Nederlanders gaan niet meer op vakantie naar ‘risicolanden’

In totaal liepen deze ‘risicolanden’ vele honderden miljoenen euro’s aan Nederlandse toerisme-inkomsten mis, blijkt uit cijfers van het CBS.

Het aantal vluchten naar Tunesië, waar in de zomer twee aanslagen op grote hotels werden gepleegd, kelderde in het derde kwartaal van het jaar met 80 procent. Ook de bestedingen van Nederlandse toeristen aan de Rode Zee zijn gehalveerd sinds in Egypte in 2013 onrust uitbrak.

Ook Turkije is een land waar Nederlanders de afgelopen jaren opvallend minder naar toe gaan. Het aantal Nederlandse toeristen is in de periode van 2012 tot 2015 met ruim 100.000 afgenomen. Hierdoor zijn de bestedingen door Nederlandse vakantiegangers in dat land met een kwart afgenomen.


Griekenland

Een ander land dat lijdt onder een negatief imago is Griekenland. Het land is de komende zomer veel minder populair bij Nederlanders door de aanhoudende stroom vluchtelingen naar de Griekse eilanden.

Het CBS schat dat het aantal toeristen dat in 2016 naar Griekenland afreist daalt met 15 procent als gevolg van de vluchtelingen. Landen als Spanje, Portugal, Italië en Frankrijk profiteren hiervan.


Aanslagen Parijs

De afname van het aantal toeristen dat naar Parijs gaat, heeft het CBS nog niet onderzocht, laat een woordvoerder weten. “De kans is groot dat de terroristische aanslagen zeker effect hebben op het aantal vakantiegangers. Maar ondanks Parijs wordt Frankrijk nog niet als risicoland gezien. Daarom hebben wij die cijfers niet in ons onderzoek meegenomen.”

De vakantie-uitgaven in West-Europese landen als Duitsland en Oostenrijk zijn juist toegenomen het afgelopen jaar. Nederlanders voelen zich in die landen veiliger, stelt het CBS.

‘Stinkende slaapkamer van tiener leidt tot toename slapeloosheid’

“Jonge mensen openen nooit hun ramen, daarom zijn hun kamers niet geventileerd”, stelt professor en slaapexpert Colin Espie van de universiteit van Oxford aan The Sunday Times. Slapeloosheid wordt in verband gebracht met slechtere resultaten op school.

“De stank in de slaapkamer van tieners komt van de lucht die laag is in zuurstof en hoog in stikstof. Als de lucht nooit ververst in een kleine kamer, dan sta je op met hoofdpijn na een slechte nacht slaap.”

Er wordt door Espie aangeraden om het raam van de slaapkamer te openen, de verwarming lager te zetten en elektronische apparatuur uit de kamer te halen.

Het onderzoek is onderdeel van meerdere studies waarin wordt bekeken hoe de toepassing van neurowetenschappen kunnen helpen tot een verbetering van leren en onderwijzen op scholen. Gedurende een jaar lang gaan 32.000 tieners van honderd verschillende scholen worden gevolgd om de effecten te onderzoeken. Daarnaast wordt ook geëxperimenteerd met een latere openingstijd van scholen.

‘Populariteit intensief sporten groeit door hoge werkdruk’

“HIIT (ook wel GRIT genoemd) is ideaal voor mensen met weinig tijd die toch het maximale uit hun training willen halen”, aldus Matthijs de Vreede, woordvoerder van Sportcity. “Men geeft steeds vaker aan minder tijd (lees: prioriteit) te hebben, dus men geeft eerder de voorkeur aan een high intensity (groeps)training van korte duur.”

De training duurt 20 tot 30 minuten en is gericht op vetverbranding, ontwikkeling van spieren en verbetering van de conditie. Men sport volgens een intervalmethode waarbij eerst versneld wordt naar 80 tot 90 procent van het maximale vermogen. Daarna wordt er een tot twee minuten gerust om hartslag en ademhaling te laten herstellen. Vervolgens begint het intensief sporten weer. Dit proces wordt herhaald totdat de 20 tot 30 minuten voltooid zijn.


Stimulatie

“Je wordt gestimuleerd om tot het maximale te gaan en eigen grenzen te verleggen”, noemt De Vreede als een van de redenen voor de populariteit. “Ook kun je de les op je eigen niveau volgen, maar toch in 30 minuten maximaal vet verbranden en werken aan de conditie en kracht voor het hele lichaam.”

De Vreede denkt niet dat de training een vervanging is voor een hele sport, maar een toevoeging is aan het bestaande schema van een sporter. “Men heeft zo een extra keuze.”


Bewustwording

Ashley Samwel van Fit Twenty Six probeert middels een pop-up gym mensen bewust te maken van de effectiviteit van HIIT. “Het blijft voor veel mensen haalbaar om te blijven doen naast hun drukke leven. HIIT levert heel snel goede resultaten.”

Volgens Samwel gaan mensen steeds vaker zoeken naar een andere manier van trainen. “Ik zag in de sportschool wel eens mensen een uur niets doen. Gelukkig komen er nu steeds vaker mensen achter dat er meer is dan alleen de krachttrainingen.”


Meer energieverbruik

Dat de training goed werkt, is volgens sportarts Maarten Verschure duidelijk. “Door de intensiteit van HIIT ontstaat een langere EPOC (excess of post exercise oxygen consumption). Dat betekent dat het lichaam in de twee uur na de inspanning meer energie verbruikt.” Ook zou de training inderdaad een positief effect hebben op de vetverbranding, en een beter hart-vaatstelsel en cholesterolprofiel.

De manier waarop zo intensief en kort wordt gesport, is volgens Verschure ook niet slecht voor het lichaam. “Het lichaam kan dat prima aan, mits je het lichaam er wel aan laat wennen.” Hierbij is rusten belangrijk. “Blessures ontstaan vrijwel altijd doordat iemand te snel te veel wil opbouwen. Je moet ook rustdagen inbouwen, want het lichaam moet goed kunnen herstellen.”

Of HIIT dé manier is om te sporten, weet Verschure niet zeker. Net als De Vreede zegt hij dat HIIT een goed onderdeel kan zijn van een sportschema. “Bij sporten is het van belang dat je een doel hebt. Het is verstandig om het lichaam te blijven prikkelen, niemand houdt van het zogenaamde rondje om de kerk. Het meest effectief is sportspecifiek trainen, daar kan HIIT een onderdeel van zijn.”

‘Gevolgen antidepressiva tijdens zwangerschap mild’

Volgens arts Noera Kieviet, die de afgelopen jaren honderden depressieve moeders en hun baby’s heeft onderzocht op een speciale afdeling van het OLVG ziekenhuis in Amsterdam, is het onnodig voor moeders om een schuldgevoel te krijgen na het gebruik van antidepressiva. Kieviet promoveert maandag aan de Vrije Universiteit.

Elk jaar worden ongeveer 170.000 vrouwen in Nederland zwanger. Van hen krijgt ongeveer een op de zes een depressie tijdens de zwangerschap of vlak na de bevalling. De meeste vrouwen nemen daar geen middelen tegen wanneer ze zwanger zijn. Het lijkt er volgens Kieviet op dat ze bang zijn voor de gevolgen voor de baby. “Over de belangrijkste antidepressiva is redelijk wat bekend. Er lijkt zo goed als geen risico te bestaan voor aangeboren afwijkingen, complicaties bij de bevalling en voor de ontwikkeling van het kind.”

Nieuw is dat uit deze studie blijkt dat de ontwenningsverschijnselen bij de baby mild zijn. “Het kind is wat onrustig, heeft misschien moeite met drinken en slaapt soms korter. Dat gaat over.”

Ongeveer een op de drie baby’s krijgt daar last van wanneer de moeder antidepressiva heeft genomen.


Dosering

De dosering van antidepressiva maakt niet uit voor de ontwenning, dat is de belangrijkste conclusie uit het onderzoek. Kieviet raadt aan om de dosis te gebruiken die voor de moeder juist is. Een vrouw die toch mindert vanwege de zwangerschap, loopt het risico dat het middel niet genoeg werkt. De gevolgen hiervan kunnen erger zijn dan de gevolgen van antidepressiva.

“Het kind kan te vroeg ter wereld komen. Het kind kan lichter uitvallen dan het in aanleg had kunnen zijn. Een depressieve vrouw zorgt tijdens de zwangerschap misschien minder goed voor zichzelf, door te roken en door ongezond te eten. Na de bevalling hecht een depressieve moeder zich misschien minder goed aan de baby. En andersom dus ook”, aldus Kieviet.

Waar het uiteindelijk om gaat, is dat een depressie een ziekte is, benadrukt Kieviet. “En het is een ziekte die kan terugkeren als je het niet behandelt. Je moet je niet schuldig voelen als je antidepressiva nodig hebt, ook niet naar je kindje toe. Het is geen taboe. Het is net zoiets als suikerziekte, en daar bestaat insuline voor.”

‘Specialisten luiden noodklok over verschraling zorg’

Zorgverzekeraars kopen steeds minder van deze ‘laagcomplexe’ zorg in bij de universitair medische centra. Daardoor gaat ‘omzet en kennis weg’, zegt hoogleraar Chris Mulder, maag-, darm- en leverarts in het VU Medisch Centrum.

Doordat academische centra steeds meer met uitsluitend complexe gevallen worden belast, worden deze ziekenhuizen minder interessant voor geneeskundestudenten die immers graag een breed pallet aan patiënten zien.


Assistenten

”Assistenten-in-opleiding zijn het cement van de academische ziekenhuizen”, zegt Mulder. ”Als zij niet meer komen, vloeit geld weg en ontstaat een neerwaartse spiraal.”

Volgens het programma bevestigen andere medisch hoogleraren deze ontwikkeling off the record maar mogen zij van hun ziekenhuiswoordvoerders niet praten.