‘Verband tussen pesticidengebruik en geboorteafwijkingen’

Dat blijkt uit een grootschalig onderzoek gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Nature. De onderzoekers bekeken gegevens van ongeveer een half miljoen geboren kinderen tussen de jaren 1997 en 2011. De baby’s werden geboren in de San Joaquin Vallei in Californië, een gebied van ongeveer 500 bij 100 kilometer, waar intensieve landbouw plaatsvindt. 

De gegevens van de geboren kinderen werden gecombineerd met informatie over de pesticiden. Hieruit leek inderdaad een verband op te merken tussen de hoeveelheid gebruikte pesticiden en het aantal geboorteproblemen (waaronder een ondergewicht bij de geboorte en een vroegtijdige geboorte).


4.200 kilo

De 5 procent van de zwangere vrouwen die het meest in aanraking kwam met pesticiden – zij werden gedurende hun zwangerschap blootgesteld aan 4.200 kilo binnen een straal van 1,6 vierkante kilometer – kregen het vaakst een geboorteprobleem.

5,8 procent van alle kinderen in totaal had een geboorte-afwijking. Bij baby’s geboren in gebieden waar veel gifstoffen in de landbouw werden gebruikt, was dit aantal 6,4 procent. Moeders uit deze gebieden hebben daarom 9 procent meer kans op een kind met een geboorte-afwijking. Ook waren deze kinderen gemiddeld 13 gram lichter dan baby’s geboren in een gebied waar minder pesticiden werden gespoten.

De onderzoekers adviseren daarom ook om te achterhalen in welke gebieden veel pesticiden worden gebruikt. Het is dan zaak om veelvuldig gebruik van de gifstof te voorkomen in gebieden waar veel mensen wonen.

‘Koolhydraten lijken schadelijker voor gezondheid dan vetten’

Aan het betreffende onderzoek, gepubliceerd in The Lancet, deden meer dan 135.000 personen mee in de leeftijd van 35 tot 70 jaar en afkomstig uit achttien verschillende landen. Zij gaven informatie over hun sociale- en economische status, levensstijl, medische geschiedenis en hun huidige gezondheid. Ook moesten ze gegevens verstrekken over hun dagelijkse voedingspatroon.

Hieruit werd berekend hoeveel calorieën de onderzoekdeelnemers binnenkregen uit vetten, koolhydraten en proteïnen. De gezondheid van hen werd vervolgens gemiddeld zeven jaar lang bijgehouden voor de studie.


Verzadigd vet

Gedurende de onderzoeksperiode overleden er 5.796 personen. 4.784 deelnemers kregen een (ernstige) hart- en vaatziekte. Uit de resultaten bleek dat personen die veel vet binnenkrijgen (ongeveer 35 procent van hun voedingspatroon bestond uit vet), gemiddeld 23 procent minder risico hebben op een vroegtijdige dood vergeleken met mensen die minder vette producten eten. Het risico op een beroerte zakte met 18 procent.

Een ander opvallend resultaat uit de studie is dat personen die gemiddeld weinig verzadigde vetten eten (dit zit in dierlijke producten, zoals volvette kaas en vet vlees), juist een groter risico hebben op overlijden vergeleken met mensen die dit type vet juist vaker consumeren.

Dat lijkt tegenstrijdig met de consensus dat verzadigd vet hart- en vaatziekten juist in de hand werkt. Volgens het Voedingscentrum verhoogt dit type vet het LDL-cholesterol in het bloed, wat het risico op de ziekten vergroot. Wel verhogen sommige soorten verzadigd vet het cholesterol meer dan andere soorten.


Koolhydraten

Ook werd bekeken welke rol koolhydraten spelen bij een vroegtijdige dood en het risico op een beroerte. Voedingspatronen die voor een groot deel bestaan uit koolhydraten (gemiddeld 77 procent), worden volgens dit onderzoek geassocieerd met een toename van 28 procent op overlijden, vergeleken met koolhydraatarme diëten.

De onderzoekers concluderen na dit onderzoek dat gematigde hoeveelheden verzadigd vet, gecombineerd met niet te veel koolhydraten “mogelijk een optimaal voedingspatroon” vormen.

Wel wordt benadrukt dat er niet is gekeken van welke producten de genuttigde voedingsstoffen afkomstig zijn. Ook de invloed van transvetten, die onder meer ontstaan bij het harden van plantaardige oliën en nog schadelijker zouden zijn dan verzadigde vetten, is in dit onderzoek niet meegenomen.

’70 procent van supermarkt-assortiment is sterk bewerkt voedsel’

Dat maakt foodwatch woensdag bekend. Zij selecteerden bij de drie grootste supermarkten (Jumbo, Lidl en Albert Heijn) met een aselecte steekproef 651 voedingsproducten.

Deze werden ingedeeld in vier categorieën, die aangeven in welke mate de producten bewerkt zijn: vers onbewerkt of licht bewerkt voedsel (zoals verse groente en eieren), bewerkte ingrediënten (olie, zout), bewerkt voedsel (kaas en brood) en sterk bewerkt voedsel (ontbijtgranen, chips, frisdrank).

459 van de onderzochte producten bleek tot de laatst genoemde categorie te behoren. Dat is 70,5 procent. 16 procent is vers onbewerkt of licht bewerkt. 3 procent behoort tot de categorie “bewerkt ingrediënt” en 10 procent valt onder de noemer “bewerkt voedsel”.


Suiker, vet, zout

In het sterk bewerkte fabrieksvoedsel, ook bekend onder de noemer ultra-processed foods, zit vaak veel suiker, vet en zout. Uit het foodwatch-onderzoek blijkt dan ook dat aan 76 procent van dit voedsel suiker is toegevoegd. Aan 60 procent van het fabrieksvoedsel is zout toegevoegd en 93 procent bevat suiker en/of zout.

Behalve een grote hoeveelheid suiker, vet en zout bevat deze categorie voedsel ook vaak weinig mineralen, vitaminen en vezels. Fabriekseten wordt daarom ook vaak in verband gebracht met obesitas, diabetes type 2, hart- en vaatziekten en diverse vormen van kanker.


Vergaande gevolgen

“Ongezonde ultra-processed foods domineren de supermarktschappen, met vergaande gevolgen voor de volksgezondheid”, luidt de reactie van de voedselwaakhond. “Zo komen er in Nederland wekelijks 1.200 nieuwe patiënten met diabetes type 2 (suikerziekte) bij.”

“Dit toont de noodzaak aan van een actief voedselbeleid van overheidswege. Denk bijvoorbeeld aan een lagere belasting op verse groente en fruit ten opzichte van junkfood, wettelijke maatregelen tegen kindermarketing van junkfood en dwingende maatregelen tegen misleidende etiketten.”

RIVM waarschuwt voor smog in zuiden en oosten van Nederland

Ook wordt zware lichamelijke inspanning afgeraden. Dat meldt het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM).

Het gezondheidsinstituut waarschuwt dat vooral in de provincies langs de Duitse grens en in Noord-Brabant een kleine kans bestaat op smog door ozon. Daardoor kan de luchtkwaliteit dinsdagmiddag lokaal slecht zijn.

Voor woensdag geldt geen waarschuwing meer, hoewel de luchtkwaliteit in het zuidoosten van het land nog wel ‘onvoldoende’ kan zijn volgens de Nederlandse Luchtkwaliteitsindex. 

Kinderen, ouderen, mensen met luchtwegaandoeningen en personen die zich flink inspannen in de buitenlucht hebben het meeste last van smog. Zij kunnen last krijgen van onder meer geïrriteerde ogen, neus en keel. Bij klachten raadt het RIVM aan een huisarts te bezoeken.

Smog door ozon ontstaat bij ophoping van luchtvervuiling op zonnige dagen. Dat gebeurt in het voorjaar en de zomer, als er weinig (veelal zuidoostelijke) wind staat.

‘Overlevenden hartstilstand nog beter geholpen met extra vitamine C’

Van degenen die een hartstilstand in eerste instantie overleven, overlijden er elke week toch nog twaalf in het ziekenhuis. De onderzoekers willen daarom “zeer snel” na een hartstilstand een hoge dosis vitamine C rechtstreeks in de bloedbaan toedienen. Ze denken sterfte, orgaanschade en behandelduur zo “fors” te kunnen verminderen.

“Tijdens een hartstilstand gaat er geen zuurstof naar de hersenen en de overige organen”, legt het VUmc uit. “Dat veroorzaakt schade. Door een geslaagde reanimatie komt de bloedsomloop weer op gang. Dat is gunstig, maar zorgt tegelijkertijd ook voor de vorming van zogenaamde zuurstofradicalen. Die zorgen voor extra schade. Vitamine C vermindert de productie van zuurstofradicalen en kan zo de schade tegengaan.”

Het gaat nu de mogelijkheden van – de ook nog eens goedkope en veilige – vitamine C verder onderzoeken, samen met zes andere ziekenhuizen.

Drie tandartspraktijken gesloten wegens slechte zorg

De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) constateerde deze zomer “ernstige tekortkomingen” in alle drie de praktijken. Ze voldeden niet aan de eisen ter voorkoming van infecties en aan die op het gebied van radiologie, dossiervoering en organisatie. 

“Omdat de tekortkomingen zo omvangrijk en ernstig zijn, is sprake van een gevaar voor de veiligheid en/of de gezondheid van patiënten. Daarom moeten de tandartspraktijken sluiten en mag er geen zorg meer worden verleend”, aldus de inspectie.

De praktijken zullen zeker nog enkele dagen dicht blijven.

‘Risico op beroerte flink lager bij mannen die op latere leeftijd meer bewegen’

Volgens Noorse wetenschappers kunnen mannen die weinig bewegen de ‘gezondheid van hun hart’ binnen zeven jaar enorm verbeteren.

Onderzoekers aan de universiteit van Oslo keken naar de fitheid van 1.400 mannen die aan het begin van het onderzoek in de veertig of vijftig waren. De meesten gingen minder bewegen naarmate ze ouder werden, maar een op de drie werd actiever.

Bij het vergelijken van de meest actieve mannen met de minst actieve mannen bleek dat de eerste groep 56 procent minder kans had dan de tweede groep op het krijgen van een beroerte later in het leven.  

In totaal kreeg een op de acht deelnemers aan het onderzoek een beroerte in de 28 jaren dat ze werden gevolgd.


Volhouden

Uit dit onderzoek kan mogelijk worden geconcludeerd dat het nooit te laat is om te beginnen met meer bewegen. “De mannen die veel meer gingen bewegen, waren daarvoor helemaal niet fit”, zei Erik Prestgaard van de universiteit van Oslo volgens The Telegraph tijdens een congres in Barcelona.

Het is echter wel belangrijk om het bewegen vol te houden. “Als je op je 50e in goede vorm bent, kun je niet blijven teren op de goede jaren die je achter de rug hebt.”

De mannen die fitter werden, gingen onder meer regelmatig wandelen en fietsen. “Het waren echt geen marathonrenners.”