Nederlanders niet massaal naar huis na aardbeving op Kos

Reisorganisaties melden maandag dat slechts een fractie van de Nederlanders op het Griekse eiland door de aardschokken voortijdig huiswaarts ging.

Op het eiland bevinden zich duizenden Nederlanders die hadden geboekt via onder meer Corendon, TUI/Kras en Thomas Cook/Neckermann. Geen van die organisaties meldt een grote uitstroom van toeristen. Het gaat per touroperator om enkele tientallen mensen die afgelopen weekend eerder dan gepland per vliegtuig terugkeerden.

Een aardbeving met de kracht van 6,5 trof in de nacht van donderdag op vrijdag het gebied tussen de Turkse kust en het Griekse eiland Kos. Later volgde nog een naschok van 4,4. De bevingen joegen zich sommige mensen de stuipen op het lijf, maar de meeste vakantiegangers zouden hebben besloten om te blijven.

Onderzoekers positief over nieuwe mogelijkheden hiv-vaccin

Wetenschappers van het Zuid-Afrikaanse centrum melden maandag dat de mogelijkheden om hiv en aids te voorkomen en te genezen dichterbij lijkt nu zij een combinatie van medicijnen en vaccinaties hebben gevonden waardoor regelmatige medicatie in de toekomst mogelijk niet meer nodig is voor patiënten.

“Nieuwe producten blijven nodig. Het gevaar in dit virus ligt in dat het zich constant aanpast, waardoor bestaande medicijnen uiteindelijk niet meer werken”, aldus Lisa Gail-Bekker, hoofdonderzoeker, in een reactie.

Tijdens een conferentie in Parijs presenteerden de onderzoekers hun bevindingen aan het publiek, waarbij ook een medicijn gepresenteerd werd waardoor patiënten iedere vier tot acht weken een injectie moeten komen halen in plaats van dagelijks medicijnen slikken. 

Zo laat je je kind veilig slapen en beperk je het risico op wiegendood

“Wiegendood is het plotseling en onverwacht overlijden van een ogenschijnlijk gezonde zuigeling, meestal tijdens de slaap en vaak zonder aanwijsbare oorzaak”, vertelt Monique L’Hoir, die promoveerde op de preventie van wiegendood.

Buikligging is de belangrijkste risicofactor bij wiegendood, maar ook het gebruik van een dekbed of een verandering van routine (bijvoorbeeld het gebruik van een ander matras in een campingbedje) kan erg riskant zijn, aldus L’Hoir. Door op hun buik te liggen of met hun mond tegen een dekbed aan te liggen, kan het zijn dat baby’s hun uitgeademde lucht deels opnieuw inademen, waardoor ze te weinig zuurstof binnenkrijgen.

“De oer-Nederlandse trappelzak kan uitkomst bieden”, aldus L’Hoir. “Als je baby die draagt, met of zonder een deken overdwars ingestopt, stel je het draaien naar de buik uit. Dat draaien kunnen ze dan oefenen in de box, onder jouw toezicht.

Ook van een fopspeen kan een beschermende werking uitgaan. “Hoe dat precies zit, weten we niet. Een speen zorgt er in elk geval voor dat de spieren in het mond-halsgebied zich ontwikkelen, waardoor de luchtwegen waarschijnlijk minder snel worden afgesloten als de baby op zijn buik ligt.”

Hoewel Nederland voorop loopt in de preventie van wiegendood en het aantal sterfgevallen in de afgelopen 25 jaar afnam van zo’n tweehonderd naar tien tot vijftien per jaar, is het volgens L’Hoir belangrijk om aandacht te blijven besteden aan dit onderwerp. “We hebben geluk dat ouders in Nederland in het eerste jaar met hun baby acht keer naar het consultatiebureau gaan, waar ze goed worden voorgelicht.”


Kinderbedje

De meeste wiegen en kinderbedjes die tegenwoordig te koop zijn, zijn veilig. Dat vertelt Saskia Kloet, die aan VeiligheidNL verbonden is als programmaleider opgroeien en ouder worden.

“Bij het uitzoeken van een bed is het verstandig te kijken naar de ruimte tussen de spijlen (die mogen niet te ver uit elkaar staan) en de ventilatie. Waar je mee moet oppassen, zijn bedjes die bijvoorbeeld al jaren in de familie zijn of waarvan de zijwanden helemaal dicht zijn. Een rieten wieg kan prima, maar dan moet je aan de binnenkant geen bekleding plaatsen.”

Gebruik verder zo min mogelijk losse, maar sowieso geen zachte materialen in het bedje. “Geen babynestjes, kussens, hoofdbeschermers of grote knuffels. Wij raden aan om tot 2 jaar geen dekbed te gebruiken, maar een babyslaapzak”, zegt Kloet. “Die heb je in alle soorten en maten. Aanvullend kunnen een laken en deken worden gebruikt, maar dat is meestal niet nodig.”

“Let ook op de plek van het bed in de kamer. Zet het liever niet bij het raam: een wat ouder kind kan vanuit zijn bed op de vensterbank klimmen en uit het raam vallen, of aan koorden van rolgordijnen trekken of erin verstrikt raken. Het bed mag ook niet te dicht bij de verwarming staan; dat is veel te warm en een kind kan zich er aan branden.”


Commode

Een ander element in de kinderkamer is de commode. “Het is handig als je aan de achter- en zijkant opstaande randen hebt, zodat het aankleedkussen er niet af kan schuiven”, zegt Kloet.

“Zorg verder dat je alles wat je nodig hebt, binnen handbereik hebt, zodat je niet hoeft weg te lopen. Kleine baby’s liggen nog wel stil maar al heel snel kunnen ze gaan rollen. Als je toch iets bent vergeten klaar te leggen, kun je het kind even met aankleedkussen en al in het ledikant leggen. Laat je kind in ieder geval nooit alleen op de commode liggen”

Houd tenslotte rekening met de temperatuur in de kinderkamer. De meest ideale temperatuur ligt tussen de 16 en 18 graden. “Ventilatie is daarbij belangrijk”, zegt Kloet. “Je kunt de dikte van de deken en slaapzak erop aanpassen. Er zijn oneindig veel mogelijkheden.”

Feit of fabel: Waterbestendige zonnecrème bestaat niet

1. Als je factor 50 smeert, word je niet bruin: fabel

Geen enkele factor beschermt je voor 100 procent tegen de stralen van de zon. Ook een factor 50 niet; deze benadert de 98 procent, en dat is trouwens maar een à twee procent meer dan bij een factor 30. En dat geldt ook alleen als je voldoende smeert. Daarbij weten we uit onderzoek dat vrijwel iedereen onvoldoende dik smeert om de aangegeven SPF te bereiken. Ofwel: de huid zal uiteindelijk ook verkleuren als er een SPF 50 is opgesmeerd.

2. Je moet om het uur opnieuw je zonnebescherming ‘verversen’: fabel noch feit
“Helaas, geen enkele zonnebrandcrème behoudt zijn werking de gehele dag. Om de factor te houden die op de verpakking staat, moet je de crème sowieso elke twee uur opnieuw aanbrengen. De werkzaamheid van de filters neemt namelijk af na applicatie. De snelheid waarmee dat gebeurt hangt af van je huidtype, de sterkte van de zon, je activiteit (zwemmen, sporten) en de gebruikte zonfilter. Op dagen dat de zon krachtig schijnt en/of wanneer je veel zwemt of zweet is het inderdaad goed om je zonbescherming ieder uur, of na iedere zwembeurt, te ‘verversen’.”

3. In de schaduw kun je niet verbranden: fabel
“Ook in de schaduw kan de huid verbranden. Afgelopen jaar is nog een onderzoek gepubliceerd door Amerikaanse wetenschappers waarin werd aangetoond dat een parasol onvoldoende bescherming biedt. Parasols laten namelijk toch uv-straling door en reflecterende zonnestralen bereiken uiteindelijk ook gewoon de huid. Het is dus belangrijk dat je je ook insmeert wanneer je in de schaduw zit.”

4. Ramen houden schadelijke uv-stralen tegen: fabel
Ramen houden alleen uv-B straling tegen, uv-A-straling kan wel (gedeeltelijk) door glas (en wolken). Door uv-A-straling verbrand je niet. Je krijgt dus ook geen waarschuwing. Maar uv-A-stralen dringen diep door in de huid, waar ze het DNA beschadigen en veroudering versnellen. Het bindweefsel wordt aangetast en de elasticiteit van de huid neemt af. Ook verhogen uv-A-stralen het risico op huidkanker.

5. Factor 50 is voor mensen met een lichte huid de enige verstandige keuze: fabel
“Aan mensen met een lichte huid of mensen die last hebben van pigmentvlekken, is (het gehele jaar door) een factor 30 of hoger aan te raden. Evenals aan wat minder trouwe smeerders. Zoals gezegd beschermt geen enkele uv-filter je voor 100 procent. Ook een factor 50 niet; deze benadert de 98 procent en dat is maar een à twee procent meer dan bij een factor 30. Sunblocks met extreem hoge factoren zijn soms minder prettig in gebruik en bevatten bovendien vaak meer bestanddelen die voor huidproblemen kunnen zorgen. Om je huid voldoende vitamine D en pigment ter bescherming te kunnen laten opbouwen, is het daarom beter om dagelijks op de juiste wijze een iets lagere factor te gebruiken. Dat is uiteindelijk zelfs veel beter dan je huid het gehele jaar door níet te beschermen en dan alleen die ene zomervakantie een zware sunblock te gebruiken.”

6. Elke keer als je hebt gezwommen moet je je opnieuw insmeren: feit
“Dat is inderdaad verstandig. Producten die waterproof zijn, bestaan namelijk niet (meer). Die claim mag gelukkig ook niet langer gebruikt worden, want het is misleidend. Zwemmen (en afdrogen) zorgen voor het teruglopen van je SPF. Tegenwoordig  zie je trouwens termen als water resistant. Aan deze producten zijn ingrediënten toegevoegd als wax, olie of polymeren die het product resistenter maken voor water. Als je veel zwemt of een slechte smeerder bent, dan is het wel veiliger om voor zo’n crème te kiezen dan een product dat niet waterbestendig is.”

7. Ook als je niet gaat zonnen, moet je je insmeren: feit

“Of je nu op de fiets zit, in de dierentuin rondloopt of een wandeling maakt, de sterkte van de zon is niet ineens anders dan op je handdoekje op het strand. Ook als je ‘gewoon’ buiten bent, is het dus goed om je in te smeren. Het is eigenlijk het gehele jaar door belangrijk je huid te beschermen tegen de stralen van de zon. Ook in de winter of op dagen dat het bewolkt is.”

8. Ook door je kleding heen kun je verbranden: feit en fabel
“De bescherming die kleding de huid biedt, hangt onder meer af van de dikte van de stof en het materiaal. Een zware jeans houdt uiteraard meer straling tegen dan een dunne omslagdoek. Een wit T-shirt heeft ongeveer een SPF van 5. Is het shirt nat, dan blijft er van de bescherming niets meer over. Je kunt dus uiteindelijk toch ongemerkt verbranden onder (zomer)kleding. Er bestaat overigens wel speciale uv-beschermende kleding.”  

9. Zand op het strand kan je bescherming er weer af ‘scrubben’: feit en fabel
Door wrijving van de huid met kleding, handdoeken of bijvoorbeeld zand zal de bescherming van de zonnebrandcrème inderdaad teruglopen. Omgekeerd zijn armen en benen die onder het zand zitten ook een beetje meer beschermd tegen de stralen van de zon.”

‘Huis goed ventileren is de beste manier om ongedierte te bestrijden’

Volgens Albert Weijman, adviseur bij het Kennis- en Adviescentrum Dierplagen, is het vooral belangrijk om je huis goed schoon te houden. “Laat geen eten slingeren en maakt eens in de zoveel tijd het huis goed schoon. Beestjes worden aangetrokken door voedsel en zo houd je ze buiten de deur.”

Weijman zegt dat ongedierte in je huis niet schadelijk voor de gezondheid is. “Het is voornamelijk vervelend voor je. Ongedierte nemen wel ziektekiemen met zich mee die ze kunnen verspreiden, maar daar zul je niet zo gauw ziek van worden. De echte ziekteverwerkers zijn teken en die vind je voornamelijk buiten en dus niet in huis.”


Zilver- en papiervisjes

Zilver- en papiervisjes zitten voornamelijk op warme, vochtige plekken. Volgens Magreet Schijvens van voorlichtingsorganisatie Milieu Centraal is het belangrijk om de plekken waar zilver- of papiervisjes het liefst zitten, goed te ventileren. “Maak ook de kieren en gaten waar ze in en uit kruipen goed dicht. Papiervisjes doen hun naam eer aan: ze leven graag op warme plaatsen waar veel papier ligt, bijvoorbeeld op zolders waar een cv-ketel hangt. Berg boeken en papieren daar op in afsluitbare plastic boxen.”

“Zilver- en papiervisjes zitten voornamelijk in de badkamer, keuken en toilet”, vertelt Richard Piké, directeur bij Van der Velden ongediertebestrijding Amsterdam. “Je kan een spuitbus kopen om de visjes te verdelgen, maar vaak werken die spuitbussen maar tijdelijk. Het beste kun je een professional inschakelen en je huis goed stofzuigen.”


Motten

“Kledingmotten zitten voornamelijk in kleding die van natuurlijk producten is gemaakt, zoals kasjmier, wol en katoen”, aldus Piké. “Zitten er kleine gaatjes in je kleding, dan heb je last van motten. Het beste kun je dan al je kleding op zestig graden wassen, zodat al het ongedierte doodgaat. Een wollen truitje kan dat natuurlijk niet zo goed hebben, dus je kunt je kleding ook dertig uur lang in een vrieskist bewaren, op -20 graden of kouder.” Schijvens geeft als tip om regelmatig je kledingkasten te luchten en je kleding in afgesloten dozen of zakken te bewaren.

Piké: “Je hebt ook voorraadaantasters, motten die in lang houdbare producten gaan zitten zoals macaroni, spaghetti en meel. Als er motten in je eten zitten, moet je die producten gelijk weggooien. Om te voorkomen dat het gebeurt, kun je het beste je lang houdbare producten in afgesloten potten of blikken bewaren.”


Houtaantastende insecten

“Om bijvoorbeeld houtwormen te voorkomen, kun je het beste hout beschermen door middel van verf, bijts of was”, zegt Schijvens. Volgens Piké kun je dit ongedierte ook het beste laten bestrijden door een professional. “Zit het in je meubels of in een fotolijstje, dan kun je die in een vrieskist die -20 graden of kouder is, doen.” Een complete stoel past natuurlijk niet in je eigen diepvries, maar vaak bieden mensen van ongediertebestrijdingsbedrijven wel grote diepvrieskisten aan waar grote meubels in kunnen.


Fruitvliegjes

Fruitvliegjes komen veel in de zomer voor en komen vooral op zoetigheden en voedsel af. De beestjes leggen voornamelijk eitjes op natte en droge plekken, zoals halflege bierflesjes op bij de afvoer in de wasbak. Ook hierbij raadt Piké aan om vaak de boel te luchten. “Laat ook regelmatig het water uit de kraan lopen en wees voorzichtig met het laten staan van lege flesjes in huis.”

Schijvens: “Ververs regelmatig je vuilniszak, maak je gft-bak schoon en droog ‘m nadat ‘ie geleegd is. Zet de kliko niet te dicht bij je huis en niet in de volle zon, zodat de vliegjes niet je huis in komen. Eet ook op tijd je fruit op, want daar komen ze uiteraard op af.”


(Vliegende) mieren

Volgens zowel Schijvens en Piké kun je aan vliegende mieren niet zoveel doen, maar wel aan hun nest. Piké: “Je kan bijvoorbeeld een mierenlokdoosje kopen en dat bij het nest neerzetten. Om het te voorkomen, moet je ervoor zorgen dat je geen eten laat slingeren en dat je regelmatig je aanrecht goed schoonmaakt.”

Schijvens vertelt dat mieren vaste routes volgen via een geurspoor. “Breng ze in de war door dit spoor te onderbreken, bijvoorbeeld door met zeep schoon te maken. Wil je wat aan het nest doen, gooi er dan een paar keer kokend water in. Op deze manier komt er geen gif aan te pas en loop je niet het risico andere nuttige insecten als bijen mee te vergiftigen.”

Volgens Milieu Centraal is schoonmaken de belangrijkste tip om mieren buiten de deur te houden: laat afwas niet staan, veeg kleverige jampotjes af en ruim etensresten direct op.


Wespennest

Volgens Richard Piké ontstaan wespennesten voornamelijk in gevels. “Je moet wespennesten nooit dichtstoppen, want dan kunnen ze zich door je muur heenvreten en in huis komen. Is de situatie helemaal onder controle of wil je wespennesten voorkomen, dan kun je een open stootvoeg in je muur maken. Dat zorgt ervoor dat de boel goed wordt geventileerd.” 

Schijvens raadt aan om een wespennest nooit zelf te verwijderen, maar daarvoor een professional in te schakelen. “Mocht je er erg last van hebben op je terras, kun je een wespenval maken van een halve PET-fles, met de andere helft er omgekeerd in, met daarin een paar centimeter limonadesiroop. De wespen kunnen er wel in, maar niet meer uit en verdrinken in de siroop. Hang de wespenval op een afstandje van het terras. Overigens moet het niet het doel zijn wespen allemaal dood te maken: wespen eten grote hoeveelheden irritante insecten zoals muggen en vliegen, en werken dus ook voor jou.”

‘Huis goed ventileren is de beste manier om ongedierte te bestrijden’

Volgens Albert Weijman, adviseur bij het Kennis- en Adviescentrum Dierplagen, is het vooral belangrijk om je huis goed schoon te houden. “Laat geen eten slingeren en maakt eens in de zoveel tijd het huis goed schoon. Beestjes worden aangetrokken door voedsel en zo houd je ze buiten de deur.”

Weijman zegt dat ongedierte in je huis niet schadelijk voor de gezondheid is. “Het is voornamelijk vervelend voor je. Ongedierte nemen wel ziektekiemen met zich mee die ze kunnen verspreiden, maar daar zul je niet zo gauw ziek van worden. De echte ziekteverwerkers zijn teken en die vind je voornamelijk buiten en dus niet in huis.”


Zilver- en papiervisjes

Zilver- en papiervisjes zitten voornamelijk op warme, vochtige plekken. Volgens Magreet Schijvens van voorlichtingsorganisatie Milieu Centraal is het belangrijk om de plekken waar zilver- of papiervisjes het liefst zitten, goed te ventileren. “Maak ook de kieren en gaten waar ze in en uit kruipen goed dicht. Papiervisjes doen hun naam eer aan: ze leven graag op warme plaatsen waar veel papier ligt, bijvoorbeeld op zolders waar een cv-ketel hangt. Berg boeken en papieren daar op in afsluitbare plastic boxen.”

“Zilver- en papiervisjes zitten voornamelijk in de badkamer, keuken en toilet”, vertelt Richard Piké, directeur bij Van der Velden ongediertebestrijding Amsterdam. “Je kan een spuitbus kopen om de visjes te verdelgen, maar vaak werken die spuitbussen maar tijdelijk. Het beste kun je een professional inschakelen en je huis goed stofzuigen.”


Motten

“Kledingmotten zitten voornamelijk in kleding die van natuurlijk producten is gemaakt, zoals kasjmier, wol en katoen”, aldus Piké. “Zitten er kleine gaatjes in je kleding, dan heb je last van motten. Het beste kun je dan al je kleding op zestig graden wassen, zodat al het ongedierte doodgaat. Een wollen truitje kan dat natuurlijk niet zo goed hebben, dus je kunt je kleding ook dertig uur lang in een vrieskist bewaren, op -20 graden of kouder.” Schijvens geeft als tip om regelmatig je kledingkasten te luchten en je kleding in afgesloten dozen of zakken te bewaren.

Piké: “Je hebt ook voorraadaantasters, motten die in lang houdbare producten gaan zitten zoals macaroni, spaghetti en meel. Als er motten in je eten zitten, moet je die producten gelijk weggooien. Om te voorkomen dat het gebeurt, kun je het beste je lang houdbare producten in afgesloten potten of blikken bewaren.”


Houtaantastende insecten

“Om bijvoorbeeld houtwormen te voorkomen, kun je het beste hout beschermen door middel van verf, bijts of was”, zegt Schijvens. Volgens Piké kun je dit ongedierte ook het beste laten bestrijden door een professional. “Zit het in je meubels of in een fotolijstje, dan kun je die in een vrieskist die -20 graden of kouder is, doen.” Een complete stoel past natuurlijk niet in je eigen diepvries, maar vaak bieden mensen van ongediertebestrijdingsbedrijven wel grote diepvrieskisten aan waar grote meubels in kunnen.


Fruitvliegjes

Fruitvliegjes komen veel in de zomer voor en komen vooral op zoetigheden en voedsel af. De beestjes leggen voornamelijk eitjes op natte en droge plekken, zoals halflege bierflesjes op bij de afvoer in de wasbak. Ook hierbij raadt Piké aan om vaak de boel te luchten. “Laat ook regelmatig het water uit de kraan lopen en wees voorzichtig met het laten staan van lege flesjes in huis.”

Schijvens: “Ververs regelmatig je vuilniszak, maak je gft-bak schoon en droog ‘m nadat ‘ie geleegd is. Zet de kliko niet te dicht bij je huis en niet in de volle zon, zodat de vliegjes niet je huis in komen. Eet ook op tijd je fruit op, want daar komen ze uiteraard op af.”


(Vliegende) mieren

Volgens zowel Schijvens en Piké kun je aan vliegende mieren niet zoveel doen, maar wel aan hun nest. Piké: “Je kan bijvoorbeeld een mierenlokdoosje kopen en dat bij het nest neerzetten. Om het te voorkomen, moet je ervoor zorgen dat je geen eten laat slingeren en dat je regelmatig je aanrecht goed schoonmaakt.”

Schijvens vertelt dat mieren vaste routes volgen via een geurspoor. “Breng ze in de war door dit spoor te onderbreken, bijvoorbeeld door met zeep schoon te maken. Wil je wat aan het nest doen, gooi er dan een paar keer kokend water in. Op deze manier komt er geen gif aan te pas en loop je niet het risico andere nuttige insecten als bijen mee te vergiftigen.”

Volgens Milieu Centraal is schoonmaken de belangrijkste tip om mieren buiten de deur te houden: laat afwas niet staan, veeg kleverige jampotjes af en ruim etensresten direct op.


Wespennest

Volgens Richard Piké ontstaan wespennesten voornamelijk in gevels. “Je moet wespennesten nooit dichtstoppen, want dan kunnen ze zich door je muur heenvreten en in huis komen. Is de situatie helemaal onder controle of wil je wespennesten voorkomen, dan kun je een open stootvoeg in je muur maken. Dat zorgt ervoor dat de boel goed wordt geventileerd.” 

Schijvens raadt aan om een wespennest nooit zelf te verwijderen, maar daarvoor een professional in te schakelen. “Mocht je er erg last van hebben op je terras, kun je een wespenval maken van een halve PET-fles, met de andere helft er omgekeerd in, met daarin een paar centimeter limonadesiroop. De wespen kunnen er wel in, maar niet meer uit en verdrinken in de siroop. Hang de wespenval op een afstandje van het terras. Overigens moet het niet het doel zijn wespen allemaal dood te maken: wespen eten grote hoeveelheden irritante insecten zoals muggen en vliegen, en werken dus ook voor jou.”

De nostalgische kermis: Terug naar vroeger in huidige hectische tijd

Lauran Wijffels, journalist en kermisexpert, was in 1990 al initiatiefnemer van de nostalgische kermis in Tilburg. De tiendaagse kermis, die vrijdag van start ging, is de grootste in de Benelux.

“Ik miste de nostalgie: het was turbo hier en turbo daar”, zegt Wijffels. “Voor de jeugd moet alles snel en hard zijn, dat is al decennialang zo. Maar het houdt een keer op, want het menselijk lichaam heeft ook zo z’n beperkingen. Attracties gaan steeds sneller, maar vind jij het nog leuk als je kotsend uit zo’n molen komt? En is het leuker om 80 meter de hoogte in te gaan dan 70? Ik denk dat de grens wel een beetje bereikt is.”

Voor kermisbezoekers die terugverlangen naar vroeger, is in Tilburg een apart plein ingericht met zo’n dertig nostalgische attracties, zoals een rups, zweefmolen en paardencarrousel.

Voor Wijffels speelt ook mee dat je daar rustig kan zitten en kan kletsen met mensen om je heen. “Het is een verademing om rust te vinden in de herriewoestijn en lekker te kunnen keuvelen onder het genot van een zuurstok.”


Exploitant

Volgens Frank van der Vorst, die zelf jarenlang kermisexploitant was maar nu fungeert als intermediair tussen exploitanten en gemeenten of andere geïnteresseerden die een kermis willen, is de vraag naar nostalgische kermissen inderdaad enorm. “Mensen zijn meer gericht naar het verleden dan naar de toekomst.”

Van der Vorst ziet de afgelopen jaren een kentering in de kermiswereld. “Kleine kermissen verdwijnen, maar in dorpen willen particulieren of ondernemers toch graag zo’n kermis terug”, vertelt hij.

“Ik denk dat je twintig jaar geleden zo’n 1.300 kermissen per jaar had in Nederland, en nu zijn er dat nog zo’n 800. Het aantal pretparken is ondertussen toegenomen; je ziet dat pretparken gedeeltelijk de functie van een kermis overnemen.”

Waar je vroeger tien exploitanten had voor tien attracties, wordt nu in sommige dorpen een complete kermis gehuurd. “Dat valt dan allemaal onder dezelfde noemer en is veel makkelijker te organiseren.”

Een nostalgische kermis past volgens Van der Vorst heel goed bij steden met een historische binnenstad. “Vaak is het prijstechnisch ook interessant. De ritprijzen zijn laag, terwijl je voor een reguliere attractie al gauw meerdere euro’s neertelt. Het is eigenlijk een gouden formule.”

Wat Van der Vorst zelf het meest verhuurt, is de ‘vliegende bank’, waarin mensen op een rijtje zitten. “Die is redelijk makkelijk om op te bouwen en staat binnen een uur, dus dat is kostentechnisch erg interessant. En daar gaat het vaak om.”


Tilburg kermis

In Tilburg zijn in totaal 230 kermisattracties te vinden. “En dan telt de poffertjeskraam ook mee als attractie”, vertelt woordvoerder Irma Galama. Zij beaamt dat de nostalgische kermis populair is, maar de gemeente heeft dit jaar voor het eerst ook een nieuwe attractie die de hoogte in gaat.

“We hebben een ‘dinner in the sky’.” Gasten worden dan met een hoogwerker 50 meter de lucht in getild, waar ze vervolgens kunnen dineren. “Hetzelfde platform wordt gebruikt voor een ‘concert in the sky’ en voor mensen die willen bungeejumpen.”

Verder is er een uitzichttoren van 90 meter hoog, waar gasten doorheen kunnen lopen met een 3D-bril. “Per ruimte kom je in een soort andere wereld”, aldus Galama. Een attractie die volgens haar al jaren meegaat en altijd leuk blijft, is de kamelenrace. “Daar ga ik met collega’s standaard naartoe.”