Meer mensen kiezen voor geregistreerd partnerschap

Dat blijkt uit cijfers over huwelijken en partnerschappen van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Een partnerschap is juridisch vrijwel gelijk aan het huwelijk. Sinds 2014 wordt ook automatisch het vaderschap toegekend aan de mannelijke helft van het koppel, indien een stel met (kind)eren een partnerschap registreert.

In 2016 gingen er iets minder dan 81.000 paren een officiële verbintenis aan. 19 procent daarvan koos voor het geregistreerd partnerschap. Dat is een stijging van 10 procent vergeleken met tien jaar daarvoor. Het partnerschap is ook populair bij niet-heterostellen: 30 procent van het aantal verbintenissen (zowel partnerschap als huwelijk) bestond uit een partnerschap.

Doorgaans wordt een partnerschap vaker gekozen door een stel zonder migratieachtergrond. Ook in de grote steden wordt vaker voor deze vorm van verbintenis gekozen.


Trouwen

Er trouwden ook iets meer paren in 2016: 65.200, 1 procent meer dan in 2015. Ondanks deze lichte toename wordt er over de langere termijn gezien minder getrouwd.

Ongeveer 2 procent van de huwelijken werd gesloten door een homoseksueel koppel.

Bloedtest spoort genetische aandoeningen op bij ongeboren kind

De test van het UMC Utrecht en het Hubrecht Instituut kan in een vroeg stadium van de zwangerschap bijvoorbeeld cystic fibrosis (taaislijmziekte) en de bloedziekten sikkelcelziekte en thalassemie aan het licht brengen.

De wetenschappers onder leiding van professor Wouter de Laat publiceerden hun resultaten donderdag in het American Journal of Human Genetics.

Volgens het UMC Utrecht is de test “veel verfijnder” dan de veelgebruikte NIPT, de niet-invasieve prenatale test die onder meer het syndroom van Down aantoont bij ongeboren kinderen. Veel erfelijke ziekten zijn met de NIPT niet op te sporen.

De nieuwe test kan over enkele jaren mogelijk ingrijpende onderzoeksmethoden, zoals vruchtwaterpuncties en vlokkentesten, vervangen. Net als bij de NIPT is alleen wat bloed van de moeder nodig. Aan de hand daarvan kunnen ziekten die door een afwijking van één specifiek gen ontstaan, worden opgespoord.

Kinderen krijgen de ziekten waar het hier om gaat als ze van beide ouders een afwijkend gen meekrijgen. Wie drager is van slechts één zo’n afwijkend gen, maar van datzelfde gen ook nog een goed werkend exemplaar heeft, krijgt de ziekte niet.


Risicofamilies

“Met meer dan drie miljard bouwstenen in ons DNA is het uiterst ingewikkeld om nauwkeurig te bepalen of de foetus de afwijking van beide ouders heeft gekregen. MG-NIPD maakt dit nu mogelijk”, aldus het UMC. MG-NIPD staat voor ‘monogenetische niet-invasieve prenatale diagnostiek’. Aan de ontwikkeling werkten ook wetenschappers uit Griekenland en Iran mee.

Volgens het academische ziekenhuis is de volgende stap een test met grote groepen mensen uit ‘risicofamilies’ waarin deze zogeheten monogenetische ziekten voorkomen.

Ruim 700 meldingen over vergiftigingen door voedingssupplement

Dit staat in het jaaroverzicht over 2016 van het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum (NVIC).

Het meest risicovol zijn sport- en afslankmiddelen, zegt het centrum. “Hierin worden vaak illegale stoffen aangetroffen die serieuze gezondheidsklachten kunnen geven.”

Middeltjes die voorafgaand aan het sporten moeten worden genomen, kunnen bij stevige inspanning “in sommige gevallen leiden tot levensbedreigende situaties.”

Een derde van de meldingen betrof gevallen waarbij jonge kinderen een ongeschikt supplement hadden ingenomen, zoals melatonine.

Het NVIC kreeg vorig jaar een kleine vijfhonderd meldingen over rustgevende supplementen en bijvoorbeeld ook 64 over mensen die olie van de hennepplant hadden ingenomen. Er werd misselijkheid, slaperigheid, duizeligheid, verwardheid, versnelde hartslag en hallucinatie opgegeven als gevolg. In totaal kwamen er 740 meldingen binnen bij het centrum.


Libidoverhoger

Eerder dit jaar waarschuwde de NVWA voor libidoverhogers en afslankpillen. Gevaarlijke stoffen als sildenafil, sibutramine en amfetamine-achtige stoffen zoals synefrine en cafeïne zaten in meer dan 60 procent van de supplementen die de autoriteit onderzocht.

Gevaarlijke tijgermug duikt op in Gelderland

Twee bewoners van de wijk meldden recent bij de NVWA de vondst van een opvallende mug, aldus een woordvoerster van de gemeente. Toen bleek dat het om een tijgermug ging, is de wijk nader onderzocht. Daarbij zijn ook larven van de mug gevonden.

De NVWA plaatst nu muggenvallen in een straal van 500 meter rondom de vindplaats van de eerste muggen. Water in potten, gieters of regentonnen, waarin de muggen eitjes leggen, wordt weggegooid of behandeld met een voor mensen onschadelijk bestrijdingsmiddel.

De exotische mug kan ernstige ziektes zoals knokkelkoorts en zikakoorts overbrengen. Dat gebeurt echter alleen als de muggen eerst iemand hebben gestoken die zo’n ziekte heeft. Aangezien deze ziektes in Nederland nauwelijks voorkomen, is de kans op besmetting uiterst klein. De tijgermug wordt actief aangepakt om te voorkomen dat zulke tropische ziektes zich wel in Nederland zouden verspreiden.

Aziatische tijgermuggen liften meestal mee naar Nederland in autobanden of in lucky bamboo, een oosterse kamerplant. Hoe de muggen in Aalten zijn gekomen, is nog niet bekend. Eerder dit jaar zijn tijgermuggen gevonden in Weert en Naaldwijk.

‘Begeleiding is nodig voor gezondere schoolkantines’

Dat blijkt uit een onderzoek van de Vrije Universiteit Amsterdam. De Richtlijnen zorgen ervoor dat het aanbod in schoolkantines gezonder wordt.

De VU en het Voedingscentrum hebben zowel de Richtlijnen als het Programma De Gezonde Schoolkantine geëvalueerd. In totaal namen 20 scholen deel aan het onderzoek.

Vooraf werden onder meer kantinebeheerders en cateraars gevraagd naar hun ervaringen met de Richtlijnen. Ook werd gevraagd naar ideeën voor hulpmiddelen om ze op scholen te implementeren.


Vergelijking

Tien scholen kregen begeleiding en ook hulpmiddelen aangeboden van het Voedingscentrum, waaronder een adviesgesprek en een rapport met daarin aanbevelingen voor een gezonder aanbod in de kantine. Ook werd een online tool gebruikt die aangaf hoe “gezond” de kantine is.

De tool en de Richtlijnen werden ook gebruikt door de andere tien scholen, maar kregen verder geen begeleiding en hulp. Vervolgens zijn de twee groepen met elkaar vergeleken.

Daarna bleek dat de scholen die wel begeleiding kregen, een gezonder aanbod in de kantine hadden dan de groep zonder hulp. De eerste groep zag het percentage gezonde producten stijgen van gemiddeld 46 naar 77 procent, de groep zonder begeleiding van 50 naar 60 procent.

De kantines van de groep met ondersteuning werden ook verbeterd op andere opzichten, zoals een meer opvallende uitstalling van gezonde producten.


Noodzakelijk

“Dit onderzoek onderschrijft dat ondersteuning niet alleen gewenst, maar ook noodzakelijk blijkt te zijn voor een goede implementatie van de Richtlijnen Gezondere Kantines op scholen”, zegt Carry Renders van de Vrije Universiteit Amsterdam.

Er wordt nog onderzocht wat het effect is van de Richtlijnen op het aankoopgedrag van de leerlingen. Ook worden de Richtlijnen vaker geïmplementeerd in sportkantines en bedrijfsrestaurants.

De Richtlijnen Gezondere Kantines zijn in 2014 ontwikkeld met criteria voor school- en sportkantines en bedrijfsrestaurants. Hier in staat dat er gezonde producten zoals groente, fruit en water moeten worden aangeboden en minder producten zoals frisdrank en frituurvoedsel.

In de Richtlijnen Gezondere Kantines zijn 3 niveaus gedefinieerd: Brons, Zilver en Goud. Ongeveer een derde van de scholen heeft een van deze schalen verdiend.

Reclameregels kindervoeding beter nageleefd

De Stichting Reclame Code heeft in opdracht van de Federatie Nederlandse Levensmiddelen onderzocht in hoeverre bedrijven zich houden aan de reclamecode. Voor de steekproef zijn de uitingen meegenomen die zijn gemaakt in de periode juni en juli.

In vergelijking met 2016 zijn er minder bedrijven die de code overtreden. Wat betreft televisiereclames zijn er drie bedrijven op één zender gevonden met reclameuitingen gericht op kinderen in de leeftijd zeven tot en met twaalf jaar, en die niet aan de voedingskundige criteria voldoen.

Van de 103 onderzochte bedriijfs- en merkwebsites bevatten er in totaal drie sites reclames die de code overtreden. Dat geldt ook voor drie van de 23 kinderwebsites. Op sociale media zijn er twee gevallen van overtreding gevonden.


Vlogs

Ook dit jaar is er een steekproef gehouden onder een aantal populaire vlogs van 19 verschillende content creators. Hier werden geen overtredingen aangetroffen. Ook in apps die populair zijn bij kinderen werd de code niet geschonden.

De FNLI heeft de elf bedrijven die in de monitoring niet aan de voorwaarden bleken te voldoen hier inmiddels op gewezen.


2015

Vorig jaar gingen in mei en juni 26 bedrijven de fout in. In 2015 waren dit er dertien. In de reclamecode staat dat er geen reclame mag worden gemaakt voor voedingsmiddelen gericht op kinderen onder de 7 jaar. Ook is het verboden om reclame voor voedingsmiddelen te richten op kinderen tot 13 jaar, tenzij wordt voldaan aan specifieke criteria.

De onafhankelijke afdeling van de Stichting Reclame Code zal dit jaar voor het laatst de monitoring uitvoeren van de naleving van de reclamecode voor voedingsmiddelen gericht op kinderen. Vanaf volgend jaar wordt dit gedaan door de regering, die de monitoring zelf uitvoert of door een derde partij, die aan de Kamer zal rapporteren.


Marketing

In het Parool laat de Alliantie Stop Kindermarketing weten dat zij nog altijd wachten op een andere verandering wat betreft kindervoeding. In december 2016 werd door staatssecretaris Martin van Rijn (Volksgezondheid) beloofd dat in de loop van 2017 film- en stripfiguren van de verpakkingen verdwijnen. Dit is tot op heden niet gebeurd.

In een schriftelijke reactie stelt de FNLI, de belangenclub van de levensmiddelenindustrie, dat er met Van Rijn over het plan is gesproken. Maar dit gaat niet samen met de vrije concurrentie tussen bedrijven en het vrije verkeer van goederen binnen de EU, stelt de FNLI. 

 “We hebben daar onderzoek naar gedaan en zijn naar aanleiding daarvan nu bezig met vervolgonderzoek,” zegt een woordvoerder.

Unilever haalt ijs met speculoos uit winkels

De inhoud van de betrokken bakjes bestaat uit speculoos-ijs en het deksel geeft ook ‘Super Speculoosje’ aan. Echter, als gevolg van een fout in de productie, vermeldt het etiket op de zijkant van het kuipje de variant ‘Karamel Traktatie’.

Omdat karamel-ijs geen gluten en tarwe bevat, staat in de ingrediëntendeclaratie op dit (foutief geplaatste) etiket niet vermeld dat het speculoos-ijs deze ingrediënten bevat. Voor mensen die overgevoelig zijn voor gluten en tarwe is dit belangrijke informatie. Hen wordt aangeraden het ijs niet te eten.

Deze waarschuwing betreft uitsluitend de Hertog-variant Super Speculoosje met streepjescode
8712566298549 in combinatie met lotcode L7059BH591 en THT 02/2019. Consumenten kunnen de verpakking naar de winkel terugbrengen en krijgen het aankoopbedrag vergoed.

Toerisme Parijs trekt weer aan