Buikvet wordt al langer gezien als ongezonder dan het vet dat zich op de heupen en lager nestelt. Mensen met een appelfiguur hebben een hoger risico op hart- en vaatziekten dan degenen met een peervorm. Toch wordt er nog vaak gekeken naar de BMI. Meestal neemt de tailleomvang ook toe naarmate de BMI stijgt. Uit dit onderzoek blijkt echter dat BMI niet alles zegt: je vetverdeling is misschien wel belangrijker dan het getal op de weegschaal.
Verhouding heup en middel
De onderzoekers gebruikten gegevens over 15.184 mannen en vrouwen van 18 tot 90 jaar met verschillende BMI’s. De verhouding tussen hun heup- en middelomtrek werd bepaald door de middelomtrek te delen door de heupomtrek. Een uitkomst hoger dan 1 betekent een forser middel.
Gedurende de onderzoeksperiode van 14 jaar overleden er ruim 3200 deelnemers. Ongeacht het BMI, bleken mensen met een bredere taille een hoger risico op vroegtijdig overlijden te hebben. 11 procent van de mannen en 3 procent van de vrouwen had een normaal gewicht maar een hoge middel-heup-verhouding. Zij hadden een hoger – voor mannen ongeveer het dubbele – risico op vroegtijdig overlijden dan meer peervormige deelnemers met overgewicht of obese mensen.
Op buik letten
Ook mensen met een gezond gewicht zouden dus op hun buikje moeten letten. De genen bepalen gedeeltelijk of je een appel- of peervorm hebt, maar daarnaast neemt de middelomtrek vaak toe bij het ouder worden. Buikspieroefeningen doen heeft weinig zin, het komt vooral aan op gezonder eten en bewegen.
De resultaten van het onderzoek verschenen in Annals of Internal Medicine.