houdt.
In 1988 beloofde Nederland, met de ondertekening van het Europees Handvest voor minderheidstalen, om de talen te beschermen en bevorderen. Maar in december 2016 oordeelde de Raad van Europa dat hier in Nederland te weinig aan gedaan wordt. Op sommige scholen in Friesland zou het Friese onderwijs dusdanig tekortschieten dat veel jongeren zelf allerlei varianten op het Fries verzinnen, omdat ze de taal niet goed beheersen.
“Het is niet genoeg om de taal alleen te blijven spreken”, zegt Henk Bloemhoff van het EBLT volgens de NOS. “De organisatie ziet daarom het liefst dat het Fries en Nedersaksisch een vaste waarde worden in het onderwijs. Er gebeuren al wel goede dingen, maar dat kan een stuk beter.”
Het EBLT benadrukt dat het vooral aan structurele aandacht voor de taal ontbreekt. Daardoor zouden volgens de organistie de goedbedoelde initiatieven stranden. “We moeten deze positieve initiatieven juist verbreden en versterken”, aldus Bloemhoff.
Dat blijkt uit onderzoek onder iets minder dan zevenduizend mannen ouder dan 50 jaar uit de streek Molise in Zuid-Centraal Italië, gepubliceerd in The International Journal of Cancer.
Zij werden gemiddeld vier jaar lang geobserveerd, waarbij ook hun koffiegewoonten werden bijgehouden. Dit werd vergeleken met het aantal gevallen van prostaatkanker dat gedurende deze periode ontstond (honderd in totaal).
Daaruit concludeerden de onderzoekers dat mannen die meer dan drie koppen koffie per dag dronken, hun kans op prostaatkanker met 53 procent zagen verminderen ten opzichte van mannen die maximaal twee koppen dronken.
De onderzoekers wilden kijken of deze aanname klopte door met laboratorisch onderzoek te kijken welke invloed koffie-extracten hadden op prostaatkankercellen. Hierbij werd de invloed van zowel cafeïnehoudende- als cafeïnevrije koffie vergeleken.
Daaruit bleek dat alleen cafeïne-extracten de groei en verspreiding van kankercellen tegenhielden. Dit effect trad niet op toen de werking van cafeïnevrije koffie werd onderzocht. Daardoor achten de onderzoekers de kans groot dat cafeïne in koffie deze positieve effecten als gevolg heeft, en niet andere bestandsdelen van koffie.
Wel melden de onderzoekers dat het onderzoek is gedaan onder een Italiaanse doelgroep, die koffie op de “typische Italiaanse manier” bereiden. Dat houdt in dat zij de koffie maken zonder filters, met een zeer hoge watertemperatuur en een hoge waterdruk. Deze methode kan zorgen van een hogere concentratie van bioactieve substanties (een stof die een effect heeft of voortbrengt op een levend organisme, weefsel of cel, red).
“Koffie is een belangrijk onderdeel van de Italiaanse levensstijl. Die wordt niet alleen bepaald door de producten die gegeten worden, maar ook door de specifieke manier waarop dit voedsel bereid wordt”, zegt hoofdonderzoek Licia Iacoiello.
Met de subsidie kunnen zwangere vrouwen de test voor 175 euro laten afnemen. Bij de test wordt bloed van de aanstaande moeder in een laboratorium getest, om zo te onderzoeken of het ongeboren kind een ernstige aandoening heeft.
Eerder spande het Belgisch bedrijf Gendia een kort geding aan omdat de subsidieregeling in strijd zou zijn met de Europese regelgeving. Het bedrijf dat deze test ook aan Nederlandse zwangere vrouwen aanbiedt vraagt voor de test 590 euro en komt niet in aanmerking voor de subsidie.
Volgens de rechter is staatssteun in dit geval toelaatbaar, omdat er sprake is van een dienst van algemeen economisch belang. Dat belang is volgens de Staat dat zwangere vrouwen gelijke toegang moeten hebben tot prenataal onderzoek en dat er gelijke keuzevrijheid moet zijn tussen de twee testen hiervoor: de combinatietest en de NIPT. De rechter gaat daar in mee.
Directeur Patrick Willems van Gendia beraadt zich op het instellen van hoger beroep. Volgens Willems gaat het wel degelijk om valse concurrentie voor buitenlandse laboratoria. “Teleurstellend is ook dat de rechtbank met geen woord rept over het feit dat de subsidieregeling discrimineert, omdat Gendia daarvan is uitgesloten.” Hij wijst erop dat zijn bedrijf veel sneller de testuitslag bekend kan maken dan de ziekenhuizen nu kunnen. Voor een zwangere vrouw is dat van groot belang, aldus Willems.
Nederlandse vrouwen kunnen nu in Nederland een goedkopere test laten afnemen dan de test van Gendia, waardoor het bedrijf hinder ondervindt. De subsidie valt onder staatssteun en deze is op grond van de Europese regelgeving niet altijd toegestaan.
Op grond van dezelfde regelgeving kan staatssteun soms wel toelaatbaar zijn. Volgens de staat zou er een gelijke keuzevrijheid moeten zijn tussen de combinatietest en de NIP-test. Voor zwangere vrouwen zou er ook een gelijke toegang moeten zijn tot deze prenatale screening.
De gezondheidsraad ondersteunt dit standpunt van de Staat en ook de voorzieningenrechter in Den Haag volgt het standpunt van de Staat. De Staat heeft een ruime beoordelingsvrijheid om te bepalen of een bepaalde dienst een dienst van algemeen economisch belang is. De voorzieningenrechter dient de aanwijzing van de NIPT als dienst van algemeen economisch belang daarom terughoudend te toetsen.
Vanaf 1 april komt NIPT beschikbaar voor alle zwangere vrouwen. Tot nog toe konden alleen vrouwen bij wie uit de combinatietest een verhoogde kans op Down was gekomen, de bloedtest laten doen.
In de periode van oktober 2015 tot en met maart 2017 werden 79 mensen met de W-variant besmet, van wie er negen overleden. In de jaren ervoor kwam de besmetting met de W-bacterie vijf à zes keer per jaar voor, aldus het RIVM woensdag.
De symptomen zijn gelijk aan die van de besmetting door andere meningokok-bacteriën, maar de W komt als enige in alle leeftijdscategorieën voor. Normaal slaat de ziekte vooral bij jongeren toe.
Hersenvliesontsteking is goed te behandelen bij mensen die op tijd medische hulp hebben ingeroepen, maar gemiddeld acht van de honderd mensen sterven er toch aan.
Dat betekent dat zij al een vorm van gehoorschade hebben op een leeftijd waar ouderdomsslechthorendheid nog geen rol speelt.
Dat staat in de Oorcheck van de Hoorstichting. Iets meer dan een kwart van de deelnemers tussen de twaalf en vijftig jaar oud kreeg een uitslag van “niet goed”.
De Hoorstichting voerde een hoortest uit onder 157.056 mensen tussen de twaalf en vijftig jaar oud. 99.822 tests zijn gebruikt voor verdere analyse.
De Oorcheck werd online uitgevoerd door negen verschillende woorden te gebruiken. De deelnemers ziet eerst plaatjes van de negen woorden, waarna zij achtereenvolgens 27 keer één van de negen woorden te horen krijgen.
Daarbij verschilt de verhouding tussen ruis en spraak. Per keer dient de deelnemer het gehoorde woord aan te klikken. Wanneer het woord niet verstaan wordt, klikt de persoon op “niet verstaan”.
Van de 23 procent jongeren die de uitslag “niet goed” kregen, dacht 85 procent voorafgaand aan de test een goed gehoor te hebben. Van de mensen van 12 t/m 50 jaar met de uitslag “niet goed”, dacht ruim driekwart (77%) van tevoren een goed gehoor te hebben.