‘Meer dan elf moedervlekken op arm vergroot kans op kanker’

Dat stellen Engelse onderzoekers in het British Journal of Dermatology.

In het onderzoek werden de gegevens van onder andere 3.000 vrouwelijke Britse tweelingen gebruikt. Zij werden acht jaar gevolgd. De wetenschappers van King’s College Londen verzamelden daarbij informatie over huidtypes, sproeten en moedervlekken. Daarnaast werden gegevens verzameld van ruim vierhonderd mannen en vrouwen met een melanoom.

Het tellen van moedervlekken op de rechterarm bleek een goede indicatie van het totaal aantal moedervlekken op het lichaam. Vrouwen met meer dan zeven moedervlekken op de rechterarm, hadden er gemiddeld meer dan vijftig op hun hele lijf. Hadden ze er meer dan elf op de rechterarm, dan waren het er vaak ruim honderd op het lichaam.

Dit aantal geeft volgens de onderzoekers een vijf keer hogere kans op huidkanker of een melanoom. Zij hopen dat hun onderzoekers huisartsen helpt de risicogevallen eerder te ontdekken. Daarnaast roepen ze consumenten op naar de huisarts te gaan wanneer moedervlekken van grootte, kleur of aantal wijzigen.


Melanomen

De twee meest voorkomende vormen van huidkanker zijn het basaalcelcarcinoom en het plaveiselcarcinoom. Ze ontstaan voornamelijk op oudere leeftijd op plaatsen waar zonlicht het best kan komen, zoals het gezicht.

Daarnaast zijn er nog melanomen. Deze kunnen ontstaan in onrustige moedervlekken of spontaan ontstaan in de gewone huid. Niet alleen groeit deze tumor in de huid, maar hij kan zich ook uitzaaien in andere delen van het lichaam, via de lymfeklieren.

Huidkanker neemt wereldwijd explosief toe. Vorig jaar telde Nederland bijna drieduizend gevallen extra, waarmee aantal nieuwe patiënten uitkwam boven de vijftigduizend. KWF Kankerbestrijding verwacht dat wanneer deze opgaande lijn zich voortzet, in 2020 er jaarlijks 75.000 patiënten met huidkanker medische behandeling nodig hebben, zo meldde de organisatie onlangs in de Telegraaf.

‘Aantal bestralingen prostaatkanker kan bijna gehalveerd’

Dit blijkt uit een studie van het Erasmus MC Kanker Instituut in Rotterdam en het Antoni Van Leeuwenhoek-NKI in Amsterdam.

Bij 19 bestralingen met een hogere dosis wordt bijna hetzelfde resultaat bereikt als bij de 39 bestralingen van een conventionele sessie. Volgens de onderzoekers lijken de resultaten bij de verkorte methode zelfs iets beter te zijn. “Al is dat strikt genomen statistisch nog niet aangetoond,” stelt hoofdonderzoeker Luca Incrocci van het Erausmus MC.

“De patiënten worden al vijf jaar lang gevolgd. Nu, na die vijf jaar, blijkt 77 procent van de groep die de conventionele behandeling heeft gekregen, kankervrij te zijn. In de groep die de korte serie kreeg, bleef 80 procent vrij van kanker.”


Onderzoek

Aan de studie werkten 820 patiënten met prostaatkanker mee. De deelnemers werden in twee groepen verdeeld. De ene groep werd acht weken lang vijf keer per week behandeld, de andere groep werd slechts zes weken drie keer per week behandeld.

Bij de korte serie hadden de patiënten wel wat meer last van darmklachten, maar na drie maanden was dat verschil verdwenen ten op zichte van de mannen die een conventionele behandeling kregen.

Voordeel van de nieuwe methode is dat patiënten minder vaak naar het ziekenhuis moeten. Een bestraling duurt meestal kort, maar mensen zijn vaak een dagdeel kwijt aan het ziekenhuisbezoek. Bovendien zijn de kosten voor zorg zo goedkoper, per bestralingsapparaat worden meer mensen behandeld. Hoofdonderzoeker Incrocci: “Voor zover er wachtlijsten zijn, kunnen die worden verkort.”

Aantal leden bij sportverenigingen blijft stabiel

Nieuwe ‘kunsthuid’ geeft handprothese gevoel

De hand ‘weet’ dankzij deze huid hoe stevig hij iets vastpakt. Hierdoor krijgen mensen die een hand missen een betere controle over hun prothese. Daarnaast zou de huid deze mensen kunnen verlossen van fantoompijn.

Onderzoekers van Stanford University ontwierpen ultradunne drukgevoelige elektronische sensoren die net als receptoren in de menselijke huid drukverschillen waarnemen, omzetten in een elektrische puls en die naar de hersenen sturen.


Plastic

De onderzoekers maakten sensor van een dun laagje elastisch plastic waarin koolstof nanobuisjes verwerkt zijn. Door indrukken van het plastic komen die buisjes dichter bij elkaar en gaan ze een stroompje van een onderliggende wisselstroombron geleiden.

Er zijn eerder kunstmatige druksensoren ontwikkeld, maar die hadden een omvormer nodig voordat hersenen het signaal konden interpreteren. Het vernuftige van deze sensor is dat die de gemeten druk automatisch codeert in een serie van elektrische pulsjes die toeneemt in frequentie naarmate de druk hoger wordt.

Het werkt precies zo als in de normale biologie van gevoelszenuwen. Daarom verwacht en de onderzoekers dat de druksensor uiteindelijk direct kan worden aangesloten op menselijke hersenen.

Om te bewijzen dat die signalen door hersenen ‘begrepen’ kunnen worden, zetten de wetenschappers het signaal om in lichtpulsen die zij in de hersenen van genetisch gemanipuleerde muizen leidden. Door een aanpassing zijn de neuronen van deze muizen gevoelig voor blauw licht. Met de signalen van de sensor konden de onderzoekers de muizenneuronen aan en uitschakelen.


Fantoompijn

De onderzoekers hopen de techniek verder te verfijnen en aan te vullen met andere sensoren (bijvoorbeeld voor warmte en kou). Het doel is om protheses voor mensen die een hand missen te perfectioneren. Met drukgevoeligheid krijgen mensen een betere controle over hun handprothese, verwachten de onderzoekers.

Daarnaast zou deze techniek patiënten met een verloren ledemaat kunnen verlossen van de fantoompijn, die bij acht van de tien patiënten optreedt. Als het ‘gevoel’ terugkomt, zou die pijn verdwijnen.

Surinaamse kinderen wonen vaker bij beide ouders

Het aandeel uit die groep dat bij beide ouders woont is tussen 1996 en 2015 juist met een kwart gestegen. Dat meldde het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) maandag.

Van de Surinaamse kinderen woont 44 procent bij beide ouders, een kwart meer dan in 1996. Het CBS kan geen duidelijke verklaring voor deze stijging geven.

In Surinaamse en Antilliaanse/Arubaanse gemeenschappen komt het alleenstaand moederschap vaak voor, maar dat lijkt aan het afnemen.

Ongeveer driekwart van de autochtone, Marokkaanse en Turkse 15-jarigen woonde begin 2015 bij beide ouders.


Moeder

Wanneer de ouders niet meer bij elkaar zijn, woont het kind meestal alleen met de moeder. In 2015 was dit in 57 procent van de gezinnen het geval.

Marokkaanse kinderen woonden het vaakst bij alleen hun moeder: in 78 procent van de situaties. Kinderen van Turkse herkomst woonden in 71 procent van de gevallen bij hun moeder. Dit aantal komt overeen met 15-jarigen van Surinaamse en Antilliaans/Arubaanse herkomst.

Autochtone en westers allochtone kinderen wonen vaker bij de moeder en haar nieuwe partner of alleen bij de vader.

Thuiswonen
Thuiswonen

Donorweek zorgt voor 24.000 nieuwe orgaandonoren

Bijna 4.000 mensen hebben de afgelopen week juist laten vastleggen dat ze geen organen willen afstaan of dat anderen er na hun dood over mogen beslissen. Dat is vergelijkbaar met vorig jaar, aldus de organisatoren van de campagne zondag.

De campagne om donoren te werven, loopt nog een paar weken. Tot eind november geven waarschijnlijk nog enkele tienduizenden mensen door of ze donor willen worden.

Volgens de Nederlandse Transplantatie Stichting hebben in totaal 5,8 miljoen Nederlanders hun keuze doorgegeven. Van hen zijn 3,6 miljoen mensen (60 procent) bereid te doneren. Iets meer dan een kwart wil dat niet, de rest laat het aan anderen over, zoals familieleden. Ongeveer duizend mensen wachten op een donororgaan. De meesten van hen hebben een nieuwe nier nodig. Een nieuw hart is het moeilijkst om voor iemand te vinden.

‘Vluchtelingen moeten wegwijs krijgen in zorg’

Dat stelt beleidsmedewerker Simone Goosen van GGD Nederland zondag in het programma Dit is de dag. Volgens haar moeten vooral gemeenten beter anticiperen op de cultuurverschillen in dat opzicht.

“In bijvoorbeeld Syrië is de gezondheidszorg door de oorlog helemaal uit elkaar gevallen”, legt ze uit. “Maar ook daarvoor al was het heel anders geregeld dan bij ons. Syriërs kennen bijvoorbeeld het systeem van de huisarts of de verloskundige niet; ze gaan daar eigenlijk altijd direct naar een ziekenhuis of specialist.”

Het is voor Syrische vluchtelingen moeilijk te begrijpen dat een huisarts een vertrouwensband heeft met zijn patiënten.


Pro-actiever

“We moeten zowel in de asielopvang als in gemeenten waar vluchtelingen in huizen geplaatst worden pro-actiever zijn”, stelt Goosen. “We moeten ze meer vertellen over de opzet en het belang van huisartsenzorg. En ook preventie, dus ervoor zorgen dat je gezond blijft, is iets dat men in bijvoorbeeld Syrië totaal niet kent. In Nederland wordt daar juist de afgelopen jaren steeds meer op ingezet.”

Het is verstandig om gebruik te maken van artsen of vertrouwenspersonen binnen de groep vluchtelingen, om zo de boodschap over te brengen. “Die weten heel goed wat er speelt onder de asielzoekers en weten wat de behoeften en gewoonten zijn.” 

De urgentie om hier snel mee aan de slag te gaan is de laatste maanden groter geworden door de snelle doorstroming en aanwas van vluchtelingen in Nederland. Mensen worden tegenwoordig sneller doorgeplaatst van een opvangcentrum naar een tijdelijke woning, in afwachting van hun asielaanvraag.

‘Huisartsen moeten minder vaak anti-depressiva voorschrijven’

Bijna een miljoen Nederlanders slikken antidepressiva.

Eerder deze maand publiceerde CBS de cijfers van 2014 over Nederlanders met psychische klachten. Tien procent van de mensen ouder dan 12 jaar had klachten. Vooral jonge meisjes en oudere vrouwen vormen een risicogroep.

Kunt u duidelijk maken welke groep pillenslikkers volgens u overbodig is?

“Ik weet niet hoe groot de groep is van mensen die anti-depressiva echt nodig hebben, want die zijn er natuurlijk. Ik zie alleen dat er steeds meer mensen zijn die pillen slikken, en dat blijkt ook uit cijfers, ieder jaar 3 procent toename, terwijl het aantal mensen met psychische klachten al jaren stabiel is. Veel mensen zijn misschien wel somber, maar niet depressief met de klassieke klachten als gewichtsverlies, eindeloos piekeren, niet kunnen slapen, afvallen. En dan zijn er de mensen die ‘niet lekker in hun vel zitten’ en andere vage klachten hebben. Klachten die eventueel bij een depressie kunnen horen, maar die ook op een andere manier te verhelpen zijn, en waarvoor je geen antidepressiva hoeft te slikken.” 

U legt een deel van het probleem bij de huisartsen, die volgens u de pil ‘te makkelijk’ voorschrijven. Is er een alternatieve medicatie? 

“Als iemand komt met een klacht als slapeloosheid, dan zou een huisarts kunnen beginnen met drie nachten een slaappil voorschrijven. Eigenlijk zouden huisartsen patiënten met depressieve klachten moeten doorverwijzen naar specialisten. Als iemand bijvoorbeeld diabetes heeft en insuline moet krijgen, wordt dat ook niet voorgeschreven door de huisarts. Een huisarts heeft maar kort de tijd om met patiënten te praten. Ik als psychiater heb meer tijd en kom er dan bijvoorbeeld achter dat de klachten komen door een te zware baan of een rouwproces.”

Psychische klachten
Psychische klachten

Hoe komt het volgens u dat patiënten met depressieve klachten pillen krijgen voorgeschreven? 

“Ik krijg vaak te horen dat huisartsen er ‘goede ervaringen’ mee hebben. Huisartsen hebben wel afspraken over het minder snel uitschrijven van kalmeringspillen, maar niet over het gebruik van antidepressiva. Wel wordt meer nadruk gelegd op bijvoorbeeld lichaamsbeweging die ook kan helpen tegen depressieve klachten, dus er is wel een verschuiving gaande.”

Uw stelling is ‘de echte reden voor depressieve gevoelens is onze leefwijze’. Wat bedoelt u hier precies mee?

“Ik krijg veel reacties van mensen die daarover vallen, maar wat ik bedoel is dit. Er zijn steeds meer mensen die klachten hebben omdat ze zichzelf overbelasten, dan mensen die echt aanleg hebben voor psychische problemen. Het aantal mensen met klachten is stabiel, maar het aantal mensen dat pillen slikt neemt toe. Dus is er dus klaarblijkelijk iets veranderd in de leefwijze van mensen, waardoor er bijvoorbeeld ook steeds meer burnouts komen.”

Zou het niet kunnen zijn dat het taboe op depressie kleiner wordt? 

“Juist niet. Ga jij maar eens bij dertig van je vrienden vragen of ze anti-depressiva slikken. Je zult verbaasd staan hoeveel mensen er in je omgeving zijn van wie je niet wist en nooit had gedacht dat ze pillen slikten. Een op de zestien Nederlanders zit eraan. En zeker na zo’n drama als het ongeluk door de piloot van German Wings schamen mensen zich er alleen maar meer voor. Het is juist belangrijk dat mensen meer over lastige gevoelens gaan praten.”

‘Onderzoek naar lymfeklierkanker heeft financiële impuls nodig’

Dat zegt professor Marcel Levi, bestuursvoorzitter van het AMC in een interview met NU.nl.

Lymfeklierkanker is een veelvoorkomende soort van kanker. Ongeveer één op de 50 personen krijgt – tijdens zijn of haar leven – de diagnose. Levi: “Op dit moment neemt het onderzoek naar lymfeklierkanker een enorme vlucht. Om deze nieuwe inzichten snel en goed te kunnen vertalen naar een betere behandeling van de ziekte is juist nu een grote financiële impuls nodig.”


Benefiet

Vorige week organiseerde Sofitel Legend The Grand Amsterdam het benefietdiner Stars, Food & Art waarbij dit jaar voor stichting Lymph&Co ruim 72.000 euro werd opgehaald voor onderzoek. Daar werd ruim 72.000 euro opgehaald voor het onderzoek.  “Een enorme opsteker voor de onderzoekers en patiënten”, zegt Levi. “Maar we hebben nog een flinke weg te gaan om echt impact te kunnen hebben op het onderzoek naar lymfeklierkanker.”

Volgens de onderzoekers van het AMC is er steeds meer bekend over de oorzaak en achtergronden van lymfeklierkanker. “Nu is het nog zaak om die kennis toe te kunnen passen zodat patiënten er wat aan hebben.”

“Het onderzoek waarvoor Lymph&Co inzamelt is inmiddels van start gegaan en zal ongeveer vier jaar in beslag nemen. Het doel is een gepersonaliseerde therapie, dat wil zeggen een therapie die precies past bij de soort lymfeklierkanker waar de patiënt aan lijdt.”


Prins Bernhard 

Lymph&Co werd in 2014 door Bernhard van Oranje opgericht om onderzoek naar lymfeklierkanker te bevorderen en ondersteunen. Bij Bernhard werd in 2013 zelf lymfeklierkanker geconstateerd. Onder de ambassadeurs zijn Rosanna Kluivert (die twee jaar geleden de diagnose kreeg) en Simon Keizer.

“Anderhalf jaar geleden werd er lymfeklierkanker bij mijn moeder geconstateerd. Je wilt veel maar kunt weinig”, aldus de Nick en Simon-zanger. “Lymfeklierkanker is een grote puzzel met veel puzzelstukjes. Er moet zoveel mogelijk onderzoek worden gedaan waardoor deze ziekte uiteindelijk niet meer dodelijk is.”

Chinese McDonald’s verkoopt grijze hamburger

Dat meldt Elite Daily

Tussen het broodje zitten twee hamburgers met verschillende laagjes spek, een dressing en sla. Het broodje is gestoomd en helemaal grijs. Over de betekenis van de kleur wordt nog gespeculeerd. Sommigen denken dat het stenen moeten voorstellen, maar Time Out Beijing denkt dat de hamburger de zware luchtvervuiling of smog in het land moet uitbeelden.

Op sociale media wordt verbaasd gereageerd op het broodje. ‘Dit is de laatste kleur die je wilt zien als je iets gaat eten’ en ‘Wat een slecht idee, wie heeft dit bedacht?’ zijn enkele reacties.

De burger is tot 3 november te koop in Chinese McDonald’s en zal waarschijnlijk niet overwaaien naar andere landen. Het is niet de eerste keer dat een Amerikaanse fastfoodketen komt met apart gekleurde burgers. Burger King lanceerde eerder dit jaar al een zwarte en een rode hamburger.