Hoger opgeleiden voelen zich langer gezond

Voor mensen met hbo of universiteit is dat bijna 72 jaar.

Andersom geldt hetzelfde, hoe lager de opleiding, hoe langer mensen zich ongezond voelen, meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) woensdag.

Er is niet een enkele oorzaak voor het verschil te noemen, zegt Jan Latten, hoofddemograaf van het CBS en hoogleraar Sociale Demografie aan de Universiteit van Amsterdam. ”Het kan best zijn dat je wordt geboren met een handicap of ziekte, dat je daardoor niet kunt doorleren en alleen basisonderwijs volgt”, aldus Latten.

“Met een lage opleiding krijg je vaak fysiek zwaar ongeschoold werk, dat sloopt ook. Mensen met een goede opleiding en een goed inkomen weten misschien beter wat gezond is en wat niet, en eten dus gezonder. Het is een heel complex verhaal, maar de verschillen zijn duidelijk.”


Klachten

Volgens het CBS krijgen hogeropgeleiden pas later te maken met slecht gehoor, oogklachten en problemen met de botten, spieren en gewrichten. Hoogopgeleiden krijgen zulke klachten gemiddeld als ze ongeveer 77 jaar oud zijn, laagopgeleiden als ze in de zestig zijn.

De gemiddelde Nederlander heeft er de afgelopen jaren meer gezonde levensjaren bijgekregen. Maar het aantal ongezonde jaren stijgt ook. Dat komt doordat iedereen – hoog- en laagopgeleid – ouder wordt dan vroeger.

‘Een op zes werknemers verzuimt door financiële problemen’

Dat blijkt uit onderzoek van verzuimspecialist Capability onder 1.350 werknemers die thuis zitten.

“Er zijn mensen die zo diep in de schulden raken dat ze uit schaamte niet meer naar hun werk gaan”, aldus Titus Kramer, directeur van Capability. Zeker 16 procent van de werknemers zegt dat dit de reden is voor hun verzuim.

Werkgevers zijn volgens de verzuimspecialist vaak niet op de hoogte van de reden van de afwezigheid van werknemers.

“Dit komt omdat werknemers zich schamen en de reden van hun verzuim verborgen houden, terwijl werkgevers op hun beurt niet doorvragen”.

Automobilisten kijken vooral naar kilometerstand bij kopen tweedehands auto

Dat blijkt uit onderzoek van de ANWB en Multiscope onder 1.015 respondenten.

Het minst belangrijke waar de potentiële autokopers op letten is het merk van de auto. Ook veiligheid (9de plek in de top 10 factoren) en zuinigheid (6de plek) worden relatief weinig opgegeven als factoren die meespelen in de aankoopbeslissing.

Twee derde van de ondervraagden geeft ook aan te twijfelen bij de koop van een auto. Hierbij is de meestvoorkomende twijfel of de auto wel eerlijk geprijsd is. Zeker 35 procent van de respondenten twijfelt hierover. 


Twijfel

Ook zorgt de vraag of de auto wel in de staat is zoals deze door de verkoper is beschreven voor twijfel onder 19 procent van de respondenten. Ze twijfelen ook of de auto wel lang genoeg meegaat (18 procent), of hij zuinig genoeg is (18 procent), of hij prettig rijdt (14 procent) en of de auto wel binnen het budget valt (14 procent).

‘Bijna helft artsen huilt wel eens op het werk’

Dat blijkt uit een enquête onder 776 Nederlandse artsen, gedaan door de afdeling Medische en Klinische Psychologie van de Universiteit van Tilburg. Het onderzoek is woensdag te lezen in vakblad Medisch Contact.

De meeste artsen zeggen dat het niet erg is om te huilen als er een patiënt bij is, al vinden ze een andere empathische reactie beter.

Redenen voor tranen zijn vooral het ontroerende verhaal en lijden van de patiënt, of dat de situatie van de patiënt aan een eigen ervaring doet denken.

Het komt ook wel eens voor dat een arts moet huilen vanwege privéomstandigheden of door werkdruk. De artsen die meededen aan het onderzoek geven aan die laatste twee redenen minder gepast te vinden.


Ongepast

De vragen zijn ook voorgelegd aan patiënten. De helft van hen gaf aan het ongepast te vinden als een dokter huilt. 41 procent vindt het juist getuigen van empathie en medeleven.

Bij co-assistenten is huilen een groter taboe dan bij de artsen zelf. De helft van de 181 ondervraagden denkt dat een arts niet geschikt is voor zijn werk als hij huilt in het bijzijn van zijn patiënt. Van de artsen vindt 90 procent dat in de opleiding meer aandacht nodig is voor eigen emoties.

Opbrengsten toerisme Egypte omlaag

Oorzaak is de ramp met een Russisch vliegtuig met toeristen eind oktober, liet de minister van Toerisme dinsdag weten.

Na de onrust in het land van enkele jaren geleden had Egypte weer op een groei van het toerisme gerekend. Maar de sector is opnieuw zwaar getroffen na het neerstorten in de Sinaï van het Russische toestel dat was opgestegen in de badplaats Sharm al-Sheikh. Alle 224 inzittenden kwamen om. Aan boord was een bom, waarvoor IS de verantwoordelijkheid heeft opgeëist.

De Egyptische minister Hisham Zaazou zegt dat Egypte eraan werkt om eventuele gaten in de beveiliging te dichten. Het land hoopt zo dat buitenlandse reizigers weer afkomen op de oudheidkundige bezienswaardigheden, woestijntochten en stranden.

Vet bij kinderen: wat is normaal?

Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) heeft 13 procent van de kinderen overgewicht. Het aantal kinderen met ernstig overgewicht, ook wel obesitas genoemd, is inmiddels bijna 4 procent.

BMI bij kinderen

Overgewicht bij kinderen wordt vaak gemeten aan de hand van de BMI, een formule aan de hand van de lengte en het gewicht. De BMI kun je berekenen vanaf de leeftijd van 2 jaar, al worden de uitkomsten voor kinderen wel anders beoordeeld dan voor volwassenen. Dit geeft een snelle indruk of je kind te zwaar is.

Vetpercentage meten?

Het meten van een vetpercentage, bijvoorbeeld met huidplooimetingen, is lastig bij een kind. Maar je kunt wel goed naar je kind kijken. Kun je de ribben tellen of niet? Heeft je kind ‘zwembandjes’, dikke bovenbenen en een bolle toet? Past je kind nooit in skinny jeans of plopt er altijd een rolletje onder het korte truitje uit? Dan heeft je kind waarschijnlijk een te hoog vetpercentage.

Als ouder is het trouwens best moeilijk om objectief naar je kind te kijken, zo blijkt uit onderzoek. Bij twijfel kun je het vragen aan je huisarts of het consultatiebureau (als je kind jonger is dan 4 jaar oud). Het loont wel de moeite om alert te zijn op overgewicht bij je kind. Een kind dat te zwaar is, heeft veel meer kans op overgewicht op volwassen leeftijd, mét de bijbehorende gezondheidsproblemen.

Pesten

Kinderen zijn trouwens best streng voor zichzelf. Maar liefst 37 procent van de middelbare scholieren vindt zichzelf te dik. Vooral meisjes beoordelen zichzelf streng: 48 procent vindt dat ze te zwaar is, tegen 26 procent van de jongens. Dat is opmerkelijk, want objectief gezien zijn juist meer jongens te zwaar. Kinderen zijn trouwens ook streng voor anderen: uit onderzoek blijkt dat dikke kinderen vaker gepest te worden dan kinderen met een normaal gewicht.

Wanneer loopt een kind risico?

Als je een klassenfoto van vroeger bekijkt, dan zie je waarschijnlijk dat de kinderen er veel dunner uitzien. Er is ook echt wel iets veranderd in de loop van twintig, dertig jaar. Kinderen zijn – veel meer dan vroeger – in een dikmakende omgeving. Ze spelen minder buiten, zijn niet van hun beeldscherm (telefoon, tablet of computer) weg te slaan en worden veel vaker op de achterbank vervoerd.

Ze krijgen tussendoortjes en pakjes drinken mee naar school, iets wat vroeger niet gebeurde. Ook zijn extraatjes, zoals frisdrank, snoep en chips veel normaler geworden en niet meer iets voor alleen in het weekend. Toch is de meerderheid van de kinderen gelukkig nog steeds goed op gewicht. Waarschijnlijk speelt ook erfelijkheid een rol: sommige kinderen hebben meer aanleg voor overgewicht dan anderen.

Dit kun je zelf doen: BOFT

Als je kind te zwaar is, of te zwaar dreigt te worden, gooi dan het roer thuis om. Met het hele gezin! Een goede richtlijn is de BOFT regel:

De B staat voor buiten spelen: laat je kind minstens een uur per dag actief zijn.
De O staat voor ontbijten: een gezond ontbijt voorkomt snoepen later op de dag.
De F staat voor frisdrank: liever geen frisdrank en vruchtensap, maar thee en water.
De T staat voor televisie/tablets en telefoon: spreek een maximale beeldschermtijd af, bijvoorbeeld in totaal 1 uur per dag.

Eiwitshakes: geschikt voor gewichtstoename?

Eiwitshakes worden steeds meer gebruikt door sporters, om na de training de spieren te helpen bij de opbouw van nieuw spierweefsel. Werkt dat ook voor mensen die te licht zijn? Ja, dat kan, maar dan moet je wel aan drie voorwaarden voldoen.

Voorwaarde 1: bewegen hoort erbij

Spierweefsel geeft volume en extra gezond gewicht, precies wat je wilt. Maar alleen extra eiwitten zijn niet voldoende. Alleen door de prikkel van training en beweging wordt extra spierweefsel opgebouwd. Wie alleen extra eiwitten eet en verder niet sport, zal weinig effect zien. Een eiwitshake heeft alleen extra effect na een stevige training.

Voorwaarde 2: neem voldoende calorieën

Je lichaam heeft calorieën nodig voor slapen, bewegen, denken en de spijsvertering. Stel dat je een eiwitshake neemt, maar verder niet voldoende calorieën binnenkrijgt. Dan zal je lichaam de eiwitten uit de shake verbranden om aan calorieën te komen en niet gebruiken als bouwstof voor nieuw lichaamsweefsel. Zorg dus dat je naast de shakes ook voldoende andere calorieën binnenkrijgt.

Voorwaarde 3: zorg dat je voeding in balans is

Voor de opbouw van extra lichaamsgewicht, in de vorm van spierweefsel, is méér nodig dan alleen eiwit. Je hebt er ook vitamines, mineralen, calorieën, vetten en koolhydraten voor nodig. Zorg dus dat je voeding uitgebalanceerd is. Behalve eiwitshakes heb je ook groenten, fruit, vlees, graanproducten, vis, eieren, olie, noten en zuivel nodig.

Nadeel: eiwit verzadigt!

Het grote nadeel van eiwitten is dat ze veel verzadiging geven. Prima als je wilt afvallen, maar minder geschikt als je wel wat kilo’s aan wilt komen. Best kans dat je uren na zo’n eiwitshake nog geen trek hebt. Het werkt waarschijnlijk beter om producten te kiezen die behalve eiwitten ook koolhydraten en vetten bevatten. Voorbeelden van geschikte tussendoortjes zijn noten, yoghurt met vers fruit, crackers met kaas of vleeswaren, chocolademelk, een gekookt ei, een milkshake of smoothie.

Professionele hulp

Als je wilt aankomen, kunnen eiwitshakes dus een ondersteuning zijn, maar dan moet je wel aan de drie voorwaarden in dit artikel voldoen. Maar gezond aankomen is lastig. Lukt het je niet alleen? Schakel dan de hulp van je huisarts of een diëtiste in. Doe dit ook als het ondergewicht ernstige vormen aanneemt.