‘Hoe leuker je carnaval is, hoe minder je drinkt’

“Hoe meer je bezig bent met hossen en feesten, hoe minder je drinkt”, zegt Ninette van Hasselt van het Trimbos-instituut in gesprek met NU.nl. “Als je actief bent, denk je minder aan alcohol.”

Uit het Carnavalsonderzoek 2017 blijkt dat 70 procent van de 18 tot 25-jarigen meer dan twintig glazen per dag consumeert. Een derde van de ondervraagde carnavalsvierders zegt dat dronken worden nog belangrijker is dan plezier hebben met vrienden.

Cijfers van het CBS wijzen uit dat ruim 22 procent van de 16 tot 30-jarigen onder de noemer ‘zware drinker’ valt (een man die zes of meer glazen per dag drinkt of een vrouw die dagelijks minimaal vier glazen drinkt). Ruim 13 procent van de 16-30-jarigen hoort tot de categorie ‘overmatige drinker’ (meer dan 21 glazen per week voor mannen en 14 voor vrouwen).


Lichaamsbouw

Hoe vatbaar iemand is voor de negatieve gevolgen van alcohol, verschilt per persoon. “Dat wordt onder meer beïnvloed door je lichaamsbouw en leeftijd. Jonge of juist oudere, kleine en magere mensen worden doorgaans sneller dronken dan langere mensen met een hoger vetpercentage”, aldus Van Hasselt.

“Het is daarom belangrijk om te weten wanneer je kwetsbaarder bent. Dat is vooral lastig voor jongeren, omdat die doorgaans nog weinig ervaring met alcohol hebben. Ineens gaat dan het licht uit.”

Het is daarnaast belangrijk om je eigen drinktempo in de gaten te houden. “Daarvoor geldt natuurlijk: niet te snel drinken. Wissel een glas alcohol af met bijvoorbeeld water of cola en blijf ook zeker eten. Het maakt hierbij niet echt uit wat je eet, als je maar regelmatig iets neemt.”


Slapen

Tussen het carnavallen door is het van belang dat je goed voor jezelf blijft zorgen. “Al dat gefeest vraagt behoorlijk wat van je lichaam. Zorg dus voor voldoende slaap.” Een andere tip van Van Hasselt is om niet te vroeg beginnen met feesten en drinken. “Spreek bijvoorbeeld met jezelf af dat je pas begint in de avond en dat je niet te laat naar huis gaat.”

Merk je dat mede-carnavallers te veel hebben gedronken, dan is rust inbouwen het beste advies. “Ga de buitenlucht in en ga even rustig met diegene zitten. Of, nog beter: ga lekker naar huis.”

Consumentenbond waarschuwt voor spookfactuur Dutch Filmworks

De organisatie raadt consumenten aan om de rekening niet te betalen en de brief weg te gooien.

Dutch Filmworks vermeldt op hun eigen website dat de factuur niet van hen is

In de brief staat dat er geconstateerd is dat er illegaal een film is gedownload van het ip-adres van de ontvanger van de brief. Daarom moet er een boete worden betaald van 150 euro per gedownloade film. Volgens de afzender kan de boete voorkomen worden als de ontvanger binnen acht dagen de schikking van 52,74 euro betaalt. De afzender dreigt dat als de “schikking” niet betaald wordt, er alsnog 150 euro, exclusief de incassokosten, per gedownloade film betaald moeten worden.

De Fraudehelpdesk is ook op de hoogte en waarschuwt op hun website voor de spookfactuur.

Koolmonoxidemelders teruggeroepen om niet-werkend alarm

Langdurige inademing van koolmonoxide kan leiden tot duizeligheid, misselijkheid, hoofdpijn en in extreme gevallen zelfs tot bewusteloosheid of dood.

De typenummers van de mogelijk defecte CO melders zijn op de achterzijde van de apparaten te vinden. De bewuste CO melders werden tijdens de periode 2014 tot en met 2016 zowel online als bij verschillende bouwmarkten verkocht.

Klanten met één van de genoemde CO melders, kunnen deze terugsturen naar Smartwares, waarna ze een vervangende CO melder kunnen krijgen.

Decathlon waarschuwt voor fietsen met breekbaar frame

De waarschuwing geldt voor de fietsen die in de periode tussen 23 februari 2012 en 4 augustus 2016 verkocht zijn.

Klanten die in het bezit zijn van de bewuste elektrische damesfiets, wordt aangeraden deze terug te brengen naar een filiaal van Decathlon. Daar is het mogelijk het gehele aankoopbedrag terug te krijgen, hun fiets om te ruilen voor een andere fiets uit het assortiment van Decathlon, met terugbetaling van het eventuele verschil, of een Decathlon Gift Card.

Wilsbekwaamheid donorwet heet hangijzer voor artsenfederatie KNMG

Artsen moeten volgens het wetsvoorstel vaststellen of de overledene tijdens registratie wilsbekwaam was.

“Hoe kan een arts zich ervan vergewissen dat de overledene wilsbekwaam was ten tijde van zijn registratie, een eis in het voorstel? Ook nabestaanden zullen dit niet altijd kunnen. De KNMG vreest discussies en praktische problemen”, aldus de belangenorganisatie.

“In het wetsvoorstel staat enerzijds dat geen donatie plaatsvindt bij twijfel over de vraag of iemand wilsbekwaam was of echt in staat was de overheidsinformatie te begrijpen. Anderzijds kunnen nabestaanden van volwassenen die hun hele leven wilsonbekwaam waren wél toestemming geven voor orgaandonatie. Hoe moeten artsen handelen bij twijfel over de wilsbekwaamheid van de overledene?”


Geen bezwaar

In het D66-voorstel voor actieve donorregistratie, dat al door de Tweede Kamer is aangenomen, worden alle Nederlanders orgaandonor tenzij ze zelf anders aangeven. Naast donoren en niet-donoren worden mensen die niet reageren op een brief van de overheid in het Donorregister geregistreerd als orgaandonor onder de noemer “geen bezwaar”.

De KNMG is naar eigen zeggen niet voor of tegen het systeem van actieve donorregistratie, maar maakt zich wel zorgen over de werkbaarheid voor artsen op onderdelen van het voorstel.

‘Vleesvervangers kun je weglaten in plantaardig dieet’

“De supermarkt of de lokale markt bieden al voldoende”, vertelt voedingswetenschapper Paulien Vinke in gesprek met NU.nl. “Denk aan aardappelen, rijst, pasta, groenten en fruit, peulvruchten, noten, sojamelk en af en toe een stuk tofu of sojaschnitzel.”

De vegetarische vleesvervangers, waarin ook steeds meer keus is, zijn niet het meest gezonde alternatief voor vlees. “Deze producten zijn vaak rijk aan verzadigd vet en zout“, aldus Patricia Schutte van het Voedingscentrum. “Als je deze ingrediënten wil vermijden, kun je beter kiezen voor bijvoorbeeld noten en peulvruchten.”


Verwarrend

Voor de consument kan het wellicht verwarrend zijn welke producten in de supermarkt plantaardig zijn en welke niet. “Van onbewerkte producten zoals groente weten we precies wat erin zit”, zegt Vinke. “Bij bewerkte voeding kan je het beste de ingrediëntenlijst raadplegen. Veel van deze producten bevatten alsnog dierlijke ingrediënten, zoals gelatine, melk en eieren in snoepjes, gebak en kant- en klaarproducten.”

Er bestaat reeds een Vegetarisch Keurmerk dat aangeeft dat een product vrij is van ingrediënten afkomstig van gedode dieren. Vinke kan zich voorstellen dat ook een keurmerk voor plantaardig bewerkte voeding handig is voor de consument. “Maar het draagt niet per se bij aan een gezonder voedingspatroon, omdat het niet zegt over de gezondheidswaarde van het product. We moeten vooral minder bewerkt voedsel eten om gezond te eten.”

“Plantaardige voeding bevat veel gezonde voedingsstoffen, zoals kalium (bloeddrukverlagend), voedingsvezels (goed voor stoelgang en tegen darmkanker), vitamines en mineralen en veel bioactieve stoffen. Daar komt nog bij dat plantaardige voeding meestal goed verzadigt en weinig kilocalorieën bevat, wat weer goed is voor de lijn.”

Schutte waarschuwt wel voor een knelpunt bij uitsluitend plantaardig eten. “Vitamine B12, dat nodig is voor de aanmaak van rode bloedcellen en dat zorgt voor een goede werking van het zenuwstelsel, zit voornamelijk in dierlijke producten. Wanneer je dus hoofdzakelijk plantaardig eet, loop je groot risico op een tekort aan B12. Je moet het dan aanvullen met supplementen.”


Hummus

Mensen die meer plantaardig willen eten, kunnen het beste eerst minderen met vlees. “Eet in plaats daarvan vervangingen zoals peulvruchten, noten, tofu of een vegetarisch vervangingsproduct”, zegt Vinke. Mensen die gewend zijn om vlees op brood te eten, kunnen kaas beter ook laten staan: ook dit is een dierlijk product. “Denk aan hummus, gegrilde groenten of avocado. Het helpt overigens ook goed om je ervaringen te delen met anderen die (minder) plantaardig eten. Zo inspireer je elkaar weer.”

In de nieuwe Richtlijnen Gezonde Voeding adviseert de Gezondheidsraad om meer plantaardig voedsel te consumeren. Daarin wordt onder meer aangeraden om dagelijks een hand noten te eten, gezien dit het risico op coronaire hartziekten verkleint. Ook wordt geadviseerd om wekelijks peulvruchten te eten, want uit onderzoek is overtuigend aangetoond dat dit het LDL-cholesterol verlaagt (cholesterol dat het risico op slagaderziekte verhoogt).

Ook keek de Raad naar de gezondheidseffecten van diverse voedingspatronen, zoals het vegetarische en het Mediterrane. Daaruit blijkt dat meer plantaardige en minder dierlijke voedingspatronen positieve gezondheidseffecten hebben. Deze patronen scoren hoog op het gebruik van onder meer fruit en groente, peulvruchten en oliën rijk aan onverzadigde vetzuren.


Noten

Volgens het Voedingscentrum krijgen Nederlanders vooral eiwitten binnen via dierlijke producten, met name vlees en zuivel. De verhouding is ongeveer twee derde dierlijk en een derde plantaardig. Wel eten mensen steeds meer noten, granen en peulvruchten: jaarlijks stijgt de notenconsumptie met 10 procent en de consumptie van peulvruchten klom omhoog met 12 procent.

“Sinds 2010 daalt de vleesconsumptie en dat heeft als gevolg dat andere producten vaker worden gegeten, zoals noten”, aldus Schutte. “Door innovaties op het gebied van plantaardig eten verwacht ik dat dit verschil nog groter zal worden.”

Ook Vinke is het opgevallen dat mensen bewuster omgaan met hun voeding. “Mensen worden zich steeds meer bewust van het feit dat de keuze voor hun voeding het risico op welvaartsziekten beïnvloedt. Daarbij stimuleren mensen elkaar ook om anders te eten en in de sociale omgeving is er steeds meer aandacht voor.”

Wat betreft de (nabije) toekomst ziet Vinke een grote toename in het aanbod van plantaardige producten. “Ik woon zelf in Duitsland en hier lijken de trends iets voorop te lopen. Je ziet dat veel supermarkten, restaurants en fastfoodketens met plantaardige producten komen. Denk aan veganistische döner, veganistische braadworst en hamburgers en café’s die enkel veganistische producten verkopen. Ik denk dat dit in Nederland ook gaat gebeuren.”

‘Langdurige stress bij vijftigplusser kan overgewicht veroorzaken’

Dat blijkt uit een studie gepubliceerd in Obesity onder 2.500 Britse mannen en vrouwen in de leeftijd 54 jaar en ouder.

Wetenschappers van de English Longitudinal Study of Ageing namen voor het onderzoek een pluk haar van elke deelnemer af. Uit haar valt namelijk de hoeveelheid van het stresshormoon cortisol af te lezen.

De pluk was twee centimeter lang, wat ongeveer gelijkstaat aan twee maanden haargroei. Daardoor kon het cortisol- en dus stressgehalte van de afgelopen twee maanden worden afgelezen.


Overtuigend

Hoofdonderzoeker Sarah Jackson vond hierbij een correlatie tussen een grotere hoeveelheid cortisol en een brede tailleomtrek en body mass index (index die de verhouding tussen lengte en gewicht weergeeft). “Deze resultaten zijn overtuigend bewijs dat chronische stress verband houdt met een hoger niveau van overgewicht”, aldus Jackson.

Bij stress wordt de amygdala, de emotionele alarmbel in de hersenen, extra actief en zorgt ervoor dat er allerlei stoffen vrijkomen die het lichaam in opperste staat van paraatheid brengen. Cortisol is één van de stoffen die toeneemt tijdens zo’n reactie en wordt daarom gebruikt als ‘stressindicator’.

Daarbij zorgt het voor meer toevoer van glucose naar het brein, zodat het lichaam een stressvolle situatie beter aankan. De afgifte van cortisol wordt geactiveerd door receptoren die zich bevinden in het buikvet, wat mogelijk een verklaring kan zijn voor de gewichtsveranderingen die cortisol kan veroorzaken.


Meer onderzoek

Nader en uitgebreider onderzoek moet het verband tussen cortisol en overgewicht vaststellen. De oorzaak- en gevolgrelatie kan namelijk ook andersom gelden: personen met overgewicht zouden meer stress hebben vanwege bijvoorbeeld medische gevolgen die zij ondervinden naar aanleiding van hun overgewicht.

De onderzoekers zullen de studie daarom voortzetten en het gewicht en cortisolgehalte van de deelnemers elke vier jaar vastleggen.

Dit is niet het eerste onderzoek waaruit blijkt dat cortisol en overgewicht verband houden. Uit onderzoek van het Erasmus Medisch Centrum kwam in oktober naar voren dat kinderen met grote hoeveelheden cortisol in het bloed bijna tien keer zo vaak obees zijn als kinderen met lage cortisolspiegels.

‘Sportclub zou jongeren kunnen helpen op rechte pad te blijven’

Dat blijkt uit het promotieonderzoek van Anouk Spruit, die donderdag aan het Universiteit van Amsterdam promoveert. Spruit concludeert dat sporters niet meer of minder crimineel gedrag vertonen dan niet-sporters.”Jongeren kunnen socialer worden van sport, maar agressie op het sportveld kan antisociaal gedrag juist in de hand werken”, zegt Spruit.

Volgens Spruit leidt sporten op zichzelf niet tot minder crimineel gedrag. Een goede invloed van het sporten valt of staat namelijk met het klimaat op de sportvereniging. “Draagt de trainer uit dat je respect voor hem moet tonen voor elkaar of de scheidsrechter, of juist niet? Staan ouders langs de lijn agressieve teksten te roepen of niet.”

Ook de rol van de coach is van groot belang. “Is de coach een voorbeeldfiguur, weet hij de juiste aansluiting met jongeren te vinden en geeft hij voldoende individuele aandacht? Een goede coach vraagt hoe het thuis, op school of met vrienden gaat”, aldus Spruit.


Vechtsport

Uit het onderzoek bleek dat er geen verschillen waren tussen contactsporten en andere sporten. Ook kon Spruit geen wetenschappelijk bewijs vinden voor de gedachte dat agressieve sporten agressie in de hand werken. “Dit is ook weer afhankelijk van de sfeer op de sportclub. Zijn de types die er rondlopen schimmig en stimuleert de coach om op het rechte pad te blijven.”

De relatie tussen sportdeelname en jeugddelinquentie is onderzocht door 51 bestaande wetenschappelijke studies opnieuw te bestuderen. In deze studies werden in totaal 132.366 adolescenten onderzocht. Daarna is het effect van sport- en bewegingsinterventie op psychosociaal gedrag bij adolescenten geanalyseerd aan de hand van 57 eerdere studies.  


Project

Het laatste deel van het onderzoek bestond uit de analyse van het sportproject Alleen jij bepaalt wie je bent (AJB). Dit project wordt in Nederland gebruikt ter voorkoming van jeugddelinquentie bij risicojongeren. De criteria voor deelname aan het project waren dat de jongeren nog niet of slechts in geringe mate in aanraking met de politie waren geweest. Ze hadden een laag opleidingsniveau en woonden in een achterstandswijk. 

368 jongeren tussen de twaalf en achttien jaar participeerden in dit project. Als laatste werd aan 155 jongeren, samen met hun leerkrachten en coaches gevraagd een vragenlijst in te vullen over de het succes van het AJB-project. 

Van oudsher worden sportactiviteiten gezien als een middel om de ontwikkeling van jongeren positief te stimuleren en antisociaal gedraag van jongeren te voorkomen. Verder is sportdeelname gerelateerd aan een betere (mentale) gezondheid en helpt sport om jongeren te verbinden. Eerder werd nog weinig wetenschappelijk bewijs gevonden dat sport jongeren discipline, samenwerking en autoriteit leert.